Doorgaan naar hoofdcontent

#108 de polder is je nooit gunstig gezind

Van DUO mocht ik gratis met het openbaar vervoer, toen ik me had ingeschreven voor de zorgopleiding. Ik vertikte het. De 141, de overvolle bus die tussen Urk en Kampen rijdt, zeg maar de hel op wielen, liet ik voorbijrijden. Er stond een fiets die ik gebruiken kon, en dat stukje tussen Urk en Emmeloord zou ik prima elke dag kunnen trappen.

In de ochtend had je tegenwind. In de hoop ’s middags de wind in de rug te hebben trapte je door. Maar de polderwind is zelden iemand gunstig gezind. Soms was het niet eens mogelijk te bepalen van welke richting hij kwam. Dan leek het of hij vanaf alle kanten op je af woei, en het fietspad langs de Urkerweg werd langer en langer. Het werd najaar, de wind joeg steeds steviger door het polderlandschap, en na de eerste keer natgeregend te zijn gaf ik er de brui aan. De ochtend erna liet ik de fiets staan en liep ik naar het dichtstbijzijnde bushokje.

Omdat de Urkerweg afgesloten is voor wegwerkzaamheden dien ik om te rijden via Nagele of Espel. Daar klaagde ik over op werk. ‘Waarom ga je niet op de fiets?’ vroeg een collega. ‘Ik fiets ook vanuit Ens, heerlijk vind ik het!’
  ‘Ja, maar jij fiets elektrisch,’ wierp ik tegen. ‘Zonder motor is het hard trappen hoor.’
  ‘Dan schaf je toch ook een elektrische aan?’
   Ook dat vertik ik. Elektrische fietsen is iets voor oude mensen. Ik ben nog onder de dertig. Of voor verwende pubers, op van die dikke banden weet je wel. Neen, elektrisch fietsen is niet aan mij besteed.

Misschien had ik er zelf ook wel om gevraagd. Als antwoord op de redenen die ik gaf niet te fietsen, zei ze ‘och, mannen die fietsen klagen meteen over zadelpijn!’
   De volgende ochtend veegde ik het stof van mijn zadel, wierp ik mijn werktas over mijn schouders en stak ik het fietspad op.

Door mijn koptelefoon hoorde ik het laatste restantje van een podcastaflevering over CIA-technieken, vraag me niet waarom, maar ter hoogte van Tollebeek hoorde ik opeens kabbelend water en het geruis van wind door riet. Podimo trakteerde me op een nieuwe aflevering van Het Spoor Terug, waarin programmamaker Jakob Schoolman naar de Molukken reisde om geremigreerde Molukkers op te zoeken. Van de groep die naar Nederland kwam, om te wachten op hun beloofde zelfstandige staat, trok er op een zeker moment alvast een aantal terug. Ze hebben nu een Indonesisch paspoort, maar voelen zich Molukker. En ze spreken met een Gelders, Overijssels of Utrechtse tongval.

Ze wilden niet herkenbaar op de radio, maar Schoolman vertelt hoe het ze verging na aankomst. Ze werden als Belanda gezien, Hollanders, en aan iemand werd gevraagd of ze rijk was, terwijl ze haar kleren had moeten verkopen op de markt om wat geld te verdienen. Iemand vertelde dat zijn vader hem op militaire toon had opgedragen water te halen. Hij moest er een kilometer voor lopen. Een ander moest zich opeens wassen met enkel een teiltje water. Een douche had ze niet, ze miste Nederland.

Doortrappen jongen, die Molukkers hadden het ook niet makkelijk.  

In de middag had de wind zich tegen mijn verwachting gedraaid en moest ik harder trappen dan eerder die dag. Een seniore dame schoot langs me heen. Ik zag haar figuur steeds kleiner worden op dat lange fietspad, en begon aan het idee te wennen zelf een elektrische fiets te bezitten.

Reacties

Populaire posts van deze blog

#155 Ranking de logo's

Vanochtend hoorde ik onderweg naar werk in het nieuwsbulletin van Radio2 de ophef voorbijkomen over het nieuwe logo van de Gemeente Urk. Kom op jongens, het is toch een kostelijk plaatje?  Omdat de ambtenaren van de NOP weer aan het werk zijn gegaan, was het zoeken naar een plekje. Mijn Toyotaatje (de meeste Toyota's per inwoners!) parkeerde ik naast een busje van de gemeente. Pas toen viel het logo van de NOP mij op. Was ik al wel bekend mee natuurlijk, maar een mens kijkt nu eenmaal anders naar zaken als hij net uit een dorp vol ophef komt puffen. Laten we de logo's van de andere Flevolandse gemeenten eens van dichtbij bekijken. En laten we er meteen een ranglijstje van maken.  Gemeente Almere Slogan: Het kán in Almere! Het logo van de gemeente Almere springt meteen in het oog. Hier is groots uitgepakt. Er wordt ook prettig gespeeld met het perspectief, waardoor je pas na een tijdje kijken een grote A ontwaart. Groots, maar plat. Almere samengevat. Had wel wat meer creativit...

#145 de Trumpweek

Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen afgelopen week maakte nauwelijks indruk. Op mij noch op de mensen om me heen. Zelfs op sociale media is het behoorlijk rustig. In dat malle grote land is Donald Trump herkozen als president.    ‘Trump is weer president he,’ zei een collega terloops.    ‘Tsja, het is allemaal wat,’ antwoorde ik.    En daarmee was de bespreking van de verkiezingsnacht afgehandeld. Terwijl bij iedereen de alarmbellen af zou moeten gaan – Trump is een lont in een akelig gevaarlijk hoopje buskruit – gebeurt dat niet echt. Tenminste, ik heb het niet meegekregen. Misschien omdat mijn sociale-mediaconsumptie ook niet meer is wat het was. De fratsen van die andere halve zool, Elonnetje Musk, zorgt ervoor dat ik steeds minder zin heb om op die grote X te tikken. Na een tijdje merk je dat je er niks aan mist ook. Maar goed, we hadden het over de Amerikaanse verkiezingen. Iemand waar ik af en toe mee samen werk is een aantal jaar terug me...

#144 De mensheid zal nog van mij horen

Mag je een boek bejubelen alvorens je hem uitgelezen hebt? Ga het toch doen. In de podcast Radio Romano, een voortzetting van de Krokante Leesmap, werd het nieuwe boek van Joris van Casteren getipt. Bekend van titels als Lelystad, Het been in de IJssel en Het zusje van de bruid. De titel van dat boek over de man die jarenlang zijn overleden moeder in huis bewaarde heb ik zo snel niet paraat. Lelystad was een toffe leeservaring, kan niet anders zeggen. Zijn manier van schrijven - kort en afstandelijk en juist daardoor ironisch – trok me in een mum van tijd door dat hele boek heen. Van Casteren heeft een oog voor het menselijk tekort, en er is niets mooiers dan het menselijk tekort. Even zonder gekheid, de boeken van Van Casteren zijn niet enkel droog of grappig. Vaak juist een beetje luguber. Zoals Het been in de IJssel, wat gaat over, nou ja, een gevonden menselijk been in de IJssel. Dat boek is een zoektocht naar de eigenaar van dat been, wat hem uiteindelijk helemaal naar Duitsland l...