Bij het laatste seizoen van De Slimste Mens deed Dwight van van de Vijver mee als deelnemer. Toen er iets gevraagd werd over zijn werk – hij is politieman – begon hij zijn antwoord met: ‘kijk, het is geen rocket science…’
Dat vond ik jammer. Omdat Dwight op
mij als kijker een amicale en intelligente indruk maakte en ik nu toch ineens anders
naar hem keek. Dat lag niet aan hem, maar door dat domme Engelse taalgebruik. Het
is geen rocket science, wanneer is dat ons taalgebruik binnengeslopen?
Die uitdrukking wordt vaak gebruikt om iets te duiden wat op
het oog ingewikkeld lijkt, maar helemaal niet zo bijzonder ingewikkeld is. Inderdaad,
raketwetenschap is niet aan het klootjesvolk besteed. Ik zie mezelf nog niet
één-twee-drie eigenhandig een raket de atmosfeer uitspuwen. Maar om dat nu als
maatstaf te gebruiken voor alle andere ingewikkelde dingen? Dat is nogal wat. Ik
tik dit bericht op een scherm vol nulletjes en eentjes, als ik een toets indruk
op het toetsenbord weet de computer dat er een letter op het beeldscherm moet
verschijnen, ik plaats dit straks op een blog op het wereldwijde web en
duizenden kabels en draadloze netwerken maken mogelijk dat jij dit leest op een
beeldscherm. Tenminste, als ik het zo goed heb, want het internet is wonderlijk
en ingewikkeld, maar rocket science is het dus niet.
Het is een kriebelbegrip, om het zo maar te zeggen, zo erg
zelfs dat ik er lichtelijk agressief van wordt. Laatst een reclame voor een
schoonmaakmiddelmerk. Dat als je dat product gebruikt een onwijs schoon en fris
toilet krijgt. Springt er zo’n vervelende geanimeerde eend in beeld die afsluit
met ‘het is geen rocket science!’
Hou je snavel, denk ik dan.
Waarom niet gewoon Nederlands? ‘Het is geen hogere wiskunde’
of ‘het is niet bijzonder ingewikkeld’ voldoet toch ook?
Wil je het toch gebruiken, prima, maar maak er dan raketwetenschap
van. Ik vind het één van de meest mooie woorden die het Nederlands rijk is:
wetenschap. Het dekt zo lekker de lading. In ieder geval beter dan dat kille science.
Maar goed, wie ben ik. Iedereen mag lekker zelf weten welke anglicisme
hij in zijn taalgebruik bezigt. Daar zijn we immers Nederlanders voor, met ons
tolerante taaltje.
Taal is tenslotte geen raketwetenschap.
Reacties
Een reactie posten