In september vorig jaar hebben wij (Anneke, Annemijn en ik) een roadtrip door door Italië gedaan. Omdat we, inmiddels bijna een jaar later, het met nog zoveel plezier over de vakantie kunnen hebben, besloten we om het op te schrijven. En meteen maar te delen, kunnen jullie ook mee genieten. Deel 1 van de roadtrip:
Dag 1: the rose
Eindelijk was het zover. Weken, zo niet maandenlang hadden we uitgekeken naar deze vakantie. Met zijn drieën. In één auto. Naar het land aan de Middellandse zee, met eeuwenoude steden, architectuur en bergen aan geschiedenis. Met haar beroemde en (door ons) geliefde keuken: Italië.
We vertrokken van Urk en lieten de bult achter ons. Op de achterbank stond een koelbox met vers gesmeerde bolletjes. (Dank, tante Nank!) Door het oosten des lands reden we de Duitse Autobähn op. En met Duitse snelheden reden we zo vlug als mogelijk naar het zuiden toe. Al snel begon ons Urker dialect Duitse klanken te vertonen, en terwijl de kilometers vorderden hield de radio op te ontvangen. Gelukkig had Anneke een mapje met CD’s. Een CD bleek goed in de smaak te vallen, met in het bijzonder een bekend lied van Bette Midler.
Some say love, it is a river……
Eindelijk was het zover. Weken, zo niet maandenlang hadden we uitgekeken naar deze vakantie. Met zijn drieën. In één auto. Naar het land aan de Middellandse zee, met eeuwenoude steden, architectuur en bergen aan geschiedenis. Met haar beroemde en (door ons) geliefde keuken: Italië.
We vertrokken van Urk en lieten de bult achter ons. Op de achterbank stond een koelbox met vers gesmeerde bolletjes. (Dank, tante Nank!) Door het oosten des lands reden we de Duitse Autobähn op. En met Duitse snelheden reden we zo vlug als mogelijk naar het zuiden toe. Al snel begon ons Urker dialect Duitse klanken te vertonen, en terwijl de kilometers vorderden hield de radio op te ontvangen. Gelukkig had Anneke een mapje met CD’s. Een CD bleek goed in de smaak te vallen, met in het bijzonder een bekend lied van Bette Midler.
Some say love, it is a river……
’s avonds kwamen we aan bij het hotel in een dorpje genaamd Bernbeuren,
helemaal in het Zuiden van Duitsland, aan de grens met Oostenrijk. We werden
vriendelijk opgewacht door een mevrouw in traditionele klederdracht, een betere
manier om onze reis te beginnen was er niet. We installeerden ons in onze kamer
en met het tikken van de regen op het dakraampje vielen we na een lange dag reizen in
slaap.
Dag 2: Zuid Tirol
Omdat we ’s avonds in het donker arriveerden, kregen we ’s ochtends pas de schoonheid te zien van het landschap waar we overnacht hadden. Na het ontbijt, waar Anneke tevergeefs werd versierd door een of andere vage Duitser, stapten we de auto weer in om verder te gaan rijden. Onderweg stopten we nog voor een vignet, voordat we via een tunnel naar Oostenrijk konden rijden. We reden over bergpassen en groene heuvels, door slaperige Alpendorpjes en de imponerende bergen, die dreigend maar ook fier omhoog torenden. Als oude reuzen, die eeuwig de wacht houden.
Ondertussen hadden we al een paar keer the Rose weer gedraaid, en de vibratie in mijn stem werd opgemerkt. Toen Anneke en Annemijn vroegen hoe zij ook zo konden zingen, gaf ik als voorbeeld om je vinger te gebruiken om over de keel te wrijven. Een nieuwe zangtechniek was geboren en al keelvingerend reden we de Italiaanse grens over.
Bij het plaatsje Nuemarkt hebben we een kleine pitstop gemaakt. Neumarkt is een ontzettend leuk stadje, waar toevallig een rommelmarkt werd gehouden. Omdat Nuemarkt midden in Zuid-Tirol ligt, werd er Duits gesproken en waren de verkeersborden tweetalig. Deze regio was altijd onderdeel geweest van het Oostenrijk-Hongaarse rijk, maar na de eerste wereldoorlog werd het toegewezen aan Italië. Nog steeds is het merendeel van deze regio Duitstalig.
