Doorgaan naar hoofdcontent

Geen bal op de teevee: de jaren 90


Hoe vaak staat de tv nog aan in huiskamers? Eigenlijk moet de vraag zijn: hoe vaak wordt er nog tv gekeken? Steeds vaker wordt er gezegd: ‘Er is toch niks op tv.’ En als het beeldscherm dan aanstaat is het vaak Netflix of andere streamingsdiensten. 

  Toch valt er op de gewone kanalen nog genoeg te zien. Ver hoef je niet te zappen: op één, twee en drie wordt genoeg leuks uitgezonden. De NPO, inderdaad. Die verdraaide linkse NPO.

Vorige week nog, bij de VPRO. Een programma over de jaren 90. Ook meteen de titel van het programma, ‘een programma over de jaren 90’. Eindelijk een geschiedenisprogramma over mijn decennium! Hoewel, ik ben geboren in december 1994, dus eigenlijk heb ik maar de helft van het decennium meegemaakt. Ik was benieuwd: wat zou ik nog herinneren van de tijd waarin mijn eerste levensjaren liggen?

De presentatie ligt in handen van Marijn Frank (bekend van Keuringsdienst van Waarde) en, jawel, Henny Huisman – toch een jaren 90 icoon. De makers zijn het publiek een stap vooruit door Huisman letterlijk een ijskast uit te laten stappen, compleet met mosterdgeel jasje en jaren 90-stropdasje.
Frank interviewt gasten en Huisman praat het aan elkaar. Met een chinees-Indisch restaurant als decor. En alles klopt; het vierkante teeveetje waar Huisman fragmenten op laat zien, de kleding, het decor, de muziek: alles ademt jaren 90. En de muziek, dat was het thema van de eerste aflevering. Eurodance.
  No Limit, Captain Jack, Be My Lover; alle bekende deuntjes van de eurodancemuziek kwamen voorbij. Maar het is meer dan enkel nostalgie. 

Ietwat nerveus zat Marijn Frank tegenover een grote zwarte man in legerkostuum. Captain Jack. Een Afro-Amerikaan. Hoe kwam die in de eurodance terecht? Een goede vraag, waarom waren er zoveel Afro-Amerikaanse en latino gezichten in de eurodance, als het tenslotte eurodance heet?
  Het antwoord is verassend: eind jaren 80 viel de Berlijnse Muur en het ijzeren gordijn, maar de koude oorlog was niet helemaal voorbij. Bang voor een inval van de Russen zaten er halverwege de jaren 90 nog genoeg Amerikaanse soldaten in Duitsland gestationeerd. Wachtend op de Russen, die nooit kwamen. Veel zwarte en latino Amerikanen probeerden aan de armoede te ontsnappen door het leger in te gaan, en kwamen zo in Duitsland terecht. In hun vrije tijd bezochten ze disco’s en nachtclubs, waar ze opvielen door hun dansen. Muziekproducenten, die bang waren dat instrumentale dance alleen niet zou verkopen en wel wat ritmisch stemgeluid konden gebruiken, wisten hun weg te vinden naar de dansende Amerikanen en zo kwamen veel voormalig soldaten in de Eurodance terecht.
  ‘Een opmerkelijke culturele uitwisseling.’ zei Huisman. En inderdaad: de Amerikanen brachten hun hiphop mee naar Europa en namen de Europese dance weer terug. In de Eurodance-muziek komt alles samen.

In het plaatselijke zwembad werd er op vrijdagavond ‘discozwemmen’ gehouden. Ik was een jaar of 12, en hoewel we toen al in de zero’s zaten, werd deze muziek er gedraaid. Ik vond het toen tettermuziek, maar bij het horen van de bekende deuntjes kon ik ze toch allemaal meezingen. Bedankt, Marijn Frank en Henny Huisman. In mijn Spotify playlist staat nu al dagenlang ‘Be My Lover’, ‘Captain Jack’ en ‘Rythm is a dancer’.

