Laatst sprak ik iemand die van Urk afkomstig is. En diegene sprak Nederlands tegen mij.
Er zijn veel dingen waarover ik kan mopperen. Er zijn ook een aantal dingen in het leven waar ik totaal geen raad mee weet en waarbij ik dan zo goed als ik kan mezelf doorheen probeer te manoeuvreren. En er zijn dingen die me zo irriteren, die zo indruisen tegen alles wat ik ben, dat het me simpelweg agressief maakt.
Mensen die Nederlands spreken tegen iemand die in dialect praat,
terwijl ze datzelfde dialect ook machtig zijn - is één van die dingen.
Is Nederlands spreken dan verkeerd? Welnee. Het is een goede
zaak dat je de Nederlandse taal machtig bent. Wat maakt het dan dat het meteen
in mijn irritatiezone schiet?
Ten eerste ontstaat er in zo’n situatie een vreemde
kortsluiting in mijn hoofd. Want wat wordt er nu van mij verwacht? Dat ik ook
Nederlands ga praten? Als we allebei van Urk afkomstig zijn en we zijn onder
vier ogen, dan kunnen we toch gewoon in het Urkers communiceren? Ik zie in de
verste verte geen reden, en die kan ik ook niet bedenken, om dan Nederlands met
elkaar te praten.
Ten tweede vraag ik mij af: waarom? Waarom zou je in de
lieve vrede besluiten om Nederlands te gaan praten? Wat zit er achter? Wil je
de professionaliteit bewaren? Dat kan, maar het Urker dialect kent toch genoeg
woorden om je voldoende professioneel uit te drukken? En als er iemand die van
buiten Urk afkomstig is aansluit, dan schakelen we toch gewoon over in het
Nederlands? Geen probleem. Doen we niet moeilijk over.
Of is het om jezelf een houding te
geven misschien? Dat je jezelf ziet als professional en je jezelf ook zo wilt
manifesteren. Zo kun je laten zien dat je serieus genomen wilt worden. Of het
is een middel om je functie of positie te etaleren. Beide plausibele
verklaringen, maar nog steeds wekt het ergernis op. Laat staan als het in een
informele setting gebeurt, dan kan ik moeite doen wat ik wil, maar begrip voor dit vreemdsoortige gedrag zal ik niet vinden.
Ten derde, en dit is iets wat mijn tenen laat krommen, mijn haren
laat doen rijzen en mijn maag doet laten borrelen: de overdreven articulatie.
Dan valt ineens de letter ‘N’ weg aan
het einde van een werkwoord, gaat de toon in het midden van een zin omhoog alsof
het opgetild wordt, en wordt de ‘R’, die fijne harde Urker R, ingeslikt als een
goedkope rode wijn die je achterin je mond laat rollen en daarna weer uitspuugt.
Er zijn veel geluiden in de wereld die
ondraaglijk zijn voor het menselijk oor. Een opstijgend vliegtuig: niet fijn. Een
krijsende baby: moet je niet te lang horen. Het knarsen van metaal op metaal:
afschuwelijk. Urkers die hun tongval zo willen verbloemen dat ze het gaan compenseren
met een versie van het Nederlands, zoals ze dat ooit eens op televisie gehoord
hebben, en waarvan ze denken dat dit correct is: afgrijselijk, onuitstaanbaar en
afschrikwekkend wat mij betreft.
Wat is er nu mis met Nederlandse spraak, waarbij je hoort
dat iemand van een bepaalde plek afkomstig is? Een harde R en N horen nu
eenmaal bij ons dialect.
Bij iemand uit Friesland hoor je dat. Iemand uit Limburg zal
zichzelf altijd verraden door zijn zachte G. Daar is helemaal niks mis mee.
Dialecten worden al met uitsterven bedreigd. laten we de verscheidenheid binnen
de Nederlandse taal koesteren. Je mag best laten horen dat je van Urk afkomstig
bent, en tegelijkertijd kun je netjes Nederlands spreken. Dat kan best samen.
En alsjeblieft: laat dat Gooische gedoe toch achterwege.
Reacties
Een reactie posten