Doorgaan naar hoofdcontent

Stukje geschiedenis: 4 juli - Amerikaanse feestdag met een Nederlands tintje


De Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring 


Op 4 juli wordt in de Verenigde Staten Independence Day gevierd, de datum waarop de Founding Fathers van Amerika hun Declaration of Independence ondertekenden, en daarmee hun zelfstandigheid van de Britten opeisten. Iedereen die wel eens een Amerikaanse film of serie heeft gezien weet hoe groots Amerikanen dit herdenken. In het jaar 1776 werd er wereldgeschiedenis geschreven. Amerikanen mogen graag van hun ontstaansgeschiedenis iets mythisch maken, een uniek moment in de wereldgeschiedenis, een gebeurtenis die bijna Bijbelse proporties tracht aan te nemen. Maar wat veel Amerikanen niet weten is dat hun onafhankelijkheidsstrijd een Nederlands tintje heeft.

In de 18e eeuw is Engeland het machtigste land ter wereld. Om het Britse wereldrijk in stand te houden wordt er geregeld oorlog gevoerd, ook op het Noord Amerikaanse continent, waar de Britten de Fransen en Indianen weet te verdrijven en daarmee hun invloed in de nieuwe wereld stevig uitbreiden. Maar oorlog slurpt geld en om dat allemaal te kunnen bekostigen heffen de Britten flinke belastingen op de inwoners en handel van de koloniën, dat terwijl Amerikaanse kolonisten geen deel mogen uitmaken van het Britse parlement. Op ten duur raken de kolonisten gefrustreerd. Gooi daar nog wat 18e-eeuwse verlichtingsidealen bij en je hebt een recept voor een volksopstand.

En die opstand kwam er. Een groep van zo’n 60 mensen, die zich ‘sons of Liberty’ noemden, kiepten op 16 december 1763 een aantal kisten dure Engelse thee in de haven van Boston, als zichtbaar protest tegen de Engelse machthebber. De Engelse koning, George III, reageerde als door een wesp gestoken. Hij gooide Boston op slot, er werden extra troepen Engelse soldaten ingekwartierd en niet lang daarna monde dit conflict uit in wapengekletter.
Ondertussen werd er een commissie ingesteld die een onafhankelijkheidsverklaring moesten opstellen, bestaande uit onder meer Benjamin Franklin, Thomas Jefferson en John Adams – over de laatstgenoemde later meer. Deze heren zochten hun inspiratie in een onafhankelijkheidsdocument die al veel eerder was opgesteld, in een oorlog die eerder had plaats gevonden en wel in ons eigen Nederland.

Plakkaat van Verlatinghe, gedrukt 

Zo’n 200 jaar eerder was Nederland in opstand geraakt tegen de Spaanse overheersing. Verschillende noordelijke gewesten – de zuidelijke bleven spaansgezind – tekenden op 26 juli 1581 het Plakkaat van Verlathinghe. De Staten-Generaal, het bestuurlijke orgaan van de provincies, vond het wel mooi geweest met de tirannie van Phillips en onderstreepten met het plakkaat het recht van een volk om op zoek te gaan naar een andere vorst als die zich als een tiran gedroeg. Meteen in de eerste zin van het plakkaat wordt dit duidelijk gemaakt: 

“Iedereen weet dat een Prins van een land door God is aangesteld als hoofd over zijn onderdanen, om te beschermen tegen al het ongeluk, overlast en geweld zoals een herder zijn schapen beschermt”. 

Met andere woorden: het volk is er niet voor een vorst, maar de vorst is er voor het volk. In die tijd, voor Europa, een revolutionaire gedachte. Tabee Phillips!
Toen de zoektocht naar een nieuwe vorst op niets uitliep, en Willem van Oranje vermoord werd, besloten de provinciën om zelfstandig verder te gaan als een soevereine staat. De Republiek der Nederlanden was geboren, en voor de jonge republiek braken gouden tijden aan.

Thomas Jefferson was de man die belast werd met het opstellen van de onafhankelijkheidsverklaring. Zowel Jefferson, Franklin en John Adams waren op de hoogte van de geschiedenis van de opstand van de Nederlanden tegen de Spaanse koning. (Jefferson had in zijn bibliotheek zelfs een verzameling boeken over de Nederlandse geschiedenis, nog steeds te zien in the Library of Congres in Washington.)
  Net als in het Plakkaat begint Jefferson met de verklaring met het recht van de burgers om van bestuur te veranderen als die te onderdrukkend wordt. Waarna er, weer met het Plakkaat als voorbeeld, een opsomming van klachten tegen de Engelse koning volgt.
Na deze vaststelling van de volkssoevereiniteit, volgt de beroemde tweede paragraaf: 

‘Wij achten deze waarheden als vanzelfsprekend, dat alle mensen gelijk geschapen zijn, dat ze door hun Schepper gezegend zijn met bepaalde onvervreemdbare rechten, waaronder het recht op leven, vrijheid en najagen van geluk.’

