Doorgaan naar hoofdcontent

#82 heldenvrees

Een nerveuse ademhaling en knikkende knieën. Voor me zat een man die mijn jeugd voor een groot gedeelte had bepaald. Hij had me meegenomen naar Tibet en Nepal - op zoek naar een parel in een lotusbloem, hij heeft me een spannend avontuur laten beleven op het VOC-schip ‘de Amsterdam’, waar een verdraaide Italiaanse piraat alles in de soep deed lopen, hij heeft me kennis doen laten maken met Jeanne Panne die er vreemde nachtelijke avonturen op na hield, enzovoort, enzovoort. Maar vooral liet hij me verwonderen: hoe kan iemand zulke plaatjes zo tekenen dat je er helemaal in op kunt gaan, erin kan verdwijnen? Hij zat voor me, er stonden alleen nog een stuk of vijftien mensen tussen ons in. Mijn handpalmen had ik al een paar keer aan mijn shirt afgeveegd, maar het hielp niets: ze werden vochtiger bij elke stap die ik vooruit deed.

Album 295 – de Krasse Koko – was een hommagealbum van de huidige studio naar Paul Geerts geweest. De man die in een zonnige Kamper binnenstad zat te signeren voor zijn fans. De studio heeft nooit kunnen tippen aan zijn werk, maar toch was het een bijzonder album, ik had het gekocht op schoolkamp. Dat had ik ook in de kaft gezet: schoolkamp groep 8 Frits Bode School – 2007.
   Toen ik eenmaal aan de beurt was, en het album aan de erfgenaam van Vandersteen gaf, vroeg hij welk figuur ik wilde. ‘Lambik’, zei ik schor en toen hij het album opensloeg las hij aandachtig de notitie die ik eerder die zomer had neergekalkt, wat aardig van hem was. In een paar pennenstreken zette hij een verdwaasde Lambik neer, Lambik in optima forma. Niemand kon dat beter dan Paul Geerts.

Een paar jaar later stond ik weer bij de opvolger van Geerts: Marc Verhaegen. Potjandorie wat kon die man tekenen en wat kon ik me daaraan vergapen. Met meer zelfvertrouwen dan die dag in Kampen overhandigde ik het album Rebacca R. – zijn eerste album sinds zijn vertrek bij Studio Vandersteen. Marc Verhaegen vroeg hoe ik heette. ‘Jan Maarten’, zei ik.
   ‘Wablief?’
  ‘Jan Maarten’
  ‘Jan Martin?’
  ‘Nee, Jan Maarten!’
   Het werd: Jan Maat.
   ‘Geeft niks meneer, dank u wel voor uw tekening’, zei ik nog.

Afijn, waar ik naar toe wil, gisteravond had ik hetzelfde gevoel als die zonnige zaterdag in Kampen. Diezelfde zwakke knieën, diezelfde aarzeling. Voor me stond Marcel van Roosmalen boeken te signeren. We waren naar de voorstelling Zandweg 17 geweest, waarin hij samen met zijn partner Eva Hoeke had verteld over het avontuur van hun verhuizing naar Wormer en alle gebeurtenissen sindsdien. Samen met A en moat J, die als vervanger van B fungeerde, trokken we naar het theater van Zwolle. Een kostelijke avond, met na afloop kans op een handtekening van the man himself.

Straks ga ik stotteren, kom ik niet uit mijn woorden, verstaat hij mijn naam verkeerd, zeg ik iets geks en kom ik mezelf tegen in een column of podcast als ‘iemand met een vlekje!’

We stapten en het theater uit en trokken naar de kroeg.

Ach, het was goed zo. Het was een leuke voorstelling en we hebben hem eens live gezien. Maar heel even voelde ik me toch dat jochie van 11. En voor de nostalgie toch maar even dat ene album uit de boekenkast gevist.

