Doorgaan naar hoofdcontent

Museumhuis Polman: welke is uw Godsdienst?

Onlangs bracht ik een bezoekje aan het Museumhuis Polman te Nagele. Een woning van Stichting Hendrick de Keyser, helemaal teruggebracht naar de originele staat en naast dat het voor velen een flinke dosis nostalgie bevat, draagt de woning ook zeker een bijzonder stukje geschiedenis met zich mee.  

Welke is uw Godsdienst?
In museumhuis Polman te Nagele deed ik een test, werd ik gewogen en tenslotte te licht bevonden.

Blijkbaar beschikte ik over te weinig eigenschappen en voorwaarden die me konden maken tot een polderpionier.

Ik ben niet tussen de 30 en de 50 jaar oud. Ik ben gehuwd noch verloofd. Ik heb geen kinderen en ben ook niet van plan die te krijgen in het komende jaar. Ik ben wel schuldenvrij (gelukkig). Ik neem niet actief deel aan het verenigingsleven. Of mijn reputatie gunstig is vind ik zelf moeilijk te bepalen, maar gelukkig is mijn gezondheidstoestand in orde.

Was mijn antwoord op alle bovenstaande vragen ‘ja’ geweest, dan had ik mezelf kunnen feliciteren met een woning in het nieuwe land - in dit geval Nagele.

Maar dan zijn we er nog niet. Nu komt de volgende vragenlijst.

-        Godsdienst (bij Ned. Herv. Aangeven vrijzinnig of orthodox).
Hervormd gedoopt, maar al jaren Gereformeerd.

-        Kerkbezoek
Alleen op zon,- en feestdagen (haha)

-        Streven naar geestelijke ontwikkeling
middelmatig
Minder dan middelmatig
Meer dan middelmatig

-        Bedrevenheid in koken
Is wel in orde, volgens mij

-        Verzorging der kleeding
Dikke prima

-        Nogmaals: Welke is uw Godsdienst?
(Bij Ned. Herv. Opgeven: orthodox of vrijzinnig; bij Gereformeerd: synodaal of art. 31 K.O.) 
Gereformeerd. Ik gok Synodaal, maar zeker weten doe ik het niet.

Eén ding is duidelijk: als ik mezelf in de jaren ’50 had voorgenomen een polderpionier te worden, dan had ik kunnen fluiten naar een huisje in het nieuwe land.

Karwijhof
Annie en Bernard Polman hadden wel geluk. Zij kwamen door de selectie heen en betrokken in de late jaren ’50 een woning aan de Karwijhof nummer 20. En die woning is teruggebracht naar de originele staat. Het is alsof je hun tijd en wereld binnenstapt.

-      


Een nieuw begin, zo moet het gevoeld hebben voor het echtpaar. Het is moeilijk voor te stellen wanneer je nu door de Polder rijdt, maar ooit was het zeebodem en alles, maar dan ook alles, moest ontworpen worden, aangelegd worden, geplant worden, enzovoort. In de beginjaren moet het af en toe flink afzien zijn geweest. Kan niet anders. Stapte je naar buiten, dan trof je alleen de kale vlaktes zo ver het oog reikte en een harde wind die vrij spel had. Er zijn verhalen bekend over huisvrouwen die niet wisten wat ze met zichzelf aan moesten. Gek werden van het grote niets. Een vrouw die met haar gezin na de watersnood uit Zeeland waren getrokken reisde eens in de zoveel tijd terug naar haar geboortegrond, gewoon om even onder de mensen te zijn.

De ontwerpers van de polder moeten daar rekening mee hebben gehouden. De meeste polderdorpen hebben dan ook een ontwerp gekregen zoals men gewend was op het oude land. Een dorpje langs een kruispunt van twee hoofdwegen, een kern met een kerk en winkels en woningen in de stijl zoals ze dat gewend waren. Nagele is anders. In de oppervlakte van het huidige dorp zagen de ontwerpers en architecten ruimte om iets totaal nieuws te ontwerpen. Iets wat nog nooit eerder was vertoond in Nederland, zo niet de wereld.

De eerste woningen hadden grote ramen en dus veel licht. Zo kon je makkelijk naar buiten kijken, maar óók naar binnen. Keurige polderpioniers hadden immers niks te verbergen?
   Een lange gang? Weg ermee! Alleen maar overbodige ruimte. Iedere ruimte in het huis moest een functie hebben. Dus vanuit de voordeur kon je meteen door naar de schuur, de trap op of de woonkamer binnenstappen.