Met deze verklaring verwierpen de kolonisten niet alleen het bestuur door koning en Hoger- en Lagerhuis, ze wierpen hier meteen de hele politieke en sociale structuur van Engeland overboord.
Overigens was de Nederlandstalige gemeenschap in die tijd nog zo groot in Amerika, dat meteen na het ondertekenen de verklaring in het Nederlands vertaald werd.

Benjamin Franklin controleert nog eens even op fouten.

Maar, na het tekenen van de verklaring van onafhankelijkheid was de oorlog nog niet gestreden. De Amerikaanse kolonies hadden steun en bondgenoten nodig in de oorlog tegen Engeland.
John Adams, die in de commissie van de onafhankelijkheidsverklaring zat, werd naar Europa gestuurd om steun te verkrijgen van eventuele bondgenoten, en hij ging naar het land dat als voorbeeld had gediend in hun strijd tegen de overheerser; de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Adams streek neer in Amsterdam, nog steeds de belangrijkste en grootste stad van het land, waar hij van 1780 tot 1782 verbleef. Vanuit Amsterdam begon Adams met de moeizame onderhandelingen met de Republiek, die er eigenlijk, uit angst voor een oorlog met Engeland, weinig van wilde weten.
Adams schreef een aantal briefen naar Den Haag, waarin hij de Staten-Generaal probeerde over te halen. Ietwat vleierig schreef hij:

‘De wordingsgeschiedenissen van de twee republieken lijken zoveel op elkaar dat de geschiedenis van de ene slechts een kopie van de ander schijnt; zodat iedere Nederlander die in het onderwerp thuis is, de Amerikaanse Revolutie wel rechtvaardig en Noodzakelijk moet vinden, wil hij de grote daden van zijn onvergetelijke voorouders niet ten strengste afkeuren.’

Pas nadat er berichten over de wreedheden van de Engelsen in Amerika de Republiek doordrongen, en de Engelsen een geheim verdrag tussen Nederland en Amerika onderschepten, waarna ze de Republiek alweer de oorlog verklaarden, gingen de Staten-Generaal overstag. Op 19 April 1782 erkende Nederland, als derde land ter wereld, de Verenigde Staten van Amerika als onafhankelijke republiek.
Adams wist een lening los te peuteren en stichtte een Amerikaanse ambassade in Den Haag – de eerste Amerikaanse ambassade ter wereld. Adams zelf werd ambassadeur, en zou in die hoedanigheid nog aan aantal keer terugkeren naar Nederland, totdat hij in 1797, na George Washington, de tweede president van de Verenigde Staten zou worden. 

John Adams, 2e president van Amerika en 1e ambassadeur in Nederland


Terugkijken naar zijn tijd in Amsterdam deed Adams met gemende gevoelens: Amsterdam stond in de tijd dat Adams er verbleef naast geloofstolerantie, ook bekend om zijn stinkende grachten. Mensen konden daar zelfs ziek van worden, er werd ook wel gesproken over ‘Amsterdamse Koorts’, waar waarschijnlijk Malaria mee bedoeld werd. Ook Adams ontsnapte daar niet aan; in september van 1781 lag hij dagenlang bewusteloos van de koorts in bed. Hij zou nog jaren klagen over zijn in Amsterdam geschade gezondheid.
Maar, aan Amsterdam bleef hij ook warme herinneringen houden. Vlak voor zijn dood in 1826, precies vijftig jaar na de Onafhankelijkheidsverklaring, schreef Adams: 

‘Recht aan de Hollanders voor hun verdienste in het bevorderen van de letteren, wetenschap, zeevaart, handel, patriottisme, vrijgevigheid, tolerantie is nooit gedaan. Ik ben het eens met elke lofspraak op de Nederlandse natie. De Grieken zelf hebben hen nooit overtroffen, behalve in smaak.’

Zoals Adams al schreef; in de ontstaansgeschiedenissen van Nederland en Amerika zijn inderdaad veel overeenkomsten te vinden. Van beide landen lag aan de opstand economisch onrecht ten grondslag (Phillips zag de Nederlanden vooral als wingewest voor zijn vele oorlogen), een vorst die zich als een tiran gedroeg, van beide landen begonnen mensen hun identiteit niet langer als iets lokaal te zien; ze werden bewust van hun identiteit als volk, als land. Mensen uit Virginia werden Amerikaan, Hollanders werden Nederlanders. En, in beide landen begon de omwenteling met het besef van volkssoevereiniteit. We hoeven geen tirannieke vorst te pikken, ons volk verdient beter.

