Doorgaan naar hoofdcontent

Broeierig

Het is broeierig. Ik probeer ´s ochtends zoveel mogelijk te profiteren van de koele ochtendlucht. Met resultaat. Nadat mijn balkondeur een half uurtje heeft opengestaan is de tempratuur volgens mijn thermometer met zo´n anderhalve graad gezakt. Je merkt dat het al bijna eind augustus is. De avond valt wat vroeger in, de nachten zijn aangenamer en buiten is er niet meer echt sprake van hitte. Binnen wel. De warmte is naar binnen gekropen en zal er de komende tijd nog wel blijven. Broeierig dus.

De hittegolf is weggewaaid, maar bij iedereen broeit het nog. Het is tekenend voor de stemming in het land. Het is een beetje alsof je op een mooie zomerdag op de dijk staat en de lucht plots zwaarder wordt, de vogels hun gezang staken en je boven het water een gitzwarte lucht ziet aan komen drijven. In de verte zie je de eerste bliksemschichten om zich heen schieten en je kunt twee dingen doen: hopen dat de bui aan je voorbijdrijft of maken dat je wegkomt.

Een onweersstorm ontstaat niet zomaar. Daarvoor moet het, inderdaad, eerst eens flink broeien. En het broeit al een tijdje in Nederland. De stikstofcrisis bijvoorbeeld. De overheid heeft dat in al haar klunzigheid aangepakt. Terecht zijn er mensen boos, verontwaardigd of vrezen ze voor hun toekomst en voortbestaan. De banken en supermarkten, die toch nauw betrokken zouden moeten zijn in deze kwestie, branden hun vingers er liever niet aan. Terwijl het diezelfde banken zijn die boeren de afgelopen jaren vooral hebben gestimuleerd om uit te breiden. Zo kregen een aantal veehouders niet alleen meer koeien, maar hadden de banken er zelf ook weer een financiële melkkoe bij. Is er iemand die partijen uitnodigt om aan tafel te gaan, weigert een flink deel van de uitgenodigden dat. Als er iets is dat de democratie in Nederland typeert, dan is het de vergadertafel wel, waar iedereen die aanschuift een stukje krijgt maar daarvoor ook een stukje inlevert en pas van tafel gaat wanneer iedereen tevreden is. Maar dat zal, vrees ik, nog een poosje duren.
   Hier en daar sloeg de broeierigheid al om in onweer. Snelwegen werden geblokkeerd, van viaducten werden puin en afval, waaronder asbest(!) gedumpt met levensgevaarlijke risico’s voor automobilisten van dien. Een gedeelte van de protestbeweging is inmiddels al zover dat ze zich niet meer af laten koelen. Overal om me heen proef ik nog het chagrijn van de coronacrisis. En het is begrijpelijk: na twee ellendige jaren begon het eindelijk weer wat op te klaren en kijk eens wat er sindsdien allemaal op ons af komt. Dat chagrijn is nooit verdwenen. Een buurman heeft de coronaprotestvlag aan zijn balkon al een tijdje terug vervangen door een omgekeerde Nederlandse vlag.  

Dan de visserijsector. Die dreigt gesaneerd te worden en de vissers, die al jaren te maken hebben met tegenslagen, dreigen hun bestaanszekerheid te verliezen. Vorig jaar werd bekend dat de pulsvisserij dan toch definitief verboden blijft. Dat terwijl er wetenschappelijk onderzoek mee gemoeid is en de resultaten daarvan laten zien dat het juist beter is voor brandstofbesparing, de bodemroering, de vispopulatie en zo al niet meer. Maar nee, omdat de fransen, die toch al jaloers en wantrouwig zijn tegenover alles wat zich ten noorden van hun afspeelt, een grotere stem in het Europees parlement hebben, werden de voorstellen weer van tafel geveegd. Een mooie stap richting de toekomst zou je denken; een duurzamere manier van vissen. Nee hoor, weg ermee. Resultaat: EU-chagrijn. Dat broeit dus ook al een tijdje.