’s avonds kwamen we aan op de camping waar we zouden overnachten. We sliepen in een soort van cabine. Echt camping-life. Aan de overkant van het water zagen we Venetië liggen en de enorme cruiseschepen die aanmeerden en weer vertrokken. De vele kerktorens waren vaag zichtbaar aan de horizon. Na ons geïnstalleerd te hebben, zijn we meteen op zoek gegaan naar de campingwinkel, en wel voor het volgende: muggenspray. Zoals vooraf werd gewaarschuwd in het reisboekje, waren er ontzettend veel muggen rondom de lagune, die gemeen steken konden. En na onze eerste echte Italiaanse pizza gegeten te hebben, zijn we heerlijk onder de dekens gekropen. Moe van het vele rijden, moe van het vele zingen, moe van het vele keelvingeren.
Dag 2: Zuid Tirol
Omdat we ’s avonds in het donker arriveerden, kregen we ’s ochtends pas de schoonheid te zien van het landschap waar we overnacht hadden. Na het ontbijt, waar Anneke tevergeefs werd versierd door een of andere vage Duitser, stapten we de auto weer in om verder te gaan rijden. Onderweg stopten we nog voor een vignet, voordat we via een tunnel naar Oostenrijk konden rijden. We reden over bergpassen en groene heuvels, door slaperige Alpendorpjes en de imponerende bergen, die dreigend maar ook fier omhoog torenden. Als oude reuzen, die eeuwig de wacht houden.
Ondertussen hadden we al een paar keer the Rose weer gedraaid, en de vibratie in mijn stem werd opgemerkt. Toen Anneke en Annemijn vroegen hoe zij ook zo konden zingen, gaf ik als voorbeeld om je vinger te gebruiken om over de keel te wrijven. Een nieuwe zangtechniek was geboren en al keelvingerend reden we de Italiaanse grens over.
Bij het plaatsje Nuemarkt hebben we een kleine pitstop gemaakt. Neumarkt is een ontzettend leuk stadje, waar toevallig een rommelmarkt werd gehouden. Omdat Nuemarkt midden in Zuid-Tirol ligt, werd er Duits gesproken en waren de verkeersborden tweetalig. Deze regio was altijd onderdeel geweest van het Oostenrijk-Hongaarse rijk, maar na de eerste wereldoorlog werd het toegewezen aan Italië. Nog steeds is het merendeel van deze regio Duitstalig.
’s avonds kwamen we aan op de camping waar we zouden overnachten. We sliepen in een soort van cabine. Echt camping-life. Aan de overkant van het water zagen we Venetië liggen en de enorme cruiseschepen die aanmeerden en weer vertrokken. De vele kerktorens waren vaag zichtbaar aan de horizon. Na ons geïnstalleerd te hebben, zijn we meteen op zoek gegaan naar de campingwinkel, en wel voor het volgende: muggenspray. Zoals vooraf werd gewaarschuwd in het reisboekje, waren er ontzettend veel muggen rondom de lagune, die gemeen steken konden. En na onze eerste echte Italiaanse pizza gegeten te hebben, zijn we heerlijk onder de dekens gekropen. Moe van het vele rijden, moe van het vele zingen, moe van het vele keelvingeren.
Gondels in de lagune |
Dag 3: Venetië
Eindelijk! Onze eerste dag vakantie, na 2 dagen rijden. Vanaf de camping zijn we op de watertaxi gestapt.
En terwijl de zon nog laag aan de hemel stond, voeren wij over de lagune naar Le Serenissima.
We stapten aan wal en liepen langs de kade, waar gondels dobberden aan houten palen. We wandelden door de steegjes en pleintjes, langs de vele eeuwenoude kerken, langs de vele gekleurde geveltjes waar kleren aan waslijnen hingen te drogen. We stonden er van te kijken hoe het dagelijks leven overal gonsde, ronkte en bruiste. De steegjes en kanaaltjes waar we door heen slenterden staat in schril contrast met het San Marco plein. Het plein dat grenst aan de san Marco basiliek loopt vol met toeristen en selfiesticks. En toch heeft het wel wat om in het glinsterende gouden licht te wandelen dat weerkaatst tegen de gevel van de basiliek. De licht zilte geur van de lagune, de meeuwen die boven het plein vliegen. Met het oog op het imposante dogenpaleis proef je iets van de grootsheid en de handelsgeest van de Venetianen in vervlogen tijden.
