Doorgaan naar hoofdcontent

#127 De Poenschepper

Er mogen meer stripboeken gelezen worden.

De reeks Suske en Wiske hoopt volgend jaar haar 80ste verjaardag te kunnen te vieren. 80 jaar strips!  
Hoe heeft de reeks zich staande weten te houden in al die jaren? En wat zeggen de albums over de tijd waarin ze werden uitgebracht? 

Misschien heb je nog wat albums op zolder, of gewoon in de boekenkast (mag best hoor). Pak ze er weer eens bij! En laat je verrassen door tekenkunst, spanning, mysterie, humor en avontuur!

Voor deze keer: De Poenschepper (1967)

Twee reeksen in één

Album 67, De Poenschepper, is het eerste album uit de befaamde vierkleurenreeks, de albums met typerende rode kaft en toren op de achterkaft. Er had geen betere titel voor dit album kunnen bestaan als deze.

De vierkleurenreeks was namelijk het moment waarop de albums volledig in kleur en op kwalitatief goed papier werden uitgegeven. En dat niet alleen: de Vlaamse en Nederlandse reeks werden vanaf toen samengevoegd tot één lopende reeks. Dat scheelde de drukker kosten in drukwerk, maar het kan ook mogelijk zijn dat Vandersteen toen gedacht moet hebben: die Nederlanders heb ik binnen.

De verhalen van Suske en Wiske, oorspronkelijk in dagbladen gepubliceerd, sloegen in eerste instantie helemaal niet zo aan in ons land. Goed dan, in Limburg, maar dat ligt al half in België. Om de markt over de grens te kunnen veroveren pakte Vandersteen het groots aan, hij vernederlandste zijn oorspronkelijk Antwerpse strip. Sidonie werd Sidonia, Jerommeke werd Jeroen, Lambiek werd Lambik en Schalulluke (Vlaamse bijnaam voor bosui) werd Schanulleke. Bovendien liet hij ze Nederlands spreken, wat hem geen windeieren heeft gelegd. Nederland zijn sloot stripreeks in de armen.

Vanaf album 69, De Nerveuze Nerviërs, kondigde Vandersteen dat lezers duidelijk aan. Tijdens een picknick keert Sidonie zich naar Lambiek en zegt: ‘Lambik, vanaf nu praten wij beschaafd Nederlands en daarom wil ik voortaan Sidonia heten!’

De taalwijziging betekende dus ringelende kassa’s voor Vandersteen, maar het betekende ook dat in heel Vlaanderen Nederlands gelezen kon worden. Vlaams was tot die tijd vooral aan volkse taal, die ondergeschikt was aan het Frans. De Vlamingen hebben een strijd moeten voeren om de tweetaligheid van hun land te kunnen behouden. Maar goed, dat terzijde, deze blogpost zou eigenlijk over De Poenschepper moeten gaan.

De Poenschepper

In De Poenschepper wordt Lambik, terneergeslagen door een financiële tegenvaller, verleid door twee figuren die hem eindeloze rijkdom beloven, het enige wat hij daarvoor hoeft te doen is een contract te ondertekenen. Sindsdien is hij een beroemd en succesvol zakenman, die zijn neus ophaalt voor zijn oude vrienden.

Die geven Lambik niet verloren en besluiten te onderzoeken wat er nu precies aan de hand is. Het blijkt dat die twee figuren, Mazoetan en Belzabel, Lambiks hartslag gebruiken om een machine te voeden die als beloning eindeloos bankbiljetten uitstrooit.

Om af te komen van deze gruwelijke kwelling dient het contract verbroken te worden. Een landloper genaamd Fantamoer, is de enige die helpen kan. Het is een figuurtje dat om de zoveel tijd zomaar ergens in een veld een bord omhooghoudt met een moralistische boodschap. Denk aan ‘draag elkanders lasten!’ of ‘volhardt in het goede!’

Kostelijk getekend, Vandersteen op z’n best.




