‘Schokland is een magische plek,’ hoorde ik schrijver Eva Vriend
in een radio-uitzending zeggen. Ik kan niet anders dan het hartgrondig met haar
eens zijn. Schokland is een magische plek. Ik mag er graag komen, voor een wandeling
over het oude haventje of helemaal naar het zuidpunt om uit te rusten bij de
restanten van het kerkje. Schokland, dat heuveltje in een verder zo strak
landschap, blijft op een bepaalde manier altijd trekken. Het kan de vertrouwdheid
zijn van het oude land in een nieuwe polder, of omdat, als bij zoveel Urkers,
er een stukje familiegeschiedenis ligt. Het kan ook zijn omdat het huidige Schokland
zo lekker tot de verbeelding spreekt. Ooit was het een eiland in een woeste binnenzee.
Alles op Schokland is ooit. Ooit kabbelde
hier zout water tegen een palenscherm, ooit zongen hier mensen in een kerkje,
ooit klonken klompen van visserlieden op een plankier, enzovoort, enzovoort.
Op het museumpleintje heb ik ooit eens
iemand horen zeggen dat hij dwars over Schokland een leylijn voelde lopen. Je
weet wel, zo’n lijn met energie waarvan je wichelroede begint te trillen. Nu
heb ik nooit de ambitie gekoesterd dat zelf eens te onderzoeken, maar een geinig idee
is het wel.
Ik dwaal af. Hoe dan ook, Schokland is
in vele opzichten een bijzondere plek.
Het eiland
De geschiedenis van Schokland is een bijzondere en begint
ergens in de ijstijd. Er stroomden wat riviertjes, wat een meer werd, en na
vele stormen een ruwe binnenzee. De eilandbewoners van de Zuiderzee zagen hun
land opgeslokt worden, hun kostbare grond verzilten, en werden gedwongen de zee op te
gaan. Na de zoveelste overstroming – het gehele eiland stroomde in 1825 over –
besloot de overheid dat het niet meer langer kon. De situatie was onhoudbaar,
de kosten te hoog. Vooral het laatstgenoemde gaf de doorslag: de kosten voor
het onderhoud van het eiland en haar bewoners was de overheid al langer een
doorn in het oog.
Vanaf daar pakt Vriend met haar boek ‘Het eiland van Anna’
de draad op. Hoe verging het die Schokkers sindsdien? Hoe is het om je huis af te
moeten breken om het ergens anders weer op te bouwen? Waar trek je naar toe?
De Schokker diaspora – om het zo maar
te noemen – voltrok zich rondom het hele Zuiderzeegebied. Protestantse
Schokkers trokken naar plekken als Kuinre, Vollenhove en Urk. Katholieken naar
plekken als Volendam en Kampen – het Jeruzalem van het Noorden.
Nu ja, vlakbij Kampen dan. Netjes
buiten de stadsmuren. De krotjes die voor woning doorgingen mochten ‘geen
ontsiering zijn voor stadswandelingen’. Ze konden in de aangrenzende volksbuurt Brunnepe
terecht.
Anna
Als hoofdpersoon kiest Vriend voor Anna Diender, in 1910 geboren in Brunnepe, maar altijd gezien als Schokker vissersdochter. En zo heeft ze zich ook gevoeld. Op een zekere dag klopte de directeur van het nieuwe Zuiderzeemuseum op haar deur. Of de woning overgenomen mocht worden. Het zou een mooi plekje krijgen in het museum, en zo kon het Schokker erfgoed worden opgenomen in de herinnering aan een verdwijnende Zuiderzeecultuur. Anna stemde toe, kreeg een vergoeding en zag haar huisje nauwkeurig opgemeten en afgebroken worden. En ze kon niet wachten op de opening van het buitenmuseum.
Even schakelen
Benieuwd als ik was naar de geschiedenis van Schokland, waarbij
ik hoopte dat ik iets nieuws kon leren, moest ik op een zeker moment toch even schakelen.
De geschiedenis van Schokland komt niet echt aan bod, en het leven op het
eiland wordt maar summier beschreven. Dat zeg ik verkeerd: Vriend weet aan de
hand van dagelijkse beslommeringen, het woeste zeeklimaat en de wijdverspreide
armoede een prima beeld van het dagelijks leven op het eiland te schetsen, maar
ik had er zo graag meer over gelezen. Ze heeft haar focus duidelijk op de
Schokkers na de ontruiming gelegd. En misschien is dat nog wel interessanter,
want dat verhaal is nog niet eerder verteld.
Koren, Mariabeelden en Kiribati
In de kern is Het eiland van Anna een boek over migratie. Het
behandeld verschillende kwesties: hoe is het voor een groep om noodgedwongen te
moeten vertrekken? Hoe zorg je dat die groep goed terecht komt? En waarom weet
een groep, de Schokkers en hun nazaten in dit geval, zich verbonden te blijven voelen met hun plek van herkomst?
Vriend zit niet stil. Ze wordt lid van
een Schokkerkoor, zingt Schokker kerstliederen en hoort de verhalen over het
Mariabeeld dat uit het Katholieke kerkje is meegenomen naar de wal, en waaraan de
voeten nog vele kaarsjes zijn aangestoken. Ze verzamelt zulk materiaal op ‘verhalenmarkten’
en weet, wat mij betreft, haarfijn neer te schrijven wat die Schokker verhalen
zo bijzonder maakt.
Maar ze maakt het ook actueel: ze
reist af naar Arnhem om de enige in Nederland wonende Kiribatiër te interviewen.
Kiribati zal waarschijnlijk het eerste land zijn dat door toedoen van de
klimaatverandering onder de zeespiegel zal verdwijnen. Er is al asiel gevraagd aan Nieuw-Zeeland,
maar die zijn, net als de Zuiderzeekustplaatsjes toen, niet zo happig op de
komst van een hele bevolkingsgroep. De burgemeester van Medemblik had heus
niets tegen ‘die menschen’, maar plek bieden in zijn eigen stadje was dan ook
weer zowat. En wat moest je met die arme zielen? Schokkers brachten armoede met
zich mee. Nog zo’n thema, klassenverschil. Eén van de slotscènes laat zien hoe de
behandeling van de Schokker nazaten toen, tot de dag van vandaag kan
doorwerken. Het greep me aan, en bracht me tot nadenken.
Tot slot
Ik verwachtte een boek over Schokland, maar kreeg een boek over cultuur, migratie en gemeenschap in handen. Dat had ik niet verwacht, maar maakte het des te leuker om te lezen. Er zitten interessante en leerzame passages in. Door de thema’s die Vriend aansnijdt is het bovendien een actueel boek.
Hun eigen bijdrage aan de milieuproblemen is nihil, maar de Kiribatiërs zijn de eerste slachtoffers, schrijft Vriend, en daarmee trekt ze het boek naar het heden. Ik zou daar graag nog de toekomst bij willen voegen: wie weet zijn wijzelf op een dag (klimaat)vluchtelingen. Wat nemen wij dan mee?
Nog over Anna, die zo lang had gewacht om haar huisje weer eens terug te zien. Ik wil daar verder niets over verklappen, zoals de Volkskrant wel deed (en bedankt nog!), wel kan ik verzekeren dat iedereen die het Zuiderzeemuseum heeft bezocht het huisje van de binnenkant heeft gezien.
Het eiland van Anna. Gaat dat lezen.
Reacties
Een reactie posten