Trouwens, voor wie het leuk vindt: in de Perfecte Podcast interviewt Koen Maas de peetvader van Suske en Wiske, Paul Geerts, terwijl ze Chinees eten in zijn favoriete restaurant. Leuk om te luisteren omdat hij vertelt over zijn tijd met Vandersteen, de studio en hoe hij op al die verhalen kwam. En jaloersmakend: chinees eten met Paul Geerts, wie wil dat nu niet? 


Jan Maat. Pfff.



Reacties

Populaire posts van deze blog

#155 Ranking de logo's

Vanochtend hoorde ik onderweg naar werk in het nieuwsbulletin van Radio2 de ophef voorbijkomen over het nieuwe logo van de Gemeente Urk. Kom op jongens, het is toch een kostelijk plaatje?  Omdat de ambtenaren van de NOP weer aan het werk zijn gegaan, was het zoeken naar een plekje. Mijn Toyotaatje (de meeste Toyota's per inwoners!) parkeerde ik naast een busje van de gemeente. Pas toen viel het logo van de NOP mij op. Was ik al wel bekend mee natuurlijk, maar een mens kijkt nu eenmaal anders naar zaken als hij net uit een dorp vol ophef komt puffen. Laten we de logo's van de andere Flevolandse gemeenten eens van dichtbij bekijken. En laten we er meteen een ranglijstje van maken.  Gemeente Almere Slogan: Het kán in Almere! Het logo van de gemeente Almere springt meteen in het oog. Hier is groots uitgepakt. Er wordt ook prettig gespeeld met het perspectief, waardoor je pas na een tijdje kijken een grote A ontwaart. Groots, maar plat. Almere samengevat. Had wel wat meer creativit...

#145 de Trumpweek

Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen afgelopen week maakte nauwelijks indruk. Op mij noch op de mensen om me heen. Zelfs op sociale media is het behoorlijk rustig. In dat malle grote land is Donald Trump herkozen als president.    ‘Trump is weer president he,’ zei een collega terloops.    ‘Tsja, het is allemaal wat,’ antwoorde ik.    En daarmee was de bespreking van de verkiezingsnacht afgehandeld. Terwijl bij iedereen de alarmbellen af zou moeten gaan – Trump is een lont in een akelig gevaarlijk hoopje buskruit – gebeurt dat niet echt. Tenminste, ik heb het niet meegekregen. Misschien omdat mijn sociale-mediaconsumptie ook niet meer is wat het was. De fratsen van die andere halve zool, Elonnetje Musk, zorgt ervoor dat ik steeds minder zin heb om op die grote X te tikken. Na een tijdje merk je dat je er niks aan mist ook. Maar goed, we hadden het over de Amerikaanse verkiezingen. Iemand waar ik af en toe mee samen werk is een aantal jaar terug me...

#144 De mensheid zal nog van mij horen

Mag je een boek bejubelen alvorens je hem uitgelezen hebt? Ga het toch doen. In de podcast Radio Romano, een voortzetting van de Krokante Leesmap, werd het nieuwe boek van Joris van Casteren getipt. Bekend van titels als Lelystad, Het been in de IJssel en Het zusje van de bruid. De titel van dat boek over de man die jarenlang zijn overleden moeder in huis bewaarde heb ik zo snel niet paraat. Lelystad was een toffe leeservaring, kan niet anders zeggen. Zijn manier van schrijven - kort en afstandelijk en juist daardoor ironisch – trok me in een mum van tijd door dat hele boek heen. Van Casteren heeft een oog voor het menselijk tekort, en er is niets mooiers dan het menselijk tekort. Even zonder gekheid, de boeken van Van Casteren zijn niet enkel droog of grappig. Vaak juist een beetje luguber. Zoals Het been in de IJssel, wat gaat over, nou ja, een gevonden menselijk been in de IJssel. Dat boek is een zoektocht naar de eigenaar van dat been, wat hem uiteindelijk helemaal naar Duitsland l...