Het voordeel van werken in een bibliotheek is dat er dagelijks tientallen boeken door je handen glijden. En omdat ik de tip had gekregen af en toe eens jeugdliteratuur te lezen, om te weten wat je jongeren zoals aan kunt bieden in boekenland, sloeg ik de kaft van een willekeurig boek open en las ik de eerste pagina.
Dit boek ging mee naar huis.
Ey, luister es! Zoals de titel luidt is geschreven door de Noorse auteur Gulraiz Sharrif en gaat over de 15-jarige Mahmoud. Een Noorse jongen van Pakistaanse komaf die zijn zomervakantie op een bankje voor zijn flatwoning in Oslo-oost slijt. Zijn oom Ji komt langs uit Pakistan. Mahmoud krijgt de taak om zijn gids te zijn en Oslo te laten zien.
Het boek is geschreven vanuit de ogen van Mahmoud, die de
wereld ziet met een eigenzinnige en scherpe blik. Zo peinst hij over de vraag
hoe het nu eigenlijk moet, het land overnemen, want dat zegt minister Siv
Jensen altijd. ‘Noorwegen overnemen, dat is niet niks, er is massa bos hier,
man!’
En wie moet het doen? Somaliërs kauwen
de hele dag qat, de Irakezen treuzelen urenlang op dezelfde kop koffie, de Marokkanen
smoken de hele dag en de Turken zijn te druk bezig met hun groentewinkeltjes,
ze hebben geen tijd. En de Pakistanen moeten taxi rijden, hun kinderen worden
later doctoren, advocaten en ingenieurs, dus hij heeft zelf ook geen tijd.
Als zijn broertje zich steeds merkwaardiger gaat gedragen - hij
speelt met poppen en draagt zijn moeders sierraden - begint Mahmoud zich zorgen
te maken. Zeker wanneer zijn broertje een geheim toevertrouwd waardoor Mahmoud
in de war raakt. Net nu zijn Pakistaanse oom er is. Hoe zal zijn familie
reageren? En de rest van zijn buurt? Terwijl Mahmoud zijn oom door de stad
gidst, beseft hij dat hij deze zomer flink op de proef gesteld wordt gesteld –
als broer en lid van een Pakistaanse familie.
De gedachtespinsels van Mahmoud zijn
vermakelijk, heerlijk brutaal en satirisch. Hij neemt niet alleen de Noorse
elite op de hak, maar ook zijn eigen afkomst. Nergens wordt de
maatschappijkritiek in het boek belerend of moralistisch. Het zit verpakt in observerende
en rake humor waar ik tijdens het lezen wel fan van werd.
De reden dat ik dit boek schrijf is omdat Noorse Noren zoiets diggen. Ze houden ervan dat een buitenlander, zo mogelijk een enigszins onderdrukte en ongeslepen diamant, een of twee boeken zit te schrijven. Over hoe het ‘eigenlijk’ is om ’n zwarte te zijn, over alle littekens, over alle pijn, alle moeilijkheden. Je weet wel, omdat ze durven niet zoveel met ons te praten. […] Voor een Noor is het lezen over ons zoiets als promoveren, daarna ze voelen hun horizon is verruimd.
Tsja. Raak.
De vertaalster moet er overigens een flinke klus aan hebben
gehad. Het boek vertalen vanuit Noorse straattaal en er dan ook nog Nederlandse
straattaal van maken. De lidwoorden vallen weg, de zinsopbouw wordt hier en
daar omgegooid. Het is even wennen - vooral als je tegen taalverloedering bent - maar spreek je eenmaal de taal van Mahmoud dan ontdek je dat het een jongen met een hart van goud is. De manier waarop hij
besluit op te komen voor zijn broertje is hartverwarmend. Naast maatschappijkritiek en integratie gaat het boek vooral over acceptatie.
Het is voor mij inmiddels een tijdje geleden dat ik jeugdliteratuur las. Toen er laatst gevraagd werd of ik een goeie tip wist voor een scholier, kwam ik niet verder dan Koning van Katoren. Een boek dat indruk op me gemaakt heeft hoor, daar niet van. In de volle verwachting dat ik de scholier net zo’n leeservaring kon aanbieden overhandigde ik het boek, om het later weggemoffeld in de boekenkast weer terug te vinden. Misschien toch wat te braaf?
Dit boek van Gulraiz
Sharif is eigentijds prikkelend, uitdagend en brutaal. Het zou goed zijn als er meer van
dit zulk boeken komen, ook van eigen bodem.
Als je zo de jeugd niet aan het lezen krijgt…
Reacties
Een reactie posten