Doorgaan naar hoofdcontent

Weekje Puglia: dag II

Alberobello en Monopoli 

In aanloop van de vakantie vroeg een kennis waar de reis naar toe ging. Puglia, zeiden we. Haar reactie: ‘Oh Puglia, daar zijn we ook geweest. Ik vond het er vre-se-lijk! Overal afval langs de weg, alles vervallen. We dachten: waar zijn wij beland?’

Zuid-Italië is inderdaad een geval apart. Als je vanaf het noorden door de laars zakt merk je plotseling dat je in het zuiden bent als je afval langs de weg ziet liggen, half afgebouwde of op instorten staande gebouwen ziet, het landschap kurkdroog is en het gevoel hebt door een derde wereldland te rijden. Maar: je weet ook dat je in het Zuiden bent als je door pittoreske vissersplaatsjes loopt, overal de zee ruikt en hoort, pleinen met visrestaurantjes treft en te maken krijgt met de opgewekte hartelijkheid van mensen. Dat kan in het noorden nog wel eens anders zijn. 

Bij de parkeerplaats van Alberobello doemt flashbacks van Pompeï op. Op het heetste moment van de dag zoeken we een parkeerplek, in een stoet lopen we naar het Unescodorpje en als snel wordt de wandeling een parcours waarbij we zoveel mogelijk selfiesticks en instagrammeisjes moeten zien te  ontwijken. 

Massatoerisme is een vreemd fenomeen. Aan de ene kant erger je je aan al die toeristen met zonnebrillen, rugtassen en camera’s – het humeur daalt dan tot een nulpunt – en tegelijkertijd loop je er zelf met, inderdaad, een zonnebril, rugtas en camera. 

Alberobello is nu net zo’n massatoerismepareltje. In dit dorpje tref je een stel trullo bij elkaar, een soort van kleine kabouterwoningen, met wit pleisterwerk en daken van gestapelde stenen. Het zijn oude arbeiderswoningen en een klassiek voorbeeld van belastingontduiking. In Italië werd vroeger belasting geëist op woningen met cementwerk, en omdat de stenen van de daken zo ingenieus in elkaar zijn gestapeld, kwam er geen klodder cement aan te pas. Een beetje als de grachtenpanden in Amsterdam. Daar werd belasting bepaald aan de oppervlakte van de huizen, en dus zijn de grachtenpanden smal en hoog gebouwd. En tenslotte is de hele grachtengordel op de Unescolijst gegooid. 

We wandelen door de straatjes, klimmen trappen op, glijden uit over het gladde speksteen en worstelen ons een weg tussen toeristen en selfiesticks. En zoals het vaker gaat bij ons: irritatie zakt weg naar meligheid. Al snel nemen we ons voor om de perfecte plaatjes van instagrammeisjes te verpesten door voor de camera te gaan staan, of met het model in kwestie te gaan poseren. Het wordt ons niet in dank afgenomen. ‘We are taking a picture!’ blaft zo’n instagrammeid. 

We kopen nog een souvenirtje in een trulli en zoeken de auto maar weer op. Een uurtje later rijden we door olijfboomgaarden, zien we achter de heuvels de Adriatische zee opdoemen, maakt het toch al niet al te beste asfalt plek voor een onverharde weg en hobbelen we naar ons appartement toe. Dan zijn we ineens op een geheel andere plek. Hier aan het zwembad waar ik dit aan het tikken ben, liggen mijn voeten aan groene heuvels, hoor ik naast me het water kletteren en als ik opsta zie ik beneden Monopli liggen aan een helderblauwe zee. Hier overnachten we de komende drie dagen. 

In de avond rijden we naar Monopoli, een pittoresk havenstadje waar we struinen tussen de locals over de spekstenen straten en boulevards, op een terrasje mensen bekijken met een mojito in de hand en op zoek zijn naar een prettig restaurantje. Dan lopen we een kerkje voorbij die opvalt door zijn soberheid. En luguberheid. Aan beide zijden van de deur zijn schedels uitgehakt. En werktuigen en mijters. We staan voor de Santa Maria del Suffragio, zoals het gebedshuis officieel heet. Maar de Monopolianen hebben het zelf over de Chiesa del Purgatorio. De kerk van het vagevuur. Hoewel de Rooms-Katholieke kerk de leer van het vagevuur stilletjes heeft laten vallen - zelfs de huidige paus gelooft er niet meer in - is dit kerkje helemaal in het thema ingericht. Het hoogtepunt: zes gemummificeerde lichamen die in een vitrine worden tentoongesteld. Ze dragen zwarte met rode gewaden, waarop de vlammen van het vagevuur worden afgebeeld. In deze kerk geen plek voor bisschoppen en heiligen: de mummies zijn lichamen van doodgewone burgers. Dat is meteen de boodschap van het macabere versierwerk op de gevel: of je nu arm of rijk bent, na de dood is iedereen gelijk. Daarmee is dit Roomse kerkje calvinistischer dan het zelf beseft. 

