Doorgaan naar hoofdcontent

#39 tijdreizen met pickwick

Ken je die vragen op de labels van Pickwickthee?

Van die vragen die je onverwacht kunnen confronteren wanneer je met de slaap in je ogen thee inschenkt?

Eén zo’n vraag die ik onlangs las toen ik thee inschonk was: waar zou je naar toe gaan als je kon tijdreizen?

Een volstrekt nutteloze en misschien zelfs kinderachtige vraag. Maar sluit eens je ogen en ga er gewoon in mee. Best een grappig gedachte-experiment, als je het mij vraagt.

Want, kwam ik achter, ik kan helemaal niet kiezen! Ik zou zoveel plekken in verschillende tijden met eigen ogen willen zien. Waarschijnlijk zou ik een hele dag nodig hebben.

Te beginnen bij Forum Romanum, tijdens de hoogtijdagen van de stad. Gewoon even een kuiertje doen. Om een hoekje kijken bij de Vestaalse Maagden. Gezellig.
   Daarna door naar Ierland. Slangen verjagen met Sint Patrick. Een deuntje zingen in een Iers-Keltisch klooster en dan samen met Bonifatius naar Friesland. Lekker hakken.
   Ik zou prins Maurits dolgraag een klap in zijn smoel willen geven voor het laten ombrengen van Johan van Oldenbarnevelt. De hufter.
   Ik zou Cornelis Lely foto’s laten zien van Almere en Lelystad. Van zijn standbeeld op die enorme sokkel en dan vragen: ‘is dit nou de bedoeling, Cornelis?’

Natuurlijk zou mijn eerste keus toch wel het eiland Urk zou zijn. Zo begin jaren 20. De tijd dat Ernst Leyden er een ateliertje bestierde. Ik zou graag een wandelingetje rond het eiland doen en zeehondjes spotten op de Staart. Ik ben vooral benieuwd naar hoe het Oude Dorp eruitzag, of het echt zo’n Zuiderzeemuseumachtig samenraapsel van huisjes was, of zou ik alles gewoon nog kunnen herkennen? En zou ik in mijn dialect een praatje kunnen houden met een Urker van 100 jaar geleden? Hoe heeft die taal zich ontwikkeld in de afgelopen eeuw? Daar ben ik razend benieuwd naar.

Maar als ik één gebeurtenis zou mogen uitkiezen waar ik bij mocht zijn, dan is dat toch wel het wederdopersoproer in Amsterdam. Of liever de aanloop ervan, want het oproer zelf was maar bloederig, hoor.

Even in het kort: in 1534 had Jan van Leyden, een rondtrekkende predikant, in Münster het één en ander teweeggebracht. Hij sloot zich aan bij een beweging die toen groeiende was, de Wederdopers, en werd al spoedig het centrale figuur van die groep. Het liep al snel uit de hand. Hij riep zichzelf uit tot koning van het Koninkrijk Sion en drukte ieder verzet bloederig de kop in.
   Het liep niet zo lekker met hem af. De reden voor die kooitjes die je aan de toren van de Sint-Lambertuskerk in Münster kunt zien bungelen.

Maar toch sloeg het over naar Nederland, en wel naar Amsterdam. De Wederdopers streefden naar een nieuwe staat gebaseerd op de Bijbel, en dan vooral op de Tien Geboden. De boeren en arme burgerij sprak de gemeenschap van goederen die de beweging hun voorhield ontzettend aan. En de groep groeide enorm.

Op 11 februari 1535 was er een groep samengekomen om te bidden. Op een zeker moment stond iemand op, trok al zijn kleren van het lijf en wierp die in het vuur. Andere aanwezigen volgden zijn voorbeeld. Huppakee, weg ermee, alleen zonder kleren kon je komen tot de ‘naakte eerlijkheid’.