Op Twitter lees ik regelmatig over ‘klimaatgekte’, een woord dat vooral gebezigd wordt door mensen met een tractor-emoticon in hun biografie. Terwijl de klimaatsverandering overal om ons heen zichtbaar is. We hebben één van de droogste zomers ooit. De Rijn is naar een dieptepunt gezakt, nog nooit eerder stond het zo laag. Ecologen en logistieke planners beginnen zich flink achter hun oren te krabben. We zijn hier niet op voorbereid. Als het gaat regenen, zal dat steeds korter en heviger zijn. De overstromingen in het zuiden vorig jaar zijn we al haast vergeten, terwijl dit iets is wat we vaker zullen gaan zien. Hoe bereiden we ons daar eigenlijk op voor?

In Ter Apel is het ondertussen onmogelijk om voor iedereen een humane opvang te bieden. Bedden zijn er te weinig. Slaapzakken zijn er onvoldoende. 300 mensen moeten opnieuw buiten slapen. Over het hek wordt eten gegooid. Spanningen lopen op, vechtpartijen breken uit. Voor het Rode Kruis, die de mensen voorzag van EHBO en water, werd het té broeierig. Ze vertrokken.
   Het kabinet kocht in een wanhoopspoging een hotel in Tubbergen, buiten de gemeente om. Begrijpelijkerwijs was dat tegen het zere been van de inwoners. Sommigen daarvan staan al dagen te demonstreren. Er komen borden voorbij met teksten als: ‘Hou Tubbergen schoon’, en: ‘met 300 azc’ers van kleur binnenkort in Albergen verkrachting, beroving en terreur!’. De borden werden door omstanders weggehaald, dit was volgens hun niet de boodschap die ze wilden brengen. Het gaat vooral over de manier van handelen door de overheid.

Langzaam maar zeker krijg ik het gevoel dat de overheid het zelf ook allemaal niet meer weet.

Het kabinet vierde vakantie. Gisteren kwamen ze eerder terug uit hun reces vanwege een uitspraak van Hoekstra, die zei dat 2030 ‘niet heilig was’ om de stikstofdoelen te halen. Het lijkt misschien een goedmoedige poging om de gemoederen wat tot bedaren te brengen, eigenlijk is het alleen maar een bevestiging van de chaotische stemming binnen de Tweede Kamer.
   De uitspraak werd dan ook even opzijgeschoven. Het kabinet wil zich nu gaan richten op andere problemen die aandacht vragen. Zoals de inflatie, energierekeningen die met 400 euro per maand gaan stijgen, de koopkracht die ongekend zal afnemen. Eén op de zes Nederlanders dreigt onder de armoedegrens te zakken.

Om de cirkel van deze blog maar rond te maken: ik heb, inderdaad, het gevoel op de dijk te staan. Onder mijn voeten het werk van onze voorouders, de stevige dijk die ons beschermd en al die tijd bestaanszekerheid heeft geboden. Achter me liggen bossen en polderland, maar het werk is stil komen te vallen en het levendige geluid dat vanuit het bos naar je toewaait hoor ik al een tijdje niet meer. Het water is blak. In de verte komen donkere onweerswolken. Het belooft weinig goeds. Het is al te laat om zonder natte kleren thuis te komen. Ik kan alleen maar hopen dat het overwaait.

En trouwens, in het oosten van Europa onweert het al. Met het onvoorspelbare Rusland kun je je af vragen of vroeg of laat dat onweer ook over de rest van Europa zal trekken. Dat EU-chagrijn zal, noodgedwongen, plaats moeten maken voor een betere Europese samenwerking. Het is onze enige kans om zo goed als mogelijk deze dreigende storm te doorstaan. 

Ik ben niet zo van op de man spelen, en aan kreten als 'weg met Rutte' en dergelijke heb ik altijd weinig gehoor gegeven, maar ik betrap mezelf steeds meer op een gevoel van chagrijn en scepsis. Deze tijd vraagt om een premier die alle zeilen bijstelt, beleid voert, mensen aanstuurt, kortom: een premier die leiderschap toont. Een premier die de onweersstorm ziet aankomen. Een premier die niet langer meer komt aanfietsen alsof het een zonnige lentedag is. 

