Hieronder een rangschiklijst van alle polderdorpen.
10. Luttelgeest
Naast de Pantropica (voorheen de Orchideeënhoeve), heeft
Luttelgeest nog tal van andere attracties. Zo is er nog een de loswal te zien,
waar de boeren hun oogst op binnenvaartschepen loosden. Verder heeft
Luttelgeest volgens de site van gemeente Noordoostpolder ‘verschillende
voorzieningen zoals een basisschool, kapper, boerderijwinkels en een
OV-verbinding’.
9. Rutten
Het leuke van Rutten is dat het in een kwadrant gebouwd is,
met een rotonde als letterlijke middelpunt van het polderdorp. Vanaf hier kun
je vier kanten opkijken. Drie kwadranten zijn om te wonen, de vierde is voor
recreatie.
Het bordje ‘pas op: spelende kinderen’ dat aan de ingang van
Rutten stond heb ik altijd beschouwd als onbedoelde humor. Het is jammer dat
het weggehaald is.
8. Espel
Rondom Espel is een belevenissenpad neergelegd, waar je
heerlijk kunt wandelen. In de ‘windmolenhoofdstad’, zoals het dorp zichzelf
noemt, kun je fantastisch uitwaaien. In het bos liggen verschillende Geocaches
verstopt, die je zoeken en loggen kunt als je ze eenmaal gevonden hebt.
7. Ens
Welkom op de bodem van de zee, prijkt er op het bord dat bij
knooppunt Ens geplaatst is. Het doet recht aan het dorp en haar omgeving.
6. Creil
Met een supermarkt, een witgoedzaak en een garage met een
Schippers-van-de-Kameleon-sfeertje, mag Creil zich een levendig polderdorp
noemen. Het markante buurthuis aan de Galamalaan is de moeite waard eens van de
binnenkant te zien. Hier hangen grote lijsten aan de muur, met collages
samengesteld uit foto’s van dorpsfeesten, buurtbarbecues en wilde
polderavonden. Je ruikt de omstandigheden waarin de foto’s zijn genomen:
sigarettenrook, bierlucht, tienerzweet. De meiden op de foto’s dragen een
paardenstaart en van die dunne grote oorringen, de jongens een Adidas-shirtje
en een kop vol gelstekeltjes. Ergens ontroerde het me, toen ik voor deze platen
stond, want het zijn relikwieën uit een voorbije tijd. Een tijd nog van voor
Sociale Media en digitale gemakken, een tijd waarin loze momenten werden
opgevuld met smalltalk in plaats van beeldschermen, een tijd waarin jongeren
elkaar opzochten om elkaar te zien en het gezellig te hebben, nog voordat er
ook maar één overkapping in iemands achtertuin stond. En dan de moeite die de
fotograaf ervoor genomen moet hebben. Heel de avond fotograferen, de foto’s
laten ontwikkelen of laten afdrukken en dan urenlang nauwkeurig knippen en
voorzichtig plakken.
Maar genoeg van deze nostalgie waar ik zelf niet eens
deelgenoot van ben en ook niet zoveel te maken heeft met het rangschikken van polderdorpen. Als je een indruk wilt krijgen van hoe gezellig het
buurthuis is, kijk dan vooral onderstaande video:
Verder heeft het bosje aan de rand van Creil een heus kabouterpad,
met kabouterwoninkjes en kaboutersupermarktjes, waarschijnlijk in elkaar geknutseld
door handige en onbaatzuchtige pensionado’s. Fantastisch is het, werkelijk
waar.
5. Kraggenburg
Het bijzondere van Kraggenburg is dat alle attracties die
het dorp biedt, buiten Kraggenburg liggen. Netl met zijn bamboebossen, het
Waterloopbos met zijn aan de natuur overgeleverde waterbouwmodellen, Oud
Kraggenburg met achter de dijk het buitengewone land art-project Pier +
Horizon, polderparels zijn het, stuk voor stuk. Zelfs het knusse haventje,
met ook hier een oude loswal uit vervlogen tijden, ligt buiten het dorp
Kraggenburg zelf.
4. Nagele
De bijzondere kenmerken van dit dorp zijn bekend: alle
huizen hebben platte daken. Nagele was een soort van Sim-City voor architecten
als Rietveld en anderen, waar ze lekker konden bouwen en experimenteren. Het
resultaat mag er zijn.
Zonder gekheid: het museumhuis Polman is zeker de moeite
waard eens te bezoeken en geeft een mooi beeld van hoe het leven in Nagele en
de Noordoostpolder in de beginjaren eruit moet hebben gezien.
Om af te sluiten nog een fun fact: in navolging van
Kraggenburg leek ook Nagele het leuk om een leeuwenstandbeeld uit Emmeloord te
jatten. Voordat die terug moest naar de Poldertoren, is er nog snel een kopie
gemaakt. Alleen is dat zo slecht gedaan, dat het beest langzaam afbrokkelt. Je
kunt dit live zien gebeuren, aan de ingang van het dorp.
3. Bant
Het leuke van Bant is dat het dorpsleven rondom de rotonde is
gecentraliseerd. Hier vind je onder meer de Bantsiliek, een speelbos, een
camping en de toegang naar de A6. Fun fact: de Bantsiliek heeft een zaal met als
naam ‘De Rotondezaal’.
2. Tollebeek
Uit de selectie van de Directie van de Wieringermeer en de
expansiedrift van de voormalige eilanders is een geheel nieuwe soort ontstaan:
de Tolleburkers. Ze hebben hun oorbellen en lumpies (lömpies?)
afgeworpen, maar groeten nog altijd met ‘uj’ en ‘Ajaa’.
De fusie van Calvinistische opgeruimdheid en de aanpakkersmentaliteit
van de polderpioniers werpen hier hun vruchten af. Tollebeek is een levendig
dorp, met een fraai wandelpad rondom de dorpskern, een walk of fame en
zelfs een wilde boekenkast.
Ook op taalgebied is er een fusie gaande: een collega uit
Tollebeek met Urker ouders is Nederlandstalig opgevoed, maar spreekt dan wel
Nederlands met een typische Urker tongval. Een bezinepompmedewerker in Emmeloord
begon, toen hij doorhad dat ik van Urk kom, ineens plat Urkers te praten bij
het afrekenen. ‘Ik wist niet dat je een Urker was!’ reageerde ik. ‘Tollebeker,’
verklaarde hij. Er werd zoveel Urkers gesproken in zijn omgeving, dat hij het
simpelweg had overgenomen.
1. Marknesse
Het loont om de kern van Marknesse te bezoeken. Je vindt er
onder andere het Italiaanse restaurant ‘de Pionier’, het Chin. Ind. Spec.
Rest. Fu-Wa, een grillroom, en het beroemde Danny’s; een cafetaria en
dorpskroeg ineen. Verder heeft het dorp nog een slagerij en een supermarkt. Als
je bij Danny’s een softijsje haalt en die lekker opeet aan het kostelijke Marknessersluisje,
heb je nog zomaar een leuke middag. Marknesse mag zich met al deze
voorzieningen een bruisende polderplaats noemen.
Ook hier koestert men ambivalente gevoelens ten opzichte van de Polderhoofdplaats. Het verhaal gaat dat Marknesse, uit onvrede over de positie als tweede polderplaats, weigerde een klok te betalen voor in de nieuwgebouwde Poldertoren. De gemeente heeft toen maar betaald, zodat je nu over De Deel in Emmeloord geklingel hoort van klokken uit ieder dorp van de Noordoostpolder.
Reacties
Een reactie posten