-        


De keuken was bedoeld voor de meest primaire functie die een keuken heeft: koken. Eten deed men in de kamer, die met een glazen wand gescheiden was van het kookgedeelte. En dan had je nog een aparte ruimte met een lavet. Een halve badkuip waar je jezelf af kon sproeien.

Op de eerste verdieping hetzelfde verhaal: geen lange gangen, de ruimte zo optimaal gebruiken als mogelijk is.

De voortuin was gemeenschappelijk. De achtertuin, voor die tijd best groot, voor privé doeleinden, hoewel er graag gezien werd dat daar fruit of groente geteeld zou worden. Wonen deed je thuis, recreëren deed je op het gemeenschappelijke veld midden in het dorp.

Met de vragenlijst in het achterhoofd en het idee van de architecten voor de woning kun je niet anders denken aan de maakbare samenleving. Een idee dat ontstond in de 19e eeuw. Hoe idyllisch alles ook bedacht werd, overal werden de bewoners gestuurd in hun gedrag.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de schuur gebruikt werd als inloop, gewoonweg omdat dat praktischer was, er een eettafel in de keuken werd neergezet en de gloednieuwe woningen ingericht werden met ouderwetse meubels zoals nieuwkomers dat gewend waren van hun voormalig thuis.

Ontwerpers 
Architectgroep ´de 8´en ´de opbouw´, met toparchitecten als Cornelis van Eesteren en Gerrit Rietveld, mochten helemaal losgaan op de kale kavel in de nieuwe polder. ´De opbouw´, die ook verantwoordelijk was voor de wederopbouw in Rotterdam, testte hier nieuwe principes die we nu heel normaal vinden, maar in die tijd als vooruitstrevend werd gevonden. Zo moest het winkelgebied bijvoorbeeld gescheiden komen te staan van het woongedeelte. Het kleine winkelstraatje in Nagele was alleen toegankelijk voor voetgangers. Later zou ook ´de Lijnbaan´ in Rotterdam afgesloten worden voor autoverkeer, het eerste winkelgebied ter wereld die alleen toegankelijk was voor voetgangers. Nu is dat vrijwel in elke Europese stad het geval. 

Een naam die zeker niet mag ontbreken, en niet minder opvallend is dan eerder genoemde architecten: Lotte Stam-Beese. Inderdaad: een vrouw. 
   De Duitse van geboorte zocht na de oorlog heil in de Sovjet-Unie, waar ze tal van woonwijken ontworpen heeft. Maar zoals zoveel 'buitenstaanders' in die tijd, werd ze gedwongen het Moederland te verlaten en belande ze in Amsterdam. Daar maakte ze furore met haar ontwerpen voor woonwijken in Rotterdam en de omgeving, en dus ook Nagele. 

Wat ik mij afvraag: hoeveel van die communistische ideeën heeft ze meegenomen naar de polder? Van de vrijwilliger mocht ik het niet zeggen, maar als alles wat ontworpen is de bedoeling heeft om je gedrag te sturen naar dat van een fiere polderpionier, de selectieprocedure zo is ingericht dat je alleen het beste van het beste binnenhaalt en bovendien boven alles de term 'gemeenschapszin' zweeft, dan schuurt dat best aardig tegen de communistische idealen. 
   De vraag die daarop volgt is: wat is daar verkeerd aan? 

Kuddedieren
Iedereen had dezelfde woning. Iedereen had hetzelfde platte dak. Iedereen woonde in een hofje. Iedereen had dezelfde voortuin. Iedereen nam deel aan het verenigingsleven.

Je kunt het nog zo mooi ontwerpen, maar menselijk gedrag valt niet altijd te sturen. Enerzijds zijn we kuddedieren, anderzijds hebben we altijd de behoefte om ons te onderscheiden van de rest. Dat kan zitten in hele kleine dingen. Stel je wilde een puntdak, of een aanbouw. Helaas. Dat zou tegen het ontwerp zijn. 

De vrijwilligster die ons rondleidde door het museumhuis vertelde over stichting Hendrick de Keyser, die de gehele Karwijhof heeft opgekocht opdat de originele woningen en hun ontwerp niet verloren gaat. Ze keek om, haast schichtig, en zei: ‘kijk nou eens naar die woningen hier achter, dat staat maar te verkrotten en te beschimmelen’.
   Tsja, dacht ik, zo gaat dat meestal. Hoe goedbedoeld en vooruitstrevend de bouwplannen van Nagele indertijd ook waren, het polderparadijs bleek uiteindelijk toch een utopie.

