Ach, die arme Pim Lammers. Mocht ie een langgekoesterde droom in vervulling laten gaan om dichter van de Kinderboekenweek te zijn, heeft vergeten zangeresje Monique Smit een kortverhaal voor volwassenen gevonden dat een intieme relatie tussen een voetballertje en trainer als thema heeft. (Een thema zo oud als de weg naar Rome trouwens). Het leidde zelfs tot Kamervragen van Van Haga, die door zijn vragen liet blijken het verhaal niet gelezen te hebben – laat staan zich verdiept te hebben in de auteur. En die auteur voelt zich nu, door een hetze vanuit deze conservatieve kringen en zelfs doodbedreigingen richting hem, genoodzaakt zich terug te trekken van die hele Kinderboekenweek. Het zegt genoeg over de zogenoemde ontlezing in dit land. Feit en fictie worden nog amper gescheiden, of de onderscheiding ervan wordt nauwelijks nog begrepen, auteur en werk staan niet meer los van elkaar. Onderbuikgevoelens en misinterpretaties hebben vrij spel. Nou, fijne ontwikkeling hoor.
Misschien moest ik door het bovenstaande deze week zomaar denken
aan de radiocolumn van Elfie Tromp. Weet je het nog? In die woelige tijd met
die uit de hand gelopen ruzie tussen twee Urker jongens waarvan één met Marokkaanse
ouders, wat uitliep op een meute tuig voor en in het huis van die jongen? Het
was een schandalige toestand, het dorp in rep en roer, camerabusjes reden in en uit. En
Elfie Tromp sprak een radiocolumn uit.
Wat ik me vooral herinner is de ophef en
hevige emoties als reactie op die afzichtelijke tweeënhalve minuut zendtijd. Het
plaatselijke politiebureau bood plaatsgenoten de kans om aangifte te doen. De
toenmalige burgermeester onderzocht of er juridische stappen genomen konden
worden tegen de kwetsende columnist.
Indertijd was ook ik pislink na het horen
van de woorden van Tromp. Maar aangifte heb ik niet gedaan. Misschien vond ik
het net een stap te ver gaan. In plaats daarvan stapte ik briesend achter de
tekentafel en tekende ik mijn frustraties van me af in de vorm van een
stripverhaaltje. En die frustraties zat hem niet in de woorden zelf, maar
vooral in de gemakzuchtige manier waarop hij in elkaar was gestoken en vervolgens
werd uitgesproken.
Meteen bij het zien van het YouTubefilmpje was duidelijk dat
Tromp nog nooit eerder van Urk had gehoord. In de trein naar de studio – althans,
zo stel ik mij dat zo voor – had ze de Wikipediapagina van het voormalig eiland eens door gescrold en alle vooroordelen en aanwezige eigenaardigheden op een rijtje gezet. Ze snuiven allemaal wat af! Waar is God in dit o zo Christelijke
dorp? Inteelt! Vergeet inteelt niet! Ze hebben zelfs een eigen inteeltziekte!
Overdrijving als stijlvorm, zo verweerde Tromp zich na de
kritiek. Inderdaad, overdrijving is een veel toegapaste stijlvorm bij
columnisten. Maar tussen overdrijving en het punt dat je maken wilt zit een heel
precaire balans, die niet velen in de vingers hebben. De plank wordt vaker misgeslagen
dan raak, om het zo maar te zeggen. Waar ik indertijd het schuim op mijn lippen
had staan, haalde ik nu na het opnieuw luisteren mijn schouders op en dacht ik:
tsja, het is gewoon een hele slechte column.
Woorden dien je te bestrijden met woorden. Een column mag
best prikkelen of schuren en een columnist mag ook best klappen uitdelen. Dat
is waar een columnist voor is. En daarbij bedacht ik me onlangs: eigenlijk is
het ook wel eens goed om iets te horen waarmee je het niet per sé eens bent.
Hoe vaak lezen we, luisteren of zien we nog iets waar we het niet mee eens zijn?
Waarvan we van streek raken? Wat ons laat ergeren en ons bloed laat koken? En
hoe vaak dwingen we onszelf om daar eens rustig over na te denken en te onderzoeken
wáárom we het er niet mee eens zijn?
Ga maar na: televisie is zo
gladgestreken en doodsaai gemaakt dat het nog amper gekeken wordt. We vluchten
massaal de streamingsdiensten op waar het algoritme precies weet en ons trakteert
op wat we willen zien en horen.
Gun jezelf de kans om lekker te ergeren. Daag jezelf uit om te
ontdekken waarom en waar het vandaan komt. En doe er je voordeel mee. In het
geval van Pim Lammers: dat is waar literatuur voor is bedoeld.
Eigenlijk hebben we juist meer mensen als Pim Lammers nodig.
En vooruit, Elfie Tromp mag ook genoemd worden.
Reacties
Een reactie posten