Doorgaan naar hoofdcontent

Polderparels episode I: Nagele

De karakteristieke ingang van Nagele

Ik koester al jaren een vreemde fascinatie voor de Noordoostpolder. Hoewel geboren en getogen op Urk, ben ik toch onlosmakelijk met de polder verbonden. Is het immers niet zo dat de geschiedenis van de polder onderdeel is van de geschiedenis van ons voormalig eiland? De Noordoostpolder heeft ons ontzettend veel te bieden, meer dan wij soms denken. Daarom hier op deze blog de serie Polderparels. Ik ga op safari in eigen polder. En waar beter kan ik aftrappen dan in het dorp van de liniaal, de rechte lijnen en platte daken: Nagele. 

Mijn auto parkeer ik in het uiterste hoekje van een verder totaal verlaten parkeerplaats. Ik stap uit en kijk eens om me heen. De vlag van de plaatselijke supermarkt wappert fier. Aan de andere kant van de weg loopt een vrouw met haar hond. Verder is er niemand.
Ik sta in Nagele, het eerste dorp op mijn lijst van te bezoeken polderdorpen. 

Ooit, toen hier de Zuiderzee nog tekeer ging, moet er ergens een eilandje gelegen hebben die de naam Naghele droeg. Volgens een oude legende was het eiland zo zondig, dat een pastoor, terwijl hij een gevecht tussen twee dronkenaars wilde beëindigen, werd neergestoken. Al stervende sprak hij een vloek over Nagele uit; het eiland zou verdwijnen in de zee. En dat gebeurde dan ook - al dan niet veroorzaakt door een stijgende zeespiegel. 

Nagele is een van de laatst gebouwde dorpen in de ring rondom Emmeloord. Van al de polderdorpen valt Nagele het meest originele dorp te noemen. Gelegen tussen twee oude eilanden, kwam hier een stuk grond vrij voor een nieuw te bouwen dorpskern. Maar: Nagele moest afwijken van de reeds bestaande dorpen, die allemaal volgens de Delftse school waren gebouwd. (bruine stenen, rode daken.) 
Nee, hier moest iets unieks komen. Hier was ruimte voor iets gloednieuws, een pronkstuk, het huzarenstukje van de polder.
Daarom kregen de meest vooruitstrevende architecten van die tijd vrij spel; namen zoals Cornelis van Heesteren, Aldo van Ecyk en respectievelijk Gerrit Rietveld.
Hier konden ze hun ideeën voor het Nieuwe Bouwen verwezenlijken. De mens moest gelukkig worden van goede stedenbouw, was de overtuiging. Dus werd alles geordend: rechte straten, veel glas en beton, veel groen en vooral veel licht. Nagele moest een icoon worden van de wederopbouw. 

Het warme en gezellige Zuiderwinkels, de levensader van Nagele

De supermarkt is nog open. Dat verbaast me enigszins, ik had verwacht dat de winkel hier veel eerder zou sluiten. Ik wil even naar binnen. Een praatje maken. Maar dan slaat de klok van het museum, de voormalige katholieke kerk, zeven uur. De supermarkt is gesloten.
Ik besluit de winkelstrook te verkennen. Nagele telde 2 winkelstroken, waarvan 1 is gesloopt. De nog bestaande winkelstrook, Zuiderwinkels genaamd, is net als de rest van het dorp ingericht volgens het nieuwe bouwen. Winkelruimtes tegenover elkaar gesitueerd, met daartussen ruimte voor voetgangers, afgesloten van autoverkeer. Ook dat was revolutionair in de tijd dat Nagele ontworpen is. De Rotterdamse Lijnbaan, van dezelfde makelij, was de eerste autovrije winkelstraat van Europa en trok daarmee internationale aandacht.
Maar Nagele is geen Rotterdam en heeft zichtbaar jaren geleden de aandacht al verloren. Vrijwel alle winkelpanden staan leeg. Een ruimte is ingericht als een kapsalon uit de jaren 50, waarvan ik me afvraag of dit een kapsalon in bedrijf is, of dat deze ruimte expres zo ingericht is om de zaak nog wat sjeu te geven. Ik krijg langzaam het gevoel door een openluchtmuseum te wandelen. 
Achter me komen de laatste twee medewerkers de supermarkt uitlopen. 
‘Kijk, een toerist.’ Hoor ik de ene vrouw tegen de andere zeggen. Ze lopen gniffelend verder.