Hoewel, de eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik nog wel eens jaloers kan zijn op de polderdorpen, die ieder jaar een dorpsfeest hebben. Laatst vierde het dorp Espel een jubileumfeest en het hele dorp was versierd in het thema 'Amerika'. Iedere straat deed mee. Overal zag je zelf geknutselde saloons, raketten, cactussen, cowboys, noem maar op. Van die zogenoemde gemeenschapszin is dus nog zeker sprake, iets dat de architecten van toen tevreden in hun handen zou doen laten wrijven. 

De familie Polman, die volgens de overleveringen bekend stonden als ‘echte feestvierders’, verlieten na twee jaar het polderdorp en trokken terug naar het oude land. Ik kan me daar wat bij voorstellen.      

Anderen bleven, bouwden voort en zijn trots op hun bijzondere polderdorp. Ook daar kan ik me wat bij voorstellen.

Jaren 50 in één foto
gemak dient de mens

De sfeer zit er vast in


Reacties

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

#155 Ranking de logo's

Vanochtend hoorde ik onderweg naar werk in het nieuwsbulletin van Radio2 de ophef voorbijkomen over het nieuwe logo van de Gemeente Urk. Kom op jongens, het is toch een kostelijk plaatje?  Omdat de ambtenaren van de NOP weer aan het werk zijn gegaan, was het zoeken naar een plekje. Mijn Toyotaatje (de meeste Toyota's per inwoners!) parkeerde ik naast een busje van de gemeente. Pas toen viel het logo van de NOP mij op. Was ik al wel bekend mee natuurlijk, maar een mens kijkt nu eenmaal anders naar zaken als hij net uit een dorp vol ophef komt puffen. Laten we de logo's van de andere Flevolandse gemeenten eens van dichtbij bekijken. En laten we er meteen een ranglijstje van maken.  Gemeente Almere Slogan: Het kán in Almere! Het logo van de gemeente Almere springt meteen in het oog. Hier is groots uitgepakt. Er wordt ook prettig gespeeld met het perspectief, waardoor je pas na een tijdje kijken een grote A ontwaart. Groots, maar plat. Almere samengevat. Had wel wat meer creativit...

#145 de Trumpweek

Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen afgelopen week maakte nauwelijks indruk. Op mij noch op de mensen om me heen. Zelfs op sociale media is het behoorlijk rustig. In dat malle grote land is Donald Trump herkozen als president.    ‘Trump is weer president he,’ zei een collega terloops.    ‘Tsja, het is allemaal wat,’ antwoorde ik.    En daarmee was de bespreking van de verkiezingsnacht afgehandeld. Terwijl bij iedereen de alarmbellen af zou moeten gaan – Trump is een lont in een akelig gevaarlijk hoopje buskruit – gebeurt dat niet echt. Tenminste, ik heb het niet meegekregen. Misschien omdat mijn sociale-mediaconsumptie ook niet meer is wat het was. De fratsen van die andere halve zool, Elonnetje Musk, zorgt ervoor dat ik steeds minder zin heb om op die grote X te tikken. Na een tijdje merk je dat je er niks aan mist ook. Maar goed, we hadden het over de Amerikaanse verkiezingen. Iemand waar ik af en toe mee samen werk is een aantal jaar terug me...

#144 De mensheid zal nog van mij horen

Mag je een boek bejubelen alvorens je hem uitgelezen hebt? Ga het toch doen. In de podcast Radio Romano, een voortzetting van de Krokante Leesmap, werd het nieuwe boek van Joris van Casteren getipt. Bekend van titels als Lelystad, Het been in de IJssel en Het zusje van de bruid. De titel van dat boek over de man die jarenlang zijn overleden moeder in huis bewaarde heb ik zo snel niet paraat. Lelystad was een toffe leeservaring, kan niet anders zeggen. Zijn manier van schrijven - kort en afstandelijk en juist daardoor ironisch – trok me in een mum van tijd door dat hele boek heen. Van Casteren heeft een oog voor het menselijk tekort, en er is niets mooiers dan het menselijk tekort. Even zonder gekheid, de boeken van Van Casteren zijn niet enkel droog of grappig. Vaak juist een beetje luguber. Zoals Het been in de IJssel, wat gaat over, nou ja, een gevonden menselijk been in de IJssel. Dat boek is een zoektocht naar de eigenaar van dat been, wat hem uiteindelijk helemaal naar Duitsland l...