Welvaart en verharding

Volgens de legende hoorde Vandersteen tijdens een stapavond, ergens halverwege de jaren 60, twee jonge zakenlieden praten met elkaar. De sociale verharding die het grote geld met zich meebracht trof hem zo, dat het hem deed aanzetten tot het schrijven van dit verhaal. Of is er misschien toch meer aan de hand? Had Vandersteen misschien gewetenswroeging?  

Overigens is het een tijdloos onderwerp.

Vergeet niet, net na de oorlog was er weinig entertainment voorhanden. Een bezoekje aan de bioscoop was niet voor iedereen weggelegd. Films kijken deed je zelf, op de bank, met een stripboek in je handen. Dat koste niets, behalve je fantasie.
Als je in die tijd een beetje aardig tekenen kon en je had toevallig een goede formule gevonden voor een stripverhaal, was je binnen. Nederland heeft dat minder, maar in het naoorlogse België waren Vandersteen, Herge en Marc Sleen (Nero) grote namen.  

Niet snel daarna trok Vandersteen naar de Kalmthoutse heide, waar hij een eigen villa liet bouwen. De KLM nodigde hem uit om een wereldreis te maken (daarom vliegen de helden altijd met de KLM en niet de Belgische vliegmaatschappij), van autohandelaren mocht hij fijne wagens rijden als ze een plekje kregen in zijn strip. Vandaag zouden we dat product placement noemen. Vandersteen had dat al snel in de smiezen.

In De Poenschepper ontdekken de figuren dat de medewerkers in Lambiks kantoor nooit naar huis gaan, het blijken robots te zijn die slechts uitvoerende krachten zijn. Vandersteen zou daarmee zijn minachting voor het opkomende kantoorbestaan kunnen botvieren, maar het ironische is dat hij zijn eigen medewerkers hele dagen met voorovergebogen ruggen zijn potloodtekeningen liet uitwerken.

Dat neemt niet weg dat de boodschap van het album duidelijk blijft: het grote geld deugt niet. Gaan voor het grote geld betekent altijd inleveren op andere dingen.

Provo’s

Best een linkse opvatting, als je het in de tijd van toen plaatst. Overigens is dat Suske en Wiske niet vreemd: thema’s als natuurbehoud (De Boze Boomzalver) en dierenbescherming (De Toornige Tjiftjaf) zijn geregeld thema’s in verhalen uit de reeks, opvallend vaak in albums uit de jaren 60 en 70.

Dat betekent niet dat we Vandersteen als Linkse Rakker kunnen typeren. Van hippe jeugdbewegingen als de provo’s moest hij niets hebben. In een scené waarin Sidonia op zoek gaat naar de landloper, poogt ze wijzer te worden in een provocafé. De aanwezige jongelui worden afgebeeld als onverzorgd, ongewassen en vooral stinkend. Een figuur laat zijn zweetvoeten op de bar rusten. Als Sidonia een provodame vraagt: ‘heb jij soms Fantamoer de landloper gezien?’ antwoord die met ‘Roest… heb zware problemen! Wereld is onrechtvaardig… de boys kunnen lang haar dragen… wij vrouwen nooit een baard!’

Laten we het album zien als een eigentijdse waarschuwing tegen het oprukkende kapitalisme. Tegelijk zou het album ook opgevat kunnen worden als een waarschuwing van Vandersteen aan zichzelf. Volhardt in het goede!

Einde, knipoog

Fantamoer, de landloper, probeert door tot leven gewekte stenen engelenbeetjes pijlen door het hart van Lambik te schieten, in de hoop dat hij zo verlost wordt van dat duivelse contract. Het wil niet baten. De enige manier waarop het contract verbroken kan worden is dat iemand zich voor Lambik opoffert. Fantamoer werpt zich voor een kanon – vlam! – en lost op in het niets. Als de rook is opgetrokken ontwaart zich op de vloer een spoor van as, in de vorm van een kruis.