de Karwijhof: Nagele zoals het bedoeld is

Ik steek de Ring over, de autoweg die het centrale park omringt en de hofjes met de buitenweg verbindt. Ik ben op zoek naar de Karwijhof. Naar het schijnt het best bewaarde stukje van het dorp. Hier tref je Nagele zoals het bedoeld is.
Een aantal jaar geleden heeft stichting Hendrik de Keyzer het hofje opgekocht en één woning teruggebracht naar de originele staat, zoals het er in de jaren 50 heeft uitgezien. Ik sta voor de woning, maar krijg niets van de inrichting te zien, omdat de gordijnen van de levensgrote ramen potdicht zitten. In de rest van het rijtje staan de woningen leeg. Ik loop via een tuin naar een andere woning en tuur naar binnen. De woningen zijn niet groot, maar voor de arbeider in de jaren van de wederopbouw moet deze woning, samen met een grote tuin en eigen schuurtje, een ongekende luxe zijn geweest. Ik loop de tuin uit en kijk nog eens naar het hofje. De woningen staan leeg, de verf begint van de gevels af te bladeren en de tuinen dreigen overwoekert te raken met onkruid.
Van de arbeiders van toen, zijn velen al lang geleden vertrokken. Terwijl Nagele juist ontworpen was voor landarbeiders en middenstanders. De hofjes als een paradijs voor de bewoners, het centrale park als gemeenschappelijke ruimte. Het moest de arbeider aanzetten tot gemeenschapszin, een gedachte die overheerste bij het inrichten van de polder en zo ook Nagele. Alles was erop ontworpen; de infrastructuur, de openbare ruimte, van de woonhofjes met zijn arbeiderswoningen tot de mensen zelf. Ze werden erop geselecteerd: nieuwe bewoners moesten beschikken over een goede reputatie. In Nagele was alleen plek voor modelbewoners, allen gevormd tot het model die de ontwerpers voor ogen hadden. Nette mensen, maar harde werkers, met gevoel voor de gemeenschapszin.
Oftewel: een modelbevolking voor een modeldorp, in een modelpolder vol met modelboeren. 

Rechte straten, rechte woningen, zelfs de bomen zijn allemaal recht geplant. In Nagele is ALLES RECHT. 

Hoe idealistisch de ontwerpers het moderne Nagele ook hebben opgezet; al snel werd Nagele zelf ingehaald door moderne landbouwtechnieken, die arbeiders overbodig maakten. De beoogde gemeenschapszin kwam ook niet echt van de grond. Jonge gezinnen misten een zolder in hun huis en trokken naar Emmeloord, anderen vonden de strenge bouwregels te benauwend. Hoe modern en revolutionair de ontwerpers Nagele ook hadden bedacht, aan één ding schoten ze voorbij: mensen bleken een eigen wil te hebben. 
In de loop der jaren kwam het dorp tot stilstand. De verf van de vierkante gevels begon af te bladeren, op de groene grasvelden was geen spelend kind meer te zien. De karwijhof, ooit zo modern en revolutionair, begon te verkrotten. 
Op een levens­grote banier, aan een van de woningen bevestigd, staat aangekondigd dat de stichting een groot gedeelte van het hofje gaat opknappen; onderdeel van een plan om Nagele weer op de kaart te zetten. Als stichting Hendrik de Keijzer er niet was geweest was dit gedeelte al lang geleden onder de sloophamer verdwenen. 

Een gezellig terrasje 

Voor het Museum Nagele buig ik af en doorkruis ik het groene hart van het dorp. Her en der staan borden met gedichten. Ik blijf bij een aantal staan om ze te lezen. Ik zie dat een aantal bewoners me vanaf hun straatje of vanuit de auto me gadeslaan; zomaar een toerist in hun dorp.
Ik wandel een, zo lijkt het, voormalig kerkgebouw voorbij. Een groep mensen is bezig om het gazon rondom het kerkgebouw op te knappen.
Ik loop eens een eindje het park op en tel in één oogopslag 4 kerken. Dat is best veel voor een klein dorp als Nagele, maar ook niet heel gek; in de jaren 50 was Nederland ontzettend verzuild en de polderdorpen moesten een afspiegeling zijn van de maatschappij. Ook Nagele ontsnapte er niet aan: aan het centrale park zijn er een Katholieke, Hervormde, Gereformeerde en natuurlijk een apart gebouw voor de Gereformeerden-vrijgemaakt ontworpen – allen in die typische het-nieuwe-bouwen-stijl. 

Nagele kenmerkt zich door gezellige straatjes

Het is tijd om mijn auto weer op te zoeken. Ik heb Nagele wel gezien. Toch besluit ik bij het instappen om nog een rondje door het dorp te rijden. Ik rijd door de nette noordzijde van het dorp. Hier staan alleen losstaande woningen. Een groepje senioren speelt een potje jeu de boules op het centrale grasveld van hun hofje. 
Dan rijd ik door een hofje aan de oostkant van het dorp. Hier is niemand op straat. Alle huizen zijn hetzelfde, maar ieder heeft zijn straatje naar eigen wens ingericht. Ik zie tuinkabouters, leren bankstellen en roze flamingo's.
De mens heeft toch altijd de neiging om zich te onderscheiden, denk ik, terwijl ik het volgende hofje inrijd. Je kunt alles wel mooi bedenken, en ontwerpen, maar menselijk gedrag zet je niet zo snel naar je hand. Ook niet in Nagele. 
Bij een huis zit een man op een bankje. Ik steek mijn hand op. Hij steekt zijn hand op. 
Nagele: sommigen vinden het mooi, anderen vinden het lelijk. Ik kan bij het verlaten van het dorp geen van beide tot conclusie trekken. Nagele is iets aparts. Nagele moet je beleven. 

