De reis gaat verder! Na het wonderschone Venetië, Burano en Murano gezien te hebben, trekken we zuidwaarts. Maar eerst hebben we nog een afspraak met plaatselijke Polizia...
deel 2 van de roadtrip:
Dag 7: Sienna
deel 2 van de roadtrip:
Dag 4: Bologna
La Grassa! La Rossa! La
Dotta! La turrita!
Aan de bovenstaande begrippen geef ik later tekst en uitleg, maar eerst ga ik nog even terug naar Venetië. Na onze tweede overnachting in de camping-cabine en een ontbijtje zijn we in de auto gestapt en naar Venetië gereden, niet omdat we de stad nog wilden zien, maar om op zoek te gaan naar een politiebureau. Bij terugkomst op de camping bleek namelijk dat mijn portemonnee nergens te bekennen was.
We reden de Ponte della Liberta over, de brug die Mussolini heeft laten bouwen aan het begin van de jaren 30, waarmee Venetië voor het eerst in haar geschiedenis verbonden werd aan het vasteland. Na aangifte gedaan te hebben in een benauwd politiehokje, met politiemannen die heel interessant deden maar tegelijkertijd geen steek uitvoerden, zochten we onze auto weer op in een parkeergarage waar alle auto’s als een soort van puzzel op en in elkaar waren geparkeerd.
Het is een vreemd gevoel om in het buitenland te zijn zonder je portemonnee. Tevergeefs hebben we tientallen keren gebeld naar de snoepwinkel waar we veel te dure snoep hadden gekocht, we hebben het adres en telefoonnummer opgezocht van dat koddige boekwinkeltje op Burano – niets hielp.
Aan de bovenstaande begrippen geef ik later tekst en uitleg, maar eerst ga ik nog even terug naar Venetië. Na onze tweede overnachting in de camping-cabine en een ontbijtje zijn we in de auto gestapt en naar Venetië gereden, niet omdat we de stad nog wilden zien, maar om op zoek te gaan naar een politiebureau. Bij terugkomst op de camping bleek namelijk dat mijn portemonnee nergens te bekennen was.
We reden de Ponte della Liberta over, de brug die Mussolini heeft laten bouwen aan het begin van de jaren 30, waarmee Venetië voor het eerst in haar geschiedenis verbonden werd aan het vasteland. Na aangifte gedaan te hebben in een benauwd politiehokje, met politiemannen die heel interessant deden maar tegelijkertijd geen steek uitvoerden, zochten we onze auto weer op in een parkeergarage waar alle auto’s als een soort van puzzel op en in elkaar waren geparkeerd.
Het is een vreemd gevoel om in het buitenland te zijn zonder je portemonnee. Tevergeefs hebben we tientallen keren gebeld naar de snoepwinkel waar we veel te dure snoep hadden gekocht, we hebben het adres en telefoonnummer opgezocht van dat koddige boekwinkeltje op Burano – niets hielp.
De enige hoop die ik had zag ik wegsmelten als sneeuw in de zon. Ik
gunde mezelf de tijd om chagrijnig te zijn en te wennen aan het idee dat ik
zonder portemonnee de vakantie door moest.
Of ik nu beroofd ben, of dat mijn portemonnee op de toonbank had laten
liggen, we zullen het nooit zeker weten.
We reden door de laagvlaktes van de regio Veneto en zagen het landschap langzaamaan veranderen naar hoe we Italië kennen van de vakantieboekjes. Het land begon te glooien, groene heuvels, gele heuvels en we zagen de eerste cipressen. De bomen die zo Typisch zijn voor deze regio en graag worden nageschilderd door kunstenaars van de hele wereld.