In de laatste prentjes van het album vraagt Wiske zich af wie die Fantamoer en Mazoetan met Belzabel waren. Suske antwoord dan: ‘dat zullen we nooit weten, Wiske! Iedereen mag er het zijne van denken!’

Bron: suskeenwiske.ophetwww.net - bezoek de recensiepagina! Niets is leuker dan 40ers en 50ers zien foeteren op nieuwe uitgaven van Suske en Wiske.


Reacties

Populaire posts van deze blog

#155 Ranking de logo's

Vanochtend hoorde ik onderweg naar werk in het nieuwsbulletin van Radio2 de ophef voorbijkomen over het nieuwe logo van de Gemeente Urk. Kom op jongens, het is toch een kostelijk plaatje?  Omdat de ambtenaren van de NOP weer aan het werk zijn gegaan, was het zoeken naar een plekje. Mijn Toyotaatje (de meeste Toyota's per inwoners!) parkeerde ik naast een busje van de gemeente. Pas toen viel het logo van de NOP mij op. Was ik al wel bekend mee natuurlijk, maar een mens kijkt nu eenmaal anders naar zaken als hij net uit een dorp vol ophef komt puffen. Laten we de logo's van de andere Flevolandse gemeenten eens van dichtbij bekijken. En laten we er meteen een ranglijstje van maken.  Gemeente Almere Slogan: Het kán in Almere! Het logo van de gemeente Almere springt meteen in het oog. Hier is groots uitgepakt. Er wordt ook prettig gespeeld met het perspectief, waardoor je pas na een tijdje kijken een grote A ontwaart. Groots, maar plat. Almere samengevat. Had wel wat meer creativit...

#145 de Trumpweek

Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen afgelopen week maakte nauwelijks indruk. Op mij noch op de mensen om me heen. Zelfs op sociale media is het behoorlijk rustig. In dat malle grote land is Donald Trump herkozen als president.    ‘Trump is weer president he,’ zei een collega terloops.    ‘Tsja, het is allemaal wat,’ antwoorde ik.    En daarmee was de bespreking van de verkiezingsnacht afgehandeld. Terwijl bij iedereen de alarmbellen af zou moeten gaan – Trump is een lont in een akelig gevaarlijk hoopje buskruit – gebeurt dat niet echt. Tenminste, ik heb het niet meegekregen. Misschien omdat mijn sociale-mediaconsumptie ook niet meer is wat het was. De fratsen van die andere halve zool, Elonnetje Musk, zorgt ervoor dat ik steeds minder zin heb om op die grote X te tikken. Na een tijdje merk je dat je er niks aan mist ook. Maar goed, we hadden het over de Amerikaanse verkiezingen. Iemand waar ik af en toe mee samen werk is een aantal jaar terug me...

#144 De mensheid zal nog van mij horen

Mag je een boek bejubelen alvorens je hem uitgelezen hebt? Ga het toch doen. In de podcast Radio Romano, een voortzetting van de Krokante Leesmap, werd het nieuwe boek van Joris van Casteren getipt. Bekend van titels als Lelystad, Het been in de IJssel en Het zusje van de bruid. De titel van dat boek over de man die jarenlang zijn overleden moeder in huis bewaarde heb ik zo snel niet paraat. Lelystad was een toffe leeservaring, kan niet anders zeggen. Zijn manier van schrijven - kort en afstandelijk en juist daardoor ironisch – trok me in een mum van tijd door dat hele boek heen. Van Casteren heeft een oog voor het menselijk tekort, en er is niets mooiers dan het menselijk tekort. Even zonder gekheid, de boeken van Van Casteren zijn niet enkel droog of grappig. Vaak juist een beetje luguber. Zoals Het been in de IJssel, wat gaat over, nou ja, een gevonden menselijk been in de IJssel. Dat boek is een zoektocht naar de eigenaar van dat been, wat hem uiteindelijk helemaal naar Duitsland l...