Nagelezen staan te boek als open en opgeruimde mensen

Nagele: eenling in de ring rond Emmeloord 

Wil je ook Nagele bezoeken? 
Het Museum Nagele is onlangs, na de corona-crisis, weer feestelijk geopend. Hier leer je meer over de ontstaansgeschiedenis van Nagele en het museum heeft onder meer spannende exposities. 

link website: https://museumnagele.nl/ 

Pas op: in het museum kan alleen contant betaald worden. 

In de omgeving van Nagele is ook genoeg te doen: 
- Trek de stoute buitenschoenen eens aan en bewandel het Ketelzwerfpad. Op deze route tref je verschillende kunstwerken, met als hoogtepunt een Kappeletje met kunst van Geertje Groen. 
- Het Schokkerstrand is hét strand van de Polder - het strandpaviljoen biedt uitzicht over het immer inspirerende Ketelmeer. 

Schokkerhaven: de Sunset Boulevard van de polder 


De Ring van Nagele: net als in Amsterdam kun je aan de goede en aan de verkeerde kant van de Ring wonen




Reacties

Populaire posts van deze blog

#155 Ranking de logo's

Vanochtend hoorde ik onderweg naar werk in het nieuwsbulletin van Radio2 de ophef voorbijkomen over het nieuwe logo van de Gemeente Urk. Kom op jongens, het is toch een kostelijk plaatje?  Omdat de ambtenaren van de NOP weer aan het werk zijn gegaan, was het zoeken naar een plekje. Mijn Toyotaatje (de meeste Toyota's per inwoners!) parkeerde ik naast een busje van de gemeente. Pas toen viel het logo van de NOP mij op. Was ik al wel bekend mee natuurlijk, maar een mens kijkt nu eenmaal anders naar zaken als hij net uit een dorp vol ophef komt puffen. Laten we de logo's van de andere Flevolandse gemeenten eens van dichtbij bekijken. En laten we er meteen een ranglijstje van maken.  Gemeente Almere Slogan: Het kán in Almere! Het logo van de gemeente Almere springt meteen in het oog. Hier is groots uitgepakt. Er wordt ook prettig gespeeld met het perspectief, waardoor je pas na een tijdje kijken een grote A ontwaart. Groots, maar plat. Almere samengevat. Had wel wat meer creativit...

#145 de Trumpweek

Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen afgelopen week maakte nauwelijks indruk. Op mij noch op de mensen om me heen. Zelfs op sociale media is het behoorlijk rustig. In dat malle grote land is Donald Trump herkozen als president.    ‘Trump is weer president he,’ zei een collega terloops.    ‘Tsja, het is allemaal wat,’ antwoorde ik.    En daarmee was de bespreking van de verkiezingsnacht afgehandeld. Terwijl bij iedereen de alarmbellen af zou moeten gaan – Trump is een lont in een akelig gevaarlijk hoopje buskruit – gebeurt dat niet echt. Tenminste, ik heb het niet meegekregen. Misschien omdat mijn sociale-mediaconsumptie ook niet meer is wat het was. De fratsen van die andere halve zool, Elonnetje Musk, zorgt ervoor dat ik steeds minder zin heb om op die grote X te tikken. Na een tijdje merk je dat je er niks aan mist ook. Maar goed, we hadden het over de Amerikaanse verkiezingen. Iemand waar ik af en toe mee samen werk is een aantal jaar terug me...

#144 De mensheid zal nog van mij horen

Mag je een boek bejubelen alvorens je hem uitgelezen hebt? Ga het toch doen. In de podcast Radio Romano, een voortzetting van de Krokante Leesmap, werd het nieuwe boek van Joris van Casteren getipt. Bekend van titels als Lelystad, Het been in de IJssel en Het zusje van de bruid. De titel van dat boek over de man die jarenlang zijn overleden moeder in huis bewaarde heb ik zo snel niet paraat. Lelystad was een toffe leeservaring, kan niet anders zeggen. Zijn manier van schrijven - kort en afstandelijk en juist daardoor ironisch – trok me in een mum van tijd door dat hele boek heen. Van Casteren heeft een oog voor het menselijk tekort, en er is niets mooiers dan het menselijk tekort. Even zonder gekheid, de boeken van Van Casteren zijn niet enkel droog of grappig. Vaak juist een beetje luguber. Zoals Het been in de IJssel, wat gaat over, nou ja, een gevonden menselijk been in de IJssel. Dat boek is een zoektocht naar de eigenaar van dat been, wat hem uiteindelijk helemaal naar Duitsland l...