Eenmaal in het centrum van de stad Bologna was het nog even een gedoe voordat we de auto konden parkeren. We parkeerden in de drukke straat waar onze Air-bnb stond en snelden met onze koffers naar de accommodatie toe. Het appartementje zat in een soort van hofje, met Romeinse uitstraling. Na onze koffers neergeploft te hebben, verbinding gemaakt te hebben met de wifi en een lekker kopje koffie gedronken te hebben, besloten we het centrum van Bologna te verkennen. Toen we wandelden door de drukke straten, besloten we dat we genoeg in het verkeer hadden gezeten vandaag en gingen we op zoek naar een food-hal, waar in Bologna genoeg van te vinden zijn. Na een korte wandeling door de foodmarkt, met stalletjes vleeswaren, kazen en groenten, zochten we een terrasje op. We bestelden een Mojito en een Italiaans broodje en genoten van het Bolognezer stadsleven.
De avond viel over Bologna en na wat door de eeuwenoude straatjes gestruind te hebben besloten we een restaurant op te zoeken. We liepen onder de rijkelijk versierde arcades door en vonden, midden op straat, een terras. In veel Mediterrane steden begint het leven ’s avonds pas en Bologna is daar zeker geen uitzondering in. De straten stonden vol met terrassen en er hing een gezellige sfeer. We bestelden alle drie verschillende pasta’s en genoten er met volle teugen van. Zonder te overdrijven kan ik zeggen dat ik daar mijn allerlekkerste pasta aller tijden heb gegeten.
Bologna staat sowieso bekend om haar pasta’s en eten in het algemeen. Vandaar la Grassa, ‘de vette’, een van de bijnamen voor deze stad. De andere bijnamen zijn la Rossa (de rode), naar al de roodgekleurde dakpannen die de stad rijk is, en La Dotta (de geleerde). De eerste universiteit van Europa werd hier in 1088 opgericht en dat maakt Bologna tot de oudste universiteitsstad ter wereld. Nog steeds is Bologna een echte studentenstad.
De laatste bijnaam, la Turrita, is afgeleid aan de vele torens die in het oude centrum van Bologna staan.
Na het eten hebben we nog een ijs-zaak bezocht voor een paar bolletjes gelato. We slenterden naar het grote plein van de stad en gingen zitten op de treden onder de enorme Sint-Petroniusbasiliek. Een kerk die bedoeld was om de grootste kerk van Italië te worden, maar toen de Paus hier tijdens de bouw lucht van kreeg, verbood hij om verder te bouwen aan de basiliek. Tot gevolg dat de kerk zowel aan de binnen als buitenkant, nooit voltooid is.
Door verschillende steegjes, pleintjes en straatjes zochten we de weg naar onze Air-bnb weer terug. We ploften neer in onze bedden en moe, maar voldaan van onze kennismaking met deze stad vielen we in een diepe slaap.
Dag 5: Eataly
Voordat we onze roadtrip zouden gaan voortzetten, wandelde Annemijn in de luwte van ochtend onder de pompeuze arcades op zoek naar een bakkerijtje om een lekker ontbijtje te regelen. Na het ontbijtje en wederom met gevaar voor eigen leven met onze koffers door het drukke verkeer gehold te zijn, stapten we in de auto om de motor te starten en de weg weer op te gaan. Alleen in plaats van op zoek te gaan naar een nieuwe bestemming, bleven we in de buurt van Bologna. We gingen namelijk naar een pretpark, en niet zomaar een pretpark. Nee, we gingen naar FICO Eataly. Een soort van pretpark/museum, gewijd aan de Italiaanse keuken. FICO staat voor Fabbrica Italiana Contadina en in een enorme overdekte hal ontdek je al het beste wat de Italiaanse bodem te bieden heeft en hoe de producten gemaakt worden.
Wij kwamen naar Eataly voor een cursus pizza bakken. Samen met, hoe kan het ook anders, een groep andere Nederlanders werden we aan een lange tafel neergezet met voor ons een houten bak, bloem, wat gist en een glaasje koolzuurhoudend water. In gebrekkig Engels, of simpel Italiaans, kregen we instructies om ons eigen pizzadeeg te maken. En dat bleek een stuk ingewikkelder dan gedacht. Toen het deeg eenmaal klaar was, mochten we de pizza gaan bedekken. Met een flinke lepel tomatensaus, stukjes mozzarella en wat blaadjes basilicum toverden we zo onze eigen Pizza Margarita op tafel – eerst even in de steenoven, dat dan wel.
