Moed opbrengen om de laatste persconferentie te bekijken kon ik niet. Ik merkte aan mezelf dat ik coronamoe begon te worden. December ging nog wel. Dan heb je een kerstboom staan en heb je lichtjes hangen. Het helpt je de donkere maand door. Maar waar december nog zijn gezelligheid heeft is januari gewoonweg een nare, donkere rotmaand. Weg lichtjes, weg gezelligheid.
Gezelligheid opzoeken heeft geen zin, want alles zit op slot. Alle spontaniteit
is weg. Vorige week zondag nog hebben we een prachtige wandeling door
Gaasterland gemaakt. Maar voor een kopje koffie na de tijd, dan geraak je in
deze tijd toch al snel bij de McDonald’s. Het is je enige optie. Afgelopen
weekend met vrienden; we wilden wat doen. We zijn het thuis zitten bui.
Nou, daar zaten we hoor, een mcKroket weg te happen in de auto.
Het was onze gezamenlijke hoogtepunt van de week.
De televisie is het enige aanbod van amusement. Ik kijk
programma’s als nooit tevoren. Het heeft me veranderd in een zure tv-recensent.
Op een avond, toen ik na de maaltijd de sociale media checkte, kwam plotseling
het bericht dat in Washington DC het Capitoolgebouw bestormd werd door woedende
Trump-supporters. In mijn hoofd zag ik bij OP1 meteen een tafel van bij elkaar geplukte
Amerikadeskundigen zitten. Met aan het hoofd Maarten van Rossem.
Het klopte allemaal. En niet alleen bij OP1, maar overal. De hele avond.
En toch blijf je kijken.
Nog nooit heb ik zo intensief De Slimste Mens zitten kijken.
Ik puzzel mee, vul de galerijen in, noem hardop de antwoorden.
‘Bauhaus!’ schreeuwde ik naar de teevee, toen een kandidaat niet snel genoeg op
een bekende bouwstijl kwam. ‘HET IS BAUHAUS!!’.
Ik herken mezelf niet meer terug.
En dan de commercials: zit je in een stevige lockdown, wordt
je in de decembermaand overspoeld met zoetsappige reclames waarin je families
en vrienden gezellig met elkaar aan een kerstdiner ziet zitten. En jij zit
daar, op de bank.
Het nieuwe jaar is begonnen, en hups, daar heb je de reisbureaus weer met hun
tropische bestemmingen. Kijk eens hoe mooi het hier is, kom lekker genieten.
In die vele treurige ritjes naar de McDonald’s weet muziek nog enige troost te
bieden. Zit je net lekker mee te zingen, hoor je plots Thierry Baudet uit je
speaker schreeuwen dat je Nederland terug moet stemmen.
Terug van wat? Waar was Nederland heen al die tijd?
En dat op Radio2, van de NPO. Het door hem zo verachte mediakartel. Zet je de televisie
aan zit hij bij OP1, zet je de radio aan zit hij in het STER-reclameblok.
Met het schuim op mijn tanden trap ik het gaspedaal in en woedend eet ik mijn
hamburger.
Genoeg geklaag. Een positief bijeffect van de afgelopen
lockdowns is dat ik meer boeken heb gelezen dan dat ik van tevoren deed. Bij de
plaatselijke boekhandel, om ze toch een beetje te steunen in deze moeilijke
tijd, heb ik het boek ‘Wolfstijd’ van de Duitse auteur Harald Jähner besteld.
Een boek over het Duitsland in de eerste jaren na de oorlog. Een land in puin,
de mannen verslagen en gedesillusioneerd, de vrouwen alleen met hun kroost, stelend
en scharrelend om te overleven.
Miljoenen mensen zwierven door Duitsland, verdreven uit hun woongebied, bevrijd
uit concentratie- en krijgsgevangenenkampen.
Van de ene schok tuimel ik naar de andere schok. Ik lees over het geallieerde
en rode leger, hoe die zich gedroegen tegenover de overgebleven vrouwen – en hoe
ze in vele gevallen verkracht en misbruikt werden. Maar de vrouwen maakten er het
beste van. Ze zochten plezier, dansten wat af, vreeën ook wat af overigens.
Het puin werd geruimd, het land werd met vallen en opstaan weer opgebouwd.
Een gedachte zwerft tussen het lezen door telkens in mijn hoofd.
Het kan altijd erger.
En: ooit zal het weer zijn zoals het was.
jmzwaan
Reacties
Een reactie posten