De avond is aangenaam. Na een caprese en wat hapjes op een terras wandelen we nog wat door het stadje en zoeken we de huurauto weer op. 

Tot zover bevalt Puglia ons prima. 











Reacties

Populaire posts van deze blog

#155 Ranking de logo's

Vanochtend hoorde ik onderweg naar werk in het nieuwsbulletin van Radio2 de ophef voorbijkomen over het nieuwe logo van de Gemeente Urk. Kom op jongens, het is toch een kostelijk plaatje?  Omdat de ambtenaren van de NOP weer aan het werk zijn gegaan, was het zoeken naar een plekje. Mijn Toyotaatje (de meeste Toyota's per inwoners!) parkeerde ik naast een busje van de gemeente. Pas toen viel het logo van de NOP mij op. Was ik al wel bekend mee natuurlijk, maar een mens kijkt nu eenmaal anders naar zaken als hij net uit een dorp vol ophef komt puffen. Laten we de logo's van de andere Flevolandse gemeenten eens van dichtbij bekijken. En laten we er meteen een ranglijstje van maken.  Gemeente Almere Slogan: Het kán in Almere! Het logo van de gemeente Almere springt meteen in het oog. Hier is groots uitgepakt. Er wordt ook prettig gespeeld met het perspectief, waardoor je pas na een tijdje kijken een grote A ontwaart. Groots, maar plat. Almere samengevat. Had wel wat meer creativit...

#145 de Trumpweek

Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen afgelopen week maakte nauwelijks indruk. Op mij noch op de mensen om me heen. Zelfs op sociale media is het behoorlijk rustig. In dat malle grote land is Donald Trump herkozen als president.    ‘Trump is weer president he,’ zei een collega terloops.    ‘Tsja, het is allemaal wat,’ antwoorde ik.    En daarmee was de bespreking van de verkiezingsnacht afgehandeld. Terwijl bij iedereen de alarmbellen af zou moeten gaan – Trump is een lont in een akelig gevaarlijk hoopje buskruit – gebeurt dat niet echt. Tenminste, ik heb het niet meegekregen. Misschien omdat mijn sociale-mediaconsumptie ook niet meer is wat het was. De fratsen van die andere halve zool, Elonnetje Musk, zorgt ervoor dat ik steeds minder zin heb om op die grote X te tikken. Na een tijdje merk je dat je er niks aan mist ook. Maar goed, we hadden het over de Amerikaanse verkiezingen. Iemand waar ik af en toe mee samen werk is een aantal jaar terug me...

#144 De mensheid zal nog van mij horen

Mag je een boek bejubelen alvorens je hem uitgelezen hebt? Ga het toch doen. In de podcast Radio Romano, een voortzetting van de Krokante Leesmap, werd het nieuwe boek van Joris van Casteren getipt. Bekend van titels als Lelystad, Het been in de IJssel en Het zusje van de bruid. De titel van dat boek over de man die jarenlang zijn overleden moeder in huis bewaarde heb ik zo snel niet paraat. Lelystad was een toffe leeservaring, kan niet anders zeggen. Zijn manier van schrijven - kort en afstandelijk en juist daardoor ironisch – trok me in een mum van tijd door dat hele boek heen. Van Casteren heeft een oog voor het menselijk tekort, en er is niets mooiers dan het menselijk tekort. Even zonder gekheid, de boeken van Van Casteren zijn niet enkel droog of grappig. Vaak juist een beetje luguber. Zoals Het been in de IJssel, wat gaat over, nou ja, een gevonden menselijk been in de IJssel. Dat boek is een zoektocht naar de eigenaar van dat been, wat hem uiteindelijk helemaal naar Duitsland l...