Terwijl we plaats nemen op een bankje om alle indrukken op ons in te laten te laten werken, lees ik in mijn gidsje dat Venetië in haar gloriedagen handelde en concurreerde met steden als Constantinopel en Alexandrië. Zodanig dat twee scheepslieden ooit de beenderen van de evangelist Markus meenamen uit Alexandrië, door ze onder een stapel gepekeld varkensvlees te verstoppen. De islamitische bewakers namen geen aanstalten om onder het varkensvlees te gaan zoeken, en zo is het gebeurd dat de heilige Markus is herbegraven op Venetië, waar later op dezelfde plek de imposante san Marcobasiliek is gebouwd.
Eindelijk! Onze eerste dag vakantie, na 2 dagen rijden. Vanaf de camping zijn we op de watertaxi gestapt.
En terwijl de zon nog laag aan de hemel stond, voeren wij over de lagune naar Le Serenissima.
We stapten aan wal en liepen langs de kade, waar gondels dobberden aan houten palen. We wandelden door de steegjes en pleintjes, langs de vele eeuwenoude kerken, langs de vele gekleurde geveltjes waar kleren aan waslijnen hingen te drogen. We stonden er van te kijken hoe het dagelijks leven overal gonsde, ronkte en bruiste. De steegjes en kanaaltjes waar we door heen slenterden staat in schril contrast met het San Marco plein. Het plein dat grenst aan de san Marco basiliek loopt vol met toeristen en selfiesticks. En toch heeft het wel wat om in het glinsterende gouden licht te wandelen dat weerkaatst tegen de gevel van de basiliek. De licht zilte geur van de lagune, de meeuwen die boven het plein vliegen. Met het oog op het imposante dogenpaleis proef je iets van de grootsheid en de handelsgeest van de Venetianen in vervlogen tijden.
Terwijl we plaats nemen op een bankje om alle indrukken op ons in te laten te laten werken, lees ik in mijn gidsje dat Venetië in haar gloriedagen handelde en concurreerde met steden als Constantinopel en Alexandrië. Zodanig dat twee scheepslieden ooit de beenderen van de evangelist Markus meenamen uit Alexandrië, door ze onder een stapel gepekeld varkensvlees te verstoppen. De islamitische bewakers namen geen aanstalten om onder het varkensvlees te gaan zoeken, en zo is het gebeurd dat de heilige Markus is herbegraven op Venetië, waar later op dezelfde plek de imposante san Marcobasiliek is gebouwd.
de imposante san Marcobasiliek |
Na een luncht gescoord te hebben bij een supermarktje zijn we gaan zitten langs
een kanaaltje. Het water kabbelde vredig, het water was helderblauw en we zagen
af en toe een paar krabbetjes scharrelen. Met een zonnetje op onze bol aten we
onze lunch, bestaande uit bruchette met truffelroomkaas, Italiaanse ham,
aardbeien en een blikje cola. Af en toe passeerde een aantal toeristen die de
kaart van de stad aan het bestuderen waren. Terwijl we in de verte af en toe
geluiden opvingen van alle drukte, genoten wij van de rust en onze
geïmproviseerde lunch. En zo hebben we een fijn uurtje gezeten.
’s Middags zijn we op de vaporetto gestapt naar Murano. Een dromerig
eilandje op ongeveer anderhalve kilometer van Venetië af. Murano is net als
Venetië een verzameling eilandjes, die met bruggen aan elkaar verbonden zijn.
Het kleurrijke eilandje staat bekend om haar glasblaaskunsten. Eind dertiende
eeuw werden alle Venetiaanse glasblazer gedwongen om naar Murano te verhuizen.
Vanwege het brandgevaar op Venetië, maar ook om het geheim van de
glasblaaskunst veilig te stellen. Op het doorvertellen van het geheim stond de
doodstraf en een glasblazer kon tot in het buitenland vervolgd worden om daar
alsnog geëlimineerd te worden. De Venetianen waren geen lieverdjes in die tijd.
We zochten een terrasje op, bestelde een wijntje (of colaatje) en een Italiaans broodje.
Tijd om de vaporetto weer op te zoeken en te vertrekken naar het volgende eiland: Burano.
Net als op Murano staan hier vrijwel alleen maar gekleurde huizen. Bijna ieder huisje heeft een andere kleur. We wandelen over de kade, langs de grachten en kanaaltjes en door steegjes waar we glimpen opvingen van het dagelijks leven op dit eiland. Een licht zilte bries waaide over het eiland. Op een terrasje van een cafeetje aan het grote plein bestelde we Italiaanse likeurtjes en heb ik mijn eerste glaasje echte Italiaanse Limoencello geproefd. Op de terugweg bezochten we nog een aantal koddige boekenwinkeltjes.