Iemand zal het idee geopperd hebben om naar buiten te gaan. Sommigen zullen misschien geaarzeld hebben, het was immers evengoed februari. Ik neem de vrijheid me in te beelden dat het die avond sneeuwde. Maar goed, ze gingen dus de straat op. Ze huppelden, ze dansten en ze riepen: ‘wee, wee, de wrake Gods!’

Dat beeld: een groep mensen, in de winternacht, allemaal ‘naakt als de waarheid’, huppelend door de straten van Amsterdam.

Ik zou het zo verrekte gaaf vinden dat met eigen ogen te zien.

Reacties

Populaire posts van deze blog

#155 Ranking de logo's

Vanochtend hoorde ik onderweg naar werk in het nieuwsbulletin van Radio2 de ophef voorbijkomen over het nieuwe logo van de Gemeente Urk. Kom op jongens, het is toch een kostelijk plaatje?  Omdat de ambtenaren van de NOP weer aan het werk zijn gegaan, was het zoeken naar een plekje. Mijn Toyotaatje (de meeste Toyota's per inwoners!) parkeerde ik naast een busje van de gemeente. Pas toen viel het logo van de NOP mij op. Was ik al wel bekend mee natuurlijk, maar een mens kijkt nu eenmaal anders naar zaken als hij net uit een dorp vol ophef komt puffen. Laten we de logo's van de andere Flevolandse gemeenten eens van dichtbij bekijken. En laten we er meteen een ranglijstje van maken.  Gemeente Almere Slogan: Het kán in Almere! Het logo van de gemeente Almere springt meteen in het oog. Hier is groots uitgepakt. Er wordt ook prettig gespeeld met het perspectief, waardoor je pas na een tijdje kijken een grote A ontwaart. Groots, maar plat. Almere samengevat. Had wel wat meer creativit...

#145 de Trumpweek

Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen afgelopen week maakte nauwelijks indruk. Op mij noch op de mensen om me heen. Zelfs op sociale media is het behoorlijk rustig. In dat malle grote land is Donald Trump herkozen als president.    ‘Trump is weer president he,’ zei een collega terloops.    ‘Tsja, het is allemaal wat,’ antwoorde ik.    En daarmee was de bespreking van de verkiezingsnacht afgehandeld. Terwijl bij iedereen de alarmbellen af zou moeten gaan – Trump is een lont in een akelig gevaarlijk hoopje buskruit – gebeurt dat niet echt. Tenminste, ik heb het niet meegekregen. Misschien omdat mijn sociale-mediaconsumptie ook niet meer is wat het was. De fratsen van die andere halve zool, Elonnetje Musk, zorgt ervoor dat ik steeds minder zin heb om op die grote X te tikken. Na een tijdje merk je dat je er niks aan mist ook. Maar goed, we hadden het over de Amerikaanse verkiezingen. Iemand waar ik af en toe mee samen werk is een aantal jaar terug me...

#144 De mensheid zal nog van mij horen

Mag je een boek bejubelen alvorens je hem uitgelezen hebt? Ga het toch doen. In de podcast Radio Romano, een voortzetting van de Krokante Leesmap, werd het nieuwe boek van Joris van Casteren getipt. Bekend van titels als Lelystad, Het been in de IJssel en Het zusje van de bruid. De titel van dat boek over de man die jarenlang zijn overleden moeder in huis bewaarde heb ik zo snel niet paraat. Lelystad was een toffe leeservaring, kan niet anders zeggen. Zijn manier van schrijven - kort en afstandelijk en juist daardoor ironisch – trok me in een mum van tijd door dat hele boek heen. Van Casteren heeft een oog voor het menselijk tekort, en er is niets mooiers dan het menselijk tekort. Even zonder gekheid, de boeken van Van Casteren zijn niet enkel droog of grappig. Vaak juist een beetje luguber. Zoals Het been in de IJssel, wat gaat over, nou ja, een gevonden menselijk been in de IJssel. Dat boek is een zoektocht naar de eigenaar van dat been, wat hem uiteindelijk helemaal naar Duitsland l...