Na onze eigengemaakte pizza opgegeten te hebben, pakten we een fietsje om over de interne fietspaden van standje naar standje te gaan. Zo zagen we hoe Italiaanse worst gemaakt wordt, hoe Parmezaanse kaas stond te rijpen, hoe chocolatiers de heerlijkste bonbons maakten. Rondom het gebouw staan een soort van weilandjes, waar vee gehouden wordt en producten groeien die zo typisch voor de Italiaanse keuken zijn. Tevergeefs hebben we geprobeerd om truffels te vinden in een veldje waar de schimmels gekweekt werden.
Na dit culinaire avontuur was het tijd om weer in de auto te stappen. We reden Toscane binnen, het landschap begon te glooien en al snel reden we tussen de groene en gele heuvels, langs enorme graanvelden en akkers met bovenop de heuvels boerderijtjes, torentjes of kleine kerkjes. Onze volgende accommodatie was, wat ze in het Italiaans noemen, een agriturismo. Wat in houd dat je een kamer huurt bij boeren in de Toscaanse regio. Zo steun je direct de plaatselijke economie, en zit je bovendien midden in Toscane! Onze Agriturismo stond op een heuveltje, een eenmaal bovenop hadden we een panorama waar je u tegen zegt.
Want vanuit onze agriturismo keken we uit op Torre Tarugi, een verdedigingstoren uit de 13e eeuw, die al eeuwen geleden die functie heeft neergelegd, maar nu opgaat in het romantische landschap.
´s avonds zijn we in de schemering van de avond in de auto gestapt om eens lekker buiten de deur te gaan eten. IJverig zoekend op google maps vonden we het dorpje Pienza, en de route werd gestart. Pienza, zo bleek, was een vestigingsstadje gelegen op een heuvel, en wel op 490 meter hoogte. Anneke is een ervaren rijder en bleek de gehele vakantie een behendig bestuurder, maar in de schemering de onverlichte heuvels en haarspeldbochten oprijden maakte dat ook Anneke met klamme handjes achter het stuur zat. Gelukkig hadden we onze Cd’tjes en zongen we, terwijl we de bergpassen opreden, mee met de hits van Toto.
Wederom liet Toscane zich van zijn fijnste culinaire kant zien en hebben wij die avond heerlijk gegeten. Op de terugweg hebben we nog wat door de straatjes geslenterd, en een kerk bezocht, die open stond, maar verder compleet leeg was. Na een kaarsje te hebben opgestoken – voor onder andere een veilige terugrit – zijn we weer in de auto gestapt en zijn we door het donkere Toscaanse platteland teruggereden naar onze villa.
dag 6: Thermale baden
Het voelde als een film: wakker worden in een groot bed, de leuken open gooien en uitkijken over het Toscaanse landschap. Met je handdoekje naar het zwembad toe lopen om de dag te beginnen met een frisse deuk. Terwijl in de verte een boer bezig was met graan oogsten, lagen wij nog wat te dobberen in het koele water van het zwembad. En dat zomaar op een heuveltop, midden in Toscane. Na een lichte lunch hebben we het koelboxje gevuld om weer een dagje op pad te gaan. Bestemming: Bagni San Filippo.
