In een van de eerste blogpost dit jaar schreef ik dat ik terug zou komen op wat ik vond van het boek De verworvenheden – of hoe je iemand wordt die ernaar verlangt op het eiland Hompelvoet te zijn.
Het boek had ik voor mijn verjaardag gekregen en ik zag er
naar uit om het te lezen, want ik had het ergens voorbij zien komen in een
boekenrubriek en het had me nieuwsgierig gemaakt. En ondanks het mooie Engelse
spreekwoord wat ik hier in het Nederlands zal tikken (want staak de verengelsing!),
namelijk dat je een boek niet op zijn omslag moet beoordelen, trok dat
kartonnen opdienblaadje me ontzettend aan.
Ik had wat tijd nodig om over het boek na te denken. Dat
doen weinig boeken. En de eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik er nog steeds
niet uit ben wat ik ervan vind. Maar ja, is ergens iets van vinden per se
noodzakelijk? Wanneer heb je pas echt iets over iets te zeggen? Dat vraag ik me
steeds meer af na het lezen van het boek.
Tijdens het lezen van het boek raakte ik wat geërgerd door de schrijfstijl van de auteur. Ik las het boek dat ik gekregen had voor mijn verjaardag, en raakte tijdens het lezen geërgerd. In
december van 2023 raakte ik geërgerd door de schrijfstijl in het boek dat ik
las omdat daar veel herhaling en opsommingen in zit. Terwijl ik de
herhalingen en opsommingen las, in het boek dat ik voor mijn verjaardag had gekregen, in december van 2023, raakte ik wat geërgerd.
Een beetje flauw om het zo te doen, gemakzuchtig ook, want
het boek staat hier gewoon in de boekenkast en ik ben te lui om voorbeelden over
te tikken. Maar het illustreert wel een beetje wat me op ten duur begon te
vervelen. Leuke vorm, dacht ik toen ik het voor het eerst las. Nu weet ik het
wel, dacht ik toen ik het voor de vijftiende keer tegenkwam.
Maar, en nu komt het: telkens wanneer ik op het punt stond
het boek weg te leggen werd ik getroffen door een verrassend openhartig stuk of
een prachtige zin.
Zoals wanneer de schrijver met zijn vriendin ietwat verloren
in een restaurantje zit nadat ze tevergeefs een poging hadden ondernomen om
het eiland Hompelvoet te bereiken en hij zijn vriendin probeert op te
beuren door de gember in haar thee met aardappelschijfjes te vergelijken. Of
wanneer de schrijver verteld hoe hij in de nacht van schaamte (terecht)
met beide benen op de grond werd gezet. Hoe een familielid tegen hem zei dat
het boek wat hij over zijn familie heeft geschreven zijn tante ziek had
gemaakt.
Zelden heb ik een schrijver zo naakt durven zien zijn en potjandorie
zeg, wat een lef heb je daarvoor nodig.
Het boek gaat vooral, als ik het voorzichtig mag
samenvatten, over hoe belangrijk het is om oog te hebben voor de kleine,
onbelangrijke dingen om je heen. En dan vooral hoe nuttig dat is. Iets waar
ik me volledig bij aansluit, en dan maakt het eigenlijk helemaal niet meer uit
waarom de bamikegels van snackbar Jelle zo groot zijn, de vraag zelf, daar
draait het om.
Op de vraag of het boek hét beste boek is wat ik gelezen
heb, zou ik heel graag nee willen antwoorden. Omdat het me niet meteen greep en
ik tijd nodig had om over het boek na te denken. Omdat ik zo heen weer
geslingerd werd tussen ergernis en verwondering, afstand en meeleven, meligheid
en ontroering. Omdat ik het boek even weg moest leggen nadat ik het gelezen
had.
Wonderlijk, nietwaar, dat een boek dat met je kan doen?
Dat maakt dat De verworvenheden – of hoe je iemand wordt
die ernaar verlangt op het eiland Hompelvoet te zijn toch één van de beste
boeken is die ik ooit gelezen heb.
Reacties
Een reactie posten