Als je blogt over de Hebbanchallenge dien je ook te bloggen
over de boeken die je leest, vind je ook niet?
Dit boek gleed mijn handen door en vanwege de cover en de
titel besloot ik hem mee te nemen. Nu had ik nog nooit van Yann Martel gehoord,
hij schijnt Life of Pi geschreven te hebben en op de achterkaft wordt hij een
meesterverteller genoemd. Nou, dat belooft wat!
Het boek verteld over de levens van drie mannen die op het
eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben, maar waar toch een rode draad doorheen
loopt. Het boek telt maar drie hoofdstukken. Eigenlijk zijn het drie korte
novelles. Maar wat is dan die rode draad?
Thuisloos
Als de jonge Tomás aan het begin van de vorige eeuw in het
archief van Lissabon een dagboekje vindt van een zekere pater, die het heeft
over een artefact wat de kerk op zijn kop zal zetten (vrees niet, het wordt
geen Dan Brown en bovendien schrijft Martel beter) besluit hij op zoek te gaan naar
het voorwerp. Zijn zoektocht leidt hem naar de hoge bergen van Portugal en om
daar te komen leent zijn oom hem een spiksplinternieuw soort vervoersmiddel:
één van de eerste automobielen.
Hoe Tomás met de auto omgaat en hoe de
mensen in Lissabon – en zeker op het platteland – reageren is kostelijk om te
lezen. Maar waarom leent zijn oom eigenlijk zijn kostbare bezit uit aan zijn
neef? En waarom wil hij per se opzoek naar dat artefact? Het antwoord daarop
valt samen met de reden waarom Tomás achterwaarts lopend door het leven gaat.
Thuiswaarts
Het tweede hoofdstuk speelt zich af op oudjaarsavond van
1938. Patholoog Eusebio zit in zijn werkkamer bezig met een autopsie als hij
bezoek krijgt van zijn diepgelovige vrouw Maria. Die begint een relaas waarom
verhalen belangrijk zijn en wat de overeenkomsten zijn tussen de vier evangeliën
en het werk van Agatha Christie. Waar het vorige hoofdstuk nog wel luchtig en humoristisch
was, wordt het hier een beetje droog. Maar dan, als zijn vrouw is verdwenen en een
nieuwe bezoekster zich aandient, begint Martel ineens een partij magisch
realisme te bedrijven.
Dat is helemaal niet erg, ik begreep
wat Martel er wilde mee zeggen, maar het slaat de toon van het boek een beetje door
de war. En daarna blijf je je afvragen wat waar is en niet waar.
Thuis
De Canadese senaat Peter Tovy redt, niet lang na het
overlijden van zijn vrouw, een chimpansee uit een dierenverblijf. Het betekent
een einde van zijn bestaande leven in Canada en een nieuwe start in het land
van zijn ouders: Portugal. Tsja, meer kan ik niet over vertellen zonder alles weg
te geven, behalve dan dat blijkt hoezeer de levens van de mannen verbonden
zijn.
Ach, het was een leuk boek om te lezen. Al valt het boek
lastig te classificeren: is het nu een reisverslag? Is het een magisch
realistische droom? Is het een biologisch onderzoek? Het zijn vooral drie verhalen
die allen bijzonder prettig zijn opgeschreven. Bovendien zit het vol met mooie
zinnen en observaties over het leven zelf. Ja, daar moet je voor in de
stemming zijn, maar hebben we allemaal niet eens zo’n bui?
Wat ik nog kan verklappen over die rode draad: verlies, religie,
Portugal en chimpansees.
En nog de volgende zin die bleef hangen: we zijn
opgeklommen apen, geen gevallen engelen.
Misschien is dat ook wel de manier om het boek samen te vatten. Goed, het klinkt misschien een beetje acradabra, maar als je eenmaal het boek gelezen hebt zul je begrijpen wat ik bedoel.
Reacties
Een reactie posten