Vorige week schreef ik een blogpost dat ik bezig zat in een
boek dat ik voor mijn verjaardag had gekregen. Bezeten Stad, of Salem´s Lot zo
je wil, van Stephen King. Nu had ik wel eens wat boekverfilmingen gezien van
Stephen King, maar niet eerder had ik een boek van de man gelezen. Dit was dus
mijn eerste King en hoewel ik niet meteen een liefhebber van griezel, - en
horrorverhalen ben, moet ik zeggen dat het schrijfwerk van King en deze nagelbijter
me bijzonder wist te boeien.
Salem’s Lot, een rustig ons-kent-ons stadje in het
Amerikaanse Maine, wordt in de zomer van 1975 bezocht door een drietal
vreemdelingen. De eerste is Ben Mears, een schrijver die opgroeide in het
stadje, maar wegtrok en terugkeert om een boek te schrijven over het plaatsje
en één huis in het bijzonder. De andere twee mannen zijn Straker en Barlow, die
in het stadje een antiekzaak openen en hun intrek nemen in juist dat huis waar de
onplezante jeugdherinneringen van de schrijver liggen.
Niet lang daarna gebeuren er vreemde dingen in het Salem’s
Lot. Er verdwijnen een stel kinderen, twee broers, waarvan er maar eentje wordt
teruggevonden. Maar die begint na verloop van tijd vreemde gedragsveranderingen
te laten zien. En zo beginnen meer mensen zich na verloop van tijd zich vreemd te
gedragen of te verdwijnen.
Laat ik maar meteen verklappen waar het boek om gaat: vampiers
(vampieren?). Bezeten Stad, Salem’s Lot, is een moderne versie van Bram Stokers
Dracula. Wat als Dracula naar het Amerika van de twintigste eeuw kwam, vraagt
King zich hardop af in zijn voorwoord waarin hij zijn werk toelicht – altijd aardig
wanneer schrijvers dat doen. Hoe zullen de mensen in zijn tijd, hij schreef het
boek in de jaren 70, reageren op de komst van het ultieme product van bijgeloof
en volksverhalen: een vampier?
Stephen King neemt ruimt de tijd om alle personages te
introduceren. Soms meer tijd dan me lief is. In een griezelroman is het niet
echt noodzakelijk om te weten welk merk cola iemand drinkt nietwaar? Maar toch,
hij zet zulke goede karakterschetsen neer en wat er omgaat in hun hoofden, wat
hun verlangens zijn of juist hun duistere kanten, dat als het verhaal eenmaal
op stoom is je razend benieuwd bent hoe al die verhaallijntjes samenkomen en wat
hun afloop zal zijn. Dat heeft King bijzonder knap gedaan. En het maakt het
verhaal geloofwaardiger en realistischer dan me, alweer, lief is. Want de
nachten werden korter en de gretigheid om bladzijden om te slaan groter.
Iets later brengt toeval, of ongeluk, een gezelschap mensen,
waaronder Ben Mears, bij elkaar en wijst de oorzaak van de vreemde
gebeurtenissen wel bijzonder verdacht naar de vreemde Straker en zijn compagnon
Barlow. Vanaf dan is de spanning om te snijden en begint het verhaal tot, zoals
King het zelf zegt, een soort van Moby Dick te komen. Bijzonder spannend.
King weet inderdaad als geen ander de spanning op te bouwen
en je geboeid te houden. Soms schrijft hij met veel humor, wat het verhaal
aangenaam maakt om te lezen. Maar vaker nog, vooral als de eerste vampiers zich
aandienen, schrijft hij dood- en doodeng. Zonder een scène te willen verklappen
kan ik je verzekeren dat ik mezelf op een gegeven moment erop betrapte toch maar
even een gordijntje dicht te doen.
In het verhaal wordt een soort epidemie-element toegevoegd: een
beet in je hals is besmettelijk. Je begint zelf in zo’n creatuur te veranderen wanneer
je ongelukkigerwijs een paar slagtanden in je hals gezet krijgt. Wat me
overigens wel een logische vraag deed stellen: als het besmettelijk is, en er
al zolang vampiers zijn, zou inmiddels toch de ganse wereldbevolking met
slagtandjes rond moeten lopen? Maar ach, wat doe ik nu flauw. Het verhaal dient
geen enkel ander doel dan je te laten griezelen en daar slaagt het verschrikkelijk
goed in. Ik wist niet dat het zo leuk kon zijn.
Al met al kan ik zeggen dat ik wel fan ben geworden van die
King. Het is ook leuk om te lezen hoe hij zelf terugkijkt op het boek. Het was
slechts zijn tweede roman, en het moest een grootste roman worden. Het moest
zich kunnen meten aan dat andere bekende vampierverhaal en ja, dat lees je ook
wel terug. Maar door zijn stijl, soms droogkomisch, soms luguber en doodeng,
zijn uitstekende beschrijvingen van zowel de plaats als de mensen en alle commentaar
die tussen de regels door wordt uitgesproken op de maatschappij en de wereld,
was het een aangename kennismaking met Stephen King. Het smaakt naar meer,
hoewel het wel allemaal dikke pillen zijn hoor. Het is nu even tijd voor iets
anders.
Als je nog nooit een boek van King gelezen hebt, of op zoek bent naar een goed griezelboek, kan ik je dit boek van harte aanbevelen. Maar wees gewaarschuwd: je zult overdag met kleine oogjes rondlopen en in de avond wel drie keer controleren of alles goed op slot zit.
Reacties
Een reactie posten