Net buiten het dorpje san Filippo, aan de voet van de uitgedoofde vulkaan Monte Amiata, liggen de thermaalbaden van Bagni di San Filippo. Het eerste dat ons opviel toen we uit de auto stapten was de zwavelachtige (lees: rotte eieren) geur die van het beekje opsteeg en door het hele dorpje te ruiken is. We daalden af naar bedeneden en liepen door een bosrijk gebied, over verschillende paadjes richting de hoofdbron. Onder onze voeten stroomde al beekjes met het witte water en ineens doemde daar, te midden van het bos en de natuur, een grote witte rots op. Door het eeuwenlange stromen van het calciumcarbonaatrijke water zijn er rotsen ontstaan die wit kleuren door het calcium wat het water achterlaat. Omdat het water wordt verwarmd door de Monte Amiata, een uitgedoofde vulkaan, heeft het water een tempratuur van rond de 38°C.
We reden door de laagvlaktes van de regio Veneto en zagen het landschap langzaamaan veranderen naar hoe we Italië kennen van de vakantieboekjes. Het land begon te glooien, groene heuvels, gele heuvels en we zagen de eerste cipressen. De bomen die zo Typisch zijn voor deze regio en graag worden nageschilderd door kunstenaars van de hele wereld.
Eenmaal in het centrum van de stad Bologna was het nog even een gedoe voordat we de auto konden parkeren. We parkeerden in de drukke straat waar onze Air-bnb stond en snelden met onze koffers naar de accommodatie toe. Het appartementje zat in een soort van hofje, met Romeinse uitstraling. Na onze koffers neergeploft te hebben, verbinding gemaakt te hebben met de wifi en een lekker kopje koffie gedronken te hebben, besloten we het centrum van Bologna te verkennen. Toen we wandelden door de drukke straten, besloten we dat we genoeg in het verkeer hadden gezeten vandaag en gingen we op zoek naar een food-hal, waar in Bologna genoeg van te vinden zijn. Na een korte wandeling door de foodmarkt, met stalletjes vleeswaren, kazen en groenten, zochten we een terrasje op. We bestelden een Mojito en een Italiaans broodje en genoten van het Bolognezer stadsleven.
De avond viel over Bologna en na wat door de eeuwenoude straatjes gestruind te hebben besloten we een restaurant op te zoeken. We liepen onder de rijkelijk versierde arcades door en vonden, midden op straat, een terras. In veel Mediterrane steden begint het leven ’s avonds pas en Bologna is daar zeker geen uitzondering in. De straten stonden vol met terrassen en er hing een gezellige sfeer. We bestelden alle drie verschillende pasta’s en genoten er met volle teugen van. Zonder te overdrijven kan ik zeggen dat ik daar mijn allerlekkerste pasta aller tijden heb gegeten.
Bologna staat sowieso bekend om haar pasta’s en eten in het algemeen. Vandaar la Grassa, ‘de vette’, een van de bijnamen voor deze stad. De andere bijnamen zijn la Rossa (de rode), naar al de roodgekleurde dakpannen die de stad rijk is, en La Dotta (de geleerde). De eerste universiteit van Europa werd hier in 1088 opgericht en dat maakt Bologna tot de oudste universiteitsstad ter wereld. Nog steeds is Bologna een echte studentenstad.
De laatste bijnaam, la Turrita, is afgeleid aan de vele torens die in het oude centrum van Bologna staan.
Na het eten hebben we nog een ijs-zaak bezocht voor een paar bolletjes gelato. We slenterden naar het grote plein van de stad en gingen zitten op de treden onder de enorme Sint-Petroniusbasiliek. Een kerk die bedoeld was om de grootste kerk van Italië te worden, maar toen de Paus hier tijdens de bouw lucht van kreeg, verbood hij om verder te bouwen aan de basiliek. Tot gevolg dat de kerk zowel aan de binnen als buitenkant, nooit voltooid is.
Door verschillende steegjes, pleintjes en straatjes zochten we de weg naar onze Air-bnb weer terug. We ploften neer in onze bedden en moe, maar voldaan van onze kennismaking met deze stad vielen we in een diepe slaap.