De buren hebben inmiddels hun balkondeuren opengegooid. Bij een buurman hoor ik rockmuziek. Even later is het de beurt aan de benedenbuurvrouw. Onder mijn balkon klinken de klanken van Wat De Toekomst Brenge Moge. 

Reacties

Populaire posts van deze blog

#155 Ranking de logo's

Vanochtend hoorde ik onderweg naar werk in het nieuwsbulletin van Radio2 de ophef voorbijkomen over het nieuwe logo van de Gemeente Urk. Kom op jongens, het is toch een kostelijk plaatje?  Omdat de ambtenaren van de NOP weer aan het werk zijn gegaan, was het zoeken naar een plekje. Mijn Toyotaatje (de meeste Toyota's per inwoners!) parkeerde ik naast een busje van de gemeente. Pas toen viel het logo van de NOP mij op. Was ik al wel bekend mee natuurlijk, maar een mens kijkt nu eenmaal anders naar zaken als hij net uit een dorp vol ophef komt puffen. Laten we de logo's van de andere Flevolandse gemeenten eens van dichtbij bekijken. En laten we er meteen een ranglijstje van maken.  Gemeente Almere Slogan: Het kán in Almere! Het logo van de gemeente Almere springt meteen in het oog. Hier is groots uitgepakt. Er wordt ook prettig gespeeld met het perspectief, waardoor je pas na een tijdje kijken een grote A ontwaart. Groots, maar plat. Almere samengevat. Had wel wat meer creativit...

#145 de Trumpweek

Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen afgelopen week maakte nauwelijks indruk. Op mij noch op de mensen om me heen. Zelfs op sociale media is het behoorlijk rustig. In dat malle grote land is Donald Trump herkozen als president.    ‘Trump is weer president he,’ zei een collega terloops.    ‘Tsja, het is allemaal wat,’ antwoorde ik.    En daarmee was de bespreking van de verkiezingsnacht afgehandeld. Terwijl bij iedereen de alarmbellen af zou moeten gaan – Trump is een lont in een akelig gevaarlijk hoopje buskruit – gebeurt dat niet echt. Tenminste, ik heb het niet meegekregen. Misschien omdat mijn sociale-mediaconsumptie ook niet meer is wat het was. De fratsen van die andere halve zool, Elonnetje Musk, zorgt ervoor dat ik steeds minder zin heb om op die grote X te tikken. Na een tijdje merk je dat je er niks aan mist ook. Maar goed, we hadden het over de Amerikaanse verkiezingen. Iemand waar ik af en toe mee samen werk is een aantal jaar terug me...

#144 De mensheid zal nog van mij horen

Mag je een boek bejubelen alvorens je hem uitgelezen hebt? Ga het toch doen. In de podcast Radio Romano, een voortzetting van de Krokante Leesmap, werd het nieuwe boek van Joris van Casteren getipt. Bekend van titels als Lelystad, Het been in de IJssel en Het zusje van de bruid. De titel van dat boek over de man die jarenlang zijn overleden moeder in huis bewaarde heb ik zo snel niet paraat. Lelystad was een toffe leeservaring, kan niet anders zeggen. Zijn manier van schrijven - kort en afstandelijk en juist daardoor ironisch – trok me in een mum van tijd door dat hele boek heen. Van Casteren heeft een oog voor het menselijk tekort, en er is niets mooiers dan het menselijk tekort. Even zonder gekheid, de boeken van Van Casteren zijn niet enkel droog of grappig. Vaak juist een beetje luguber. Zoals Het been in de IJssel, wat gaat over, nou ja, een gevonden menselijk been in de IJssel. Dat boek is een zoektocht naar de eigenaar van dat been, wat hem uiteindelijk helemaal naar Duitsland l...