De avond viel over de stad en het nachtleven kwam op. Na heerlijk gegeten te hebben besloten we om nog wat winkeltjes te bezoeken. Ons oog werd gelokt door de kleuren en geuren van één winkel in het bijzonder: Captain Candy. Op grote tonnen lagen bergen snoepgoed. Van simpele zuurtjes tot delicatessen. Net zoals Hans en Grietje konden we ons niet bedwingen en met gretige handen schepten we een zak vol met snoep. Om vervolgend bij het afrekenen achterover te slaan van de absurde prijs die hier voor een handjevol snoep gevraagd werd. Met zo’n 200 gram snoep en achttien euro minder stapten we de Venetiaanse avond weer in. Niet wetende dat ik een dag later met het zweet in mijn handen naarstig op zoek zou zijn naar het telefoonnummer van deze keten.
We zochten een terrasje op, bestelde een wijntje (of colaatje) en een Italiaans broodje.
Tijd om de vaporetto weer op te zoeken en te vertrekken naar het volgende eiland: Burano.
Net als op Murano staan hier vrijwel alleen maar gekleurde huizen. Bijna ieder huisje heeft een andere kleur. We wandelen over de kade, langs de grachten en kanaaltjes en door steegjes waar we glimpen opvingen van het dagelijks leven op dit eiland. Een licht zilte bries waaide over het eiland. Op een terrasje van een cafeetje aan het grote plein bestelde we Italiaanse likeurtjes en heb ik mijn eerste glaasje echte Italiaanse Limoencello geproefd. Op de terugweg bezochten we nog een aantal koddige boekenwinkeltjes.
De avond viel over de stad en het nachtleven kwam op. Na heerlijk gegeten te hebben besloten we om nog wat winkeltjes te bezoeken. Ons oog werd gelokt door de kleuren en geuren van één winkel in het bijzonder: Captain Candy. Op grote tonnen lagen bergen snoepgoed. Van simpele zuurtjes tot delicatessen. Net zoals Hans en Grietje konden we ons niet bedwingen en met gretige handen schepten we een zak vol met snoep. Om vervolgend bij het afrekenen achterover te slaan van de absurde prijs die hier voor een handjevol snoep gevraagd werd. Met zo’n 200 gram snoep en achttien euro minder stapten we de Venetiaanse avond weer in. Niet wetende dat ik een dag later met het zweet in mijn handen naarstig op zoek zou zijn naar het telefoonnummer van deze keten.
Door
zomerse avond en de romantische atmosfeer van de stad, kwamen we er helaas pas
laat achter dat we niet meer zoveel tijd hadden om onze watertaxi naar de
camping te halen. Snel holden we langs de hoofdgracht om met een vaporetto naar
de opstapplek van de watertaxi te gaan. Omdat Anneke en Annemijn druk bezig
waren me het bepalen van de route en ik vooral zat te morren over de hoge prijs
van het snoepgoed, waren we achteloos van de vaporetto weggehold, zonder om te
kijken. Zonder te controleren of we alles wel bij ons hadden. En zo kwam het
dat de dure zak snoep nog op de vaporetto stond. Alleen kwamen we daar pas
achter toen we al onderweg waren naar de camping. Er zijn niet veel dingen in
het leven die me laten vloeken, maar de combinatie om te veel geld voor zoiets
onnozels te betalen en dan zo stom zijn om die te vergeten, maakte enkele
krachttermen wel heel aantrekkelijk om te gebruiken. Dan maar een taxi bellen. Eenmaal in de taxi zagen we de lichtjes van Venetië
steeds kleiner worden. En omdat Anneke de chauffeur zo ver kreeg om een potje
Italiaanse levensliederen mee te laten zingen, zakte mijn humeur en deed me het
zakje snoepgoed bijna vergeten. De dag zat in onze benen en ik maakte in mijn
hoofd een overzicht van deze dag. Wat een stad, Venetië. Gisteren nog reden we door Oostenrijk, door Zuid-Tirol, dwars door de machtige Dolomieten. Wat hadden we al een
mooie reis gehad. Bij het uitstappen van de taxi waarschuwde ik Anneke en
Annemijn nog om te checken of we alles bij ons hadden, om er zo, mezelf
nacheckend, achter te komen dat mijn portemonnee nergens te bekennen was…
een Venetiaans plaatje |
Laat me weten wat je van de blog vind!
Als je het leuk vond, of tips hebt over het onderhouden van een blog... ik hoor het graag!
Een reactie is altijd welkom!
Reacties
Een reactie posten