Dag 5: Eataly
Voordat we onze roadtrip zouden gaan voortzetten, wandelde Annemijn in de luwte van ochtend onder de pompeuze arcades op zoek naar een bakkerijtje om een lekker ontbijtje te regelen. Na het ontbijtje en wederom met gevaar voor eigen leven met onze koffers door het drukke verkeer gehold te zijn, stapten we in de auto om de motor te starten en de weg weer op te gaan. Alleen in plaats van op zoek te gaan naar een nieuwe bestemming, bleven we in de buurt van Bologna. We gingen namelijk naar een pretpark, en niet zomaar een pretpark. Nee, we gingen naar FICO Eataly. Een soort van pretpark/museum, gewijd aan de Italiaanse keuken. FICO staat voor Fabbrica Italiana Contadina en in een enorme overdekte hal ontdek je al het beste wat de Italiaanse bodem te bieden heeft en hoe de producten gemaakt worden.
Wij kwamen naar Eataly voor een cursus pizza bakken. Samen met, hoe kan het ook anders, een groep andere Nederlanders werden we aan een lange tafel neergezet met voor ons een houten bak, bloem, wat gist en een glaasje koolzuurhoudend water. In gebrekkig Engels, of simpel Italiaans, kregen we instructies om ons eigen pizzadeeg te maken. En dat bleek een stuk ingewikkelder dan gedacht. Toen het deeg eenmaal klaar was, mochten we de pizza gaan bedekken. Met een flinke lepel tomatensaus, stukjes mozzarella en wat blaadjes basilicum toverden we zo onze eigen Pizza Margarita op tafel – eerst even in de steenoven, dat dan wel.
Het bereiden van een pizzabodem in Eataly, Bologna |
Na onze eigengemaakte pizza opgegeten te hebben, pakten we een fietsje om over de interne fietspaden van standje naar standje te gaan. Zo zagen we hoe Italiaanse worst gemaakt wordt, hoe Parmezaanse kaas stond te rijpen, hoe chocolatiers de heerlijkste bonbons maakten. Rondom het gebouw staan een soort van weilandjes, waar vee gehouden wordt en producten groeien die zo typisch voor de Italiaanse keuken zijn. Tevergeefs hebben we geprobeerd om truffels te vinden in een veldje waar de schimmels gekweekt werden.
Na dit culinaire avontuur was het tijd om weer in de auto te stappen. We reden Toscane binnen, het landschap begon te glooien en al snel reden we tussen de groene en gele heuvels, langs enorme graanvelden en akkers met bovenop de heuvels boerderijtjes, torentjes of kleine kerkjes. Onze volgende accommodatie was, wat ze in het Italiaans noemen, een agriturismo. Wat in houd dat je een kamer huurt bij boeren in de Toscaanse regio. Zo steun je direct de plaatselijke economie, en zit je bovendien midden in Toscane! Onze Agriturismo stond op een heuveltje, een eenmaal bovenop hadden we een panorama waar je u tegen zegt.
Want vanuit onze agriturismo keken we uit op Torre Tarugi, een verdedigingstoren uit de 13e eeuw, die al eeuwen geleden die functie heeft neergelegd, maar nu opgaat in het romantische landschap.
´s avonds zijn we in de schemering van de avond in de auto gestapt om eens lekker buiten de deur te gaan eten. IJverig zoekend op google maps vonden we het dorpje Pienza, en de route werd gestart. Pienza, zo bleek, was een vestigingsstadje gelegen op een heuvel, en wel op 490 meter hoogte. Anneke is een ervaren rijder en bleek de gehele vakantie een behendig bestuurder, maar in de schemering de onverlichte heuvels en haarspeldbochten oprijden maakte dat ook Anneke met klamme handjes achter het stuur zat. Gelukkig hadden we onze Cd’tjes en zongen we, terwijl we de bergpassen opreden, mee met de hits van Toto.