En hoewel de Eurodace dus typisch is voor het laatste decennium van de vorige eeuw, wil dat nog niet zeggen dat het daar gebleven is. In Amerika is het genre herontdekt en de artiesten van toen treden nog steeds veel op. Zoals Captain Jack zei: “Nineties is going everywhere.” Ook de mode van toen is weer helemaal terug in het straatbeeld. De jaren 90 maken een heuse revival.

In de komende weken komen de thema’s erotiek, straatleven, analoog, gabber, het lichaam, Bosnië en Chin. Ind. Spec. Rest. aan bod. Genoeg reden om op donderdagavond je teevee af te stemmen naar NPO 3!

Reacties

Populaire posts van deze blog

#155 Ranking de logo's

Vanochtend hoorde ik onderweg naar werk in het nieuwsbulletin van Radio2 de ophef voorbijkomen over het nieuwe logo van de Gemeente Urk. Kom op jongens, het is toch een kostelijk plaatje?  Omdat de ambtenaren van de NOP weer aan het werk zijn gegaan, was het zoeken naar een plekje. Mijn Toyotaatje (de meeste Toyota's per inwoners!) parkeerde ik naast een busje van de gemeente. Pas toen viel het logo van de NOP mij op. Was ik al wel bekend mee natuurlijk, maar een mens kijkt nu eenmaal anders naar zaken als hij net uit een dorp vol ophef komt puffen. Laten we de logo's van de andere Flevolandse gemeenten eens van dichtbij bekijken. En laten we er meteen een ranglijstje van maken.  Gemeente Almere Slogan: Het kán in Almere! Het logo van de gemeente Almere springt meteen in het oog. Hier is groots uitgepakt. Er wordt ook prettig gespeeld met het perspectief, waardoor je pas na een tijdje kijken een grote A ontwaart. Groots, maar plat. Almere samengevat. Had wel wat meer creativit...

#145 de Trumpweek

Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen afgelopen week maakte nauwelijks indruk. Op mij noch op de mensen om me heen. Zelfs op sociale media is het behoorlijk rustig. In dat malle grote land is Donald Trump herkozen als president.    ‘Trump is weer president he,’ zei een collega terloops.    ‘Tsja, het is allemaal wat,’ antwoorde ik.    En daarmee was de bespreking van de verkiezingsnacht afgehandeld. Terwijl bij iedereen de alarmbellen af zou moeten gaan – Trump is een lont in een akelig gevaarlijk hoopje buskruit – gebeurt dat niet echt. Tenminste, ik heb het niet meegekregen. Misschien omdat mijn sociale-mediaconsumptie ook niet meer is wat het was. De fratsen van die andere halve zool, Elonnetje Musk, zorgt ervoor dat ik steeds minder zin heb om op die grote X te tikken. Na een tijdje merk je dat je er niks aan mist ook. Maar goed, we hadden het over de Amerikaanse verkiezingen. Iemand waar ik af en toe mee samen werk is een aantal jaar terug me...

#144 De mensheid zal nog van mij horen

Mag je een boek bejubelen alvorens je hem uitgelezen hebt? Ga het toch doen. In de podcast Radio Romano, een voortzetting van de Krokante Leesmap, werd het nieuwe boek van Joris van Casteren getipt. Bekend van titels als Lelystad, Het been in de IJssel en Het zusje van de bruid. De titel van dat boek over de man die jarenlang zijn overleden moeder in huis bewaarde heb ik zo snel niet paraat. Lelystad was een toffe leeservaring, kan niet anders zeggen. Zijn manier van schrijven - kort en afstandelijk en juist daardoor ironisch – trok me in een mum van tijd door dat hele boek heen. Van Casteren heeft een oog voor het menselijk tekort, en er is niets mooiers dan het menselijk tekort. Even zonder gekheid, de boeken van Van Casteren zijn niet enkel droog of grappig. Vaak juist een beetje luguber. Zoals Het been in de IJssel, wat gaat over, nou ja, een gevonden menselijk been in de IJssel. Dat boek is een zoektocht naar de eigenaar van dat been, wat hem uiteindelijk helemaal naar Duitsland l...