Schrijven is eigenlijk net als tekenen.
Laten we een stripfiguurtje nemen. Van tevoren is het goed
om te weten in welke stijl je wilt gaan tekenen. Wordt het een figuurtje zoals
je in Amerikaanse cartoons op televisie ziet of eerder een figuurtje in de
geest van Hergé of Vandersteen?
Dan schets je wat vormen. Je bepaalt waar het hoofd en de
romp moet komen. Bij schrijven zijn dat de ideeën die je hebt. Wat wil je
overbrengen?
Daarna vul je de vormen in. Je geeft de neus, ogen, oren en
mond een plek totdat de vorm een gezicht heeft. Bij schrijven is dat kiezen op welke plek je wat vertelt. Alles in één keer willen vertellen lukt simpelweg niet. Geef alles een eigen plekje. Pas daarna zul je het gezicht zien.
Over de stijl: wil je Homer Simpson tekenen, dan heb
je voor het shirt een paar simpele lijnen nodig. Kies je voor Kuifje, dan moet
je hier een daar een plooitje in de kleding toevoegen.
In potlood tekenen, of schetsen, heeft als voordeel dat je
ruw werken kunt. Je zet meerdere lijntjes, het lijkt misschien wat rommelig.
Toen ik naschoolse bijles volgde merkte een leerling op dat ik aan ‘het krassen’
was als ik in potlood tekenende. ‘Dat maakt niets uit,’ zei de leraar, ‘laat
hem maar krassen.’
Een goede tekening is nooit zomaar in
één keer met potlood op papier gezet. Dat lukt niet. Zo is dat net met schrijven,
je moet eruit gooien wat je in je hebt.
Als je dat gedaan hebt is het tijd om je inktpen uit je etui
te vissen. De beste lijnen trek je over in inkt. Voor de buitenlijnen,
om ze zo maar te noemen, gebruik ik vaak een wat dikkere pen. Voor de details
een dunnere. Bij schrijven staat de dikke pen voor wat je zeggen wil, de dunne
pen om het kracht bij te zetten met voorbeelden. Denk ik.
Dan is het tijd voor de gum: het potlood mag worden gewist!
Het figuurtje staat nu in inkt op papier. Bij schrijven: alles in je tekst wat
je verhaal niet vertelt mag worden geschrapt.
Je tekening/tekst is bijna af!
We hebben het alleen nog niet over de kleur gehad. Kleur je
het zelf in, of laat je het aan de verbeelding van de lezer over? Mag hoor,
maar toch raad ik je aan de kleurpotloden erbij te pakken.
Geef er je eigen draai aan, maak schaduwtinten, geef je
stripfiguur de kleuren die erbij past en breng hem tot leven. Met andere
woorden: zoek maar lekker naar je eigen vertelstem. Jouw stem/stijl zorgt voor de kleur van
je tekst.
En ook dit: wees niet bang om het
anders te doen.
Stel jezelf daarbij de vraag: zouden we ooit van Homer
Simpson gehoord hebben als Matt Groening hem een zalmroze huidskleur had
gegeven?
Reacties
Een reactie posten