Wederom liet Toscane zich van zijn fijnste culinaire kant zien en hebben wij die avond heerlijk gegeten. Op de terugweg hebben we nog wat door de straatjes geslenterd, en een kerk bezocht, die open stond, maar verder compleet leeg was. Na een kaarsje te hebben opgestoken – voor onder andere een veilige terugrit – zijn we weer in de auto gestapt en zijn we door het donkere Toscaanse platteland teruggereden naar onze villa.
dag 6: Thermale baden
Het voelde als een film: wakker worden in een groot bed, de leuken open gooien en uitkijken over het Toscaanse landschap. Met je handdoekje naar het zwembad toe lopen om de dag te beginnen met een frisse deuk. Terwijl in de verte een boer bezig was met graan oogsten, lagen wij nog wat te dobberen in het koele water van het zwembad. En dat zomaar op een heuveltop, midden in Toscane. Na een lichte lunch hebben we het koelboxje gevuld om weer een dagje op pad te gaan. Bestemming: Bagni San Filippo.
Net buiten het dorpje san Filippo, aan de voet van de uitgedoofde vulkaan Monte Amiata, liggen de thermaalbaden van Bagni di San Filippo. Het eerste dat ons opviel toen we uit de auto stapten was de zwavelachtige (lees: rotte eieren) geur die van het beekje opsteeg en door het hele dorpje te ruiken is. We daalden af naar bedeneden en liepen door een bosrijk gebied, over verschillende paadjes richting de hoofdbron. Onder onze voeten stroomde al beekjes met het witte water en ineens doemde daar, te midden van het bos en de natuur, een grote witte rots op. Door het eeuwenlange stromen van het calciumcarbonaatrijke water zijn er rotsen ontstaan die wit kleuren door het calcium wat het water achterlaat. Omdat het water wordt verwarmd door de Monte Amiata, een uitgedoofde vulkaan, heeft het water een tempratuur van rond de 38°C.
Bagni di san Filippo, de thermale bron |
De baden worden beschouwd als de oudste natuurlijke baden door de mens
gebruikt, en er zijn nog restanten te vinden van antieke romeinse thermen. Nog
steeds is de plek geliefd onder lokale Italianen. En die zaten er dan ook. En
tussen al die hippe Italianen zaten wij, drie Hollanders met de polderklei nog
tussen de tenen. In de verschillende poeltjes zaten stelletjes, gezinnen en
verschillende mannen en vrouwen te genieten van het warme water. Of ze smeerden
gezichten en lichaam in met het witgrijze drab dat op de bodem van de poeltjes
lag, hetgeen een spookachtig gezicht gaf. Ook wij hadden plaats genomen in een
poeltje en genoten van het warme water. Aan het einde van de middag besloten we
om de heuvel weer op te klimmen en de auto op te zoeken. Aangekomen op de
Agriturismo zijn we meteen onder de douche gestapt, omdat bleek dat de
zwavelgeur zich moeilijk liet wegwassen.
Dag 7: Sienna
Voor het eerst sinds 3 dagen sta ik weer met een portemonnee in mijn handen.
Wat een vertrouwd gevoel. Ik sta onder de Kathedraal van Siena bij een
marktkraampje en de verkoper grijnst me schaapachtig toe. Omdat ik alleen een
briefje van 50 had, geleend van Anneke, moest de arme man eerst genoeg
wisselgeld regelen. Het resterende bedrag doe ik in mijn gloednieuwe
portemonnee en in alle voorzichtigheid stop ik hem in een apart vakje aan de
binnenkant van mijn rugtas.
We zijn in Siena, volgens velen op Florence na de mooiste stad van
Toscane. En mooi is het hier zeker. We parkeerden de auto buiten het centrum en
wandelden wat door de straatjes en streken neer op een terrasje onder een oud
kerkje. We bestelden een heerlijke (en geurige) truffelpizza en toen we alle
drie de pizza ophadden en de truffelwalm rond ons op trok besloten we om
richting de Piazza del Campo te wandelen. Het Piazza heeft de ovale vorm van
een antiek theather en is bekend omdat hier de Palio delle contrade wordt
gehouden. Dat is een paardenrace die 2 keer per jaar plaats vind en onlosmakelijk
verbonden is aan Siena. Een Italiaans spreekwoord luid dan ook: “Chi dice
Siena, dice Palio.” - “Wie Sienna zegt, zegt Palio.”