Waar de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring te zien is in the National Archives, een enorm pompeus gebouw, waarmee Amerikanen hun trots laten blijken, zo ligt onze ‘onafhankelijkheidsverklaring’ te midden van de Haagse stationsbuurt, in een bescheiden hoekje van de leeszaal van het Nationaal Archief. Dat zegt natuurlijk wat over onze volksaard, maar toch, net als 250 geleden, valt er iets van elkaar te leren.
Namelijk: wij mogen wel wat trotser zijn op onze plakkaat, feitelijk het geboortepapier van Nederland. Amerikanen daarentegen mogen wel eens stilstaan bij het feit dat hun Declaration of Independence en hun onafhankelijkheidsbesef niet iets unieks is, niet iets is dat zomaar uit de lucht is komen vallen, of zomaar een geniale ingeving was van hun Founding Fathers. Net als hun 18e-eeuwse verlichting overigens, ook daarvan liggen de fundamenten in ons landje aan de Noordzee, waar een volkje al vroeg doorhad dat men geen strenge koning nodig had om ondergeschikt aan te zijn, maar een land er beter van wordt als men individuele vrijheden heeft en waar (geloof)tolerantie zegeviert. Maar goed, dat is iets voor een andere keer.

Happy fourth of July! - en denk op de 26e ook maar even aan onze 'plakkaat'. 

- jmzwaan 


Bronnen: 
- Verhagen, F. (2017) Geschiedenis van de Verenigde Staten. Amsterdam: Boom 
- Shorto, R. (2015) Geschiedenis van de meest vrijzinnige stad ter wereld. Amsterdam: Ambo/Anthos uitgevers

Media: 
- Welkom in de 80 jarige oorlog (NTR) 



Reacties

Populaire posts van deze blog

#155 Ranking de logo's

Vanochtend hoorde ik onderweg naar werk in het nieuwsbulletin van Radio2 de ophef voorbijkomen over het nieuwe logo van de Gemeente Urk. Kom op jongens, het is toch een kostelijk plaatje?  Omdat de ambtenaren van de NOP weer aan het werk zijn gegaan, was het zoeken naar een plekje. Mijn Toyotaatje (de meeste Toyota's per inwoners!) parkeerde ik naast een busje van de gemeente. Pas toen viel het logo van de NOP mij op. Was ik al wel bekend mee natuurlijk, maar een mens kijkt nu eenmaal anders naar zaken als hij net uit een dorp vol ophef komt puffen. Laten we de logo's van de andere Flevolandse gemeenten eens van dichtbij bekijken. En laten we er meteen een ranglijstje van maken.  Gemeente Almere Slogan: Het kán in Almere! Het logo van de gemeente Almere springt meteen in het oog. Hier is groots uitgepakt. Er wordt ook prettig gespeeld met het perspectief, waardoor je pas na een tijdje kijken een grote A ontwaart. Groots, maar plat. Almere samengevat. Had wel wat meer creativit...

#145 de Trumpweek

Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen afgelopen week maakte nauwelijks indruk. Op mij noch op de mensen om me heen. Zelfs op sociale media is het behoorlijk rustig. In dat malle grote land is Donald Trump herkozen als president.    ‘Trump is weer president he,’ zei een collega terloops.    ‘Tsja, het is allemaal wat,’ antwoorde ik.    En daarmee was de bespreking van de verkiezingsnacht afgehandeld. Terwijl bij iedereen de alarmbellen af zou moeten gaan – Trump is een lont in een akelig gevaarlijk hoopje buskruit – gebeurt dat niet echt. Tenminste, ik heb het niet meegekregen. Misschien omdat mijn sociale-mediaconsumptie ook niet meer is wat het was. De fratsen van die andere halve zool, Elonnetje Musk, zorgt ervoor dat ik steeds minder zin heb om op die grote X te tikken. Na een tijdje merk je dat je er niks aan mist ook. Maar goed, we hadden het over de Amerikaanse verkiezingen. Iemand waar ik af en toe mee samen werk is een aantal jaar terug me...

#144 De mensheid zal nog van mij horen

Mag je een boek bejubelen alvorens je hem uitgelezen hebt? Ga het toch doen. In de podcast Radio Romano, een voortzetting van de Krokante Leesmap, werd het nieuwe boek van Joris van Casteren getipt. Bekend van titels als Lelystad, Het been in de IJssel en Het zusje van de bruid. De titel van dat boek over de man die jarenlang zijn overleden moeder in huis bewaarde heb ik zo snel niet paraat. Lelystad was een toffe leeservaring, kan niet anders zeggen. Zijn manier van schrijven - kort en afstandelijk en juist daardoor ironisch – trok me in een mum van tijd door dat hele boek heen. Van Casteren heeft een oog voor het menselijk tekort, en er is niets mooiers dan het menselijk tekort. Even zonder gekheid, de boeken van Van Casteren zijn niet enkel droog of grappig. Vaak juist een beetje luguber. Zoals Het been in de IJssel, wat gaat over, nou ja, een gevonden menselijk been in de IJssel. Dat boek is een zoektocht naar de eigenaar van dat been, wat hem uiteindelijk helemaal naar Duitsland l...