We verlieten het plein en liepen via eeuwenoude steegjes, trappetjes en
binnenpleintjes richting de kathedraal. Nadat ik mijn portemonnee gekocht had
en even uitgerust te hebben in de schaduw, besloten we de imposante kathedraal
ook maar eens van binnen te bekijken. Als je ooit in Siena bent, moet je dit
beslist even doen. Binnen op de vloer van de kerk liggen prachtige mozaïeken
die het scheppingsverhaal uit de bijbel laten zien, maar ook iets van de
ontstaansgeschiedenis van Siena. De stad is ooit begonnen als een Etruskische
nederzetting, later overgenomen door de Romeinen en tijdens de middeleeuwen
uitgegroeid tot een van de meest machtige financiële centra van Europa. Tot het
uiteindelijk de concurrentiestrijd met Florence verloor en halverwege de 16e
eeuw kwam de stad vrijwel tot stilstand. Met als gevolg dat het middeleeuwse
centrum grotendeels intact is gebleven.
Na de kerk hadden we nog genoeg moed om de Facciatone de beklimmen. Een soort van hoge muur, compleet met ramen. Maar er is iets geks, de muur staat zomaar in het niks, recht tegenover de zijkant van de kathedraal. De Duomo, zoals de Kathedraal ook wel genoemd word, moest oorspronkelijk de grootste kerk binnen het christendom worden, tot dat de pest en de geldverslindende oorlogen met Florence daar een eind aan maakten. Bovenin de Facciatone heb je een prachtig 360° uitzicht over Siena en de omliggende heuvels.
Na de klim lieten we ons storten op een terrasje en bestelden we een verkoelend drankje.
De Douma van Siena |
Na de kerk hadden we nog genoeg moed om de Facciatone de beklimmen. Een soort van hoge muur, compleet met ramen. Maar er is iets geks, de muur staat zomaar in het niks, recht tegenover de zijkant van de kathedraal. De Duomo, zoals de Kathedraal ook wel genoemd word, moest oorspronkelijk de grootste kerk binnen het christendom worden, tot dat de pest en de geldverslindende oorlogen met Florence daar een eind aan maakten. Bovenin de Facciatone heb je een prachtig 360° uitzicht over Siena en de omliggende heuvels.
Na de klim lieten we ons storten op een terrasje en bestelden we een verkoelend drankje.
We lieten Siena achter ons, we zochten onze auto’s weer op en reden
terug naar onze Agriturismo waar we heerlijk gegeten hebben. In ons mooi en
rustig gelegen agriturismo proosten we nog eens op onze reis en al het moois
was we al van dit land mochten zien. Wat een verschil met de dag er na, want 24
uur later zouden we ons in een omgeving bevinden dat vrijwel in geen enkel
opzicht leek van het rustiek en serene Toscane.
Binnenkort deel 3: Napels en Pompeii
In het volgende deel van Bella Italia dalen we verder af naar het zuiden van Italië. We rijden naar Napels en Pompeii. Maar dat lees je een andere keer, tot dan!
Laat me weten wat je van de blog vind!
Als je het leuk vind, of als je tips hebt over het onderhouden van een blog... ik hoor het graag!
Een reactie is altijd welkom!
Hangouderen in Siena |
Binnenkort deel 3: Napels en Pompeii
In het volgende deel van Bella Italia dalen we verder af naar het zuiden van Italië. We rijden naar Napels en Pompeii. Maar dat lees je een andere keer, tot dan!
Laat me weten wat je van de blog vind!
Als je het leuk vind, of als je tips hebt over het onderhouden van een blog... ik hoor het graag!
Een reactie is altijd welkom!
Reacties
Een reactie posten