Doorgaan naar hoofdcontent

#97 Dolhuis


Een collega stelde vanochtend voor om een tafel in te richten met ‘vergeten schrijvers’. Ze was op dit idee gekomen omdat een klant had gevraagd naar Carmiggelt. Van alle vestigingen had alleen Almere die in de catalogus. Voordat ze de kronkels kon lezen, moest ze dus eerst een reservering doen, een paar dagen wachten en dan weer terugkomen om het boek op te halen. Hoe mooi zou het zijn als Carmiggelt gewoon in de polderbieb zou liggen?

Een prachtig idee. Iedere bibliotheek zou minstens één Carmiggelt moeten hebben. En ik voegde er vrijwel meteen Büch aan toe, want daar had ik ook flink voor moeten zoeken in de catalogus. Per toeval kwam ik hem tegen in de kringloop, en niet om af te doen aan de charme van kringloopwinkeltjes hoor (pareltjes voor ’n prikkie), maar kom op zeg, Carmiggelt en Büch, dat zijn toch geen vergeten schrijvers?  

Misschien viel mijn oog op het boekje van Büch omdat het al zolang op mijn leeslijstje had gestaan. Tijdens de zorgopleiding was het boekje al eens getipt aan me, maar aan lezen was ik nooit meer toegekomen. Tot ik hem dus tegen het lijf liep.

Het Dolhuis gaat over Winkler Brockhaus. Een volwassen man die geen relatie stand kan houden en voortdurend twijfelt of hij gek is of niet. Dat was hem immers verteld? En hij was toch niet voor niets naar dat Brabantse rusthuis gestuurd?

Het verhaal begint als hij met een oppasdame in de trein zit. Op weg naar het rusthuis (in het boek lopen begrippen als rusthuis en gekkenhuis door elkaar), waar hij zal worden overgeleverd aan de grillen van koudbloedige nonnetjes, maar dat weet de beste Winkler dan nog niet. Hij was wat nerveus, was hem gezegd, en hij stelde vragen die geen enkel ander kind stelde. Hij begrijpt er niets van, als lezer begrijp je het evenmin.

Totdat Winkler in zijn volwassen leven antwoorden wil op de vragen die hij sinds zijn kindertijd heeft. Waarom de band met zijn vader na zijn terugkomst ineens zo bekoeld was geworden bijvoorbeeld, en wie was die oppastante nou eigenlijk echt? En belangrijker: is hij nou echt gek of niet?

Langzaam ontvouwt zich het antwoord en grijpen de hoofdstukjes over de jonge en volwassen Winkler in elkaar. Zonder het plot te willen weggeven: dat heeft die malle Büch toch maar bijzonder knap gedaan. Ik had telkens maar korte stukjes gelezen, en het boekje lag soms dagen onaangeroerd op het kastje, maar afgelopen week greep het me plotseling in mijn kladden en kon ik niet anders dan doorlezen. Dan maar een korte nacht.

Nu dan over Büch: wie zich wat verdiept in de beste man en interviews met hem leest of ziet, kan in de veronderstelling raken dat Büch in zijn kindertijd inderdaad groot onrecht is aangedaan en naar een rusthuis is gestuurd. Diegene kan ook gaan geloven dat hij allerlei geinige dokterstitels op zijn naam had, botten van een dodo in huis had en hij een boek geschreven heeft over het tragische overlijden van een kind van een bevriend stel. Maar sinds de kleine blonde dood nog levend en wel over de aardkloot wandelt, weet ik helemaal niet meer wat ik van de fantast geloven moet. Het ‘gekkenhuis’ bleek gewoon een vakantiekolonie te zijn, een plek waar meer kinderen in de naoorlogse jaren naar werden toegestuurd. Bestaat trouwens een goeie Alle Geschiedenis Ooit aflevering over! 

Hij weet het echter zo te brengen - door beeldschone maar ook door ruwe, scherpe zinnen - alsof hij daadwerkelijk eigenhandig door een sadistische non is getuchtigd. En eigenlijk vind ik dat best leuk: wat kun je nou geloven van hem – en wat niet?

Nog over het boek: de sfeer in het rusthuis is dan wel dik aangezet - Winkler krijgt om de haverklap een oorvijg - toch laat het een goed beeld zien van de naoorlogse geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg in Nederland. De jaren vijftig was wat dat betreft geen gemakkelijke tijd, zeker niet voor de 'patientjes'. Wie meer wil weten over de geschiedenis van de geestelijke gezondheid, - en gehandicaptenzorg doet er goed aan het Dolhuys in Haarlem te bezoeken. Een van de interessantste musea waar ik ooit ben geweest.  

En het Dolhuis is zeker een van de fraaiste boeken die ik afgelopen tijd gelezen heb.

Goed, dan rest mij enkel nog een filmpje voor de leuk toe te voegen: 


Reacties

Populaire posts van deze blog

#145 de Trumpweek

Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen afgelopen week maakte nauwelijks indruk. Op mij noch op de mensen om me heen. Zelfs op sociale media is het behoorlijk rustig. In dat malle grote land is Donald Trump herkozen als president.    ‘Trump is weer president he,’ zei een collega terloops.    ‘Tsja, het is allemaal wat,’ antwoorde ik.    En daarmee was de bespreking van de verkiezingsnacht afgehandeld. Terwijl bij iedereen de alarmbellen af zou moeten gaan – Trump is een lont in een akelig gevaarlijk hoopje buskruit – gebeurt dat niet echt. Tenminste, ik heb het niet meegekregen. Misschien omdat mijn sociale-mediaconsumptie ook niet meer is wat het was. De fratsen van die andere halve zool, Elonnetje Musk, zorgt ervoor dat ik steeds minder zin heb om op die grote X te tikken. Na een tijdje merk je dat je er niks aan mist ook. Maar goed, we hadden het over de Amerikaanse verkiezingen. Iemand waar ik af en toe mee samen werk is een aantal jaar terug me...

#155 Ranking de logo's

Vanochtend hoorde ik onderweg naar werk in het nieuwsbulletin van Radio2 de ophef voorbijkomen over het nieuwe logo van de Gemeente Urk. Kom op jongens, het is toch een kostelijk plaatje?  Omdat de ambtenaren van de NOP weer aan het werk zijn gegaan, was het zoeken naar een plekje. Mijn Toyotaatje (de meeste Toyota's per inwoners!) parkeerde ik naast een busje van de gemeente. Pas toen viel het logo van de NOP mij op. Was ik al wel bekend mee natuurlijk, maar een mens kijkt nu eenmaal anders naar zaken als hij net uit een dorp vol ophef komt puffen. Laten we de logo's van de andere Flevolandse gemeenten eens van dichtbij bekijken. En laten we er meteen een ranglijstje van maken.  Gemeente Almere Slogan: Het kán in Almere! Het logo van de gemeente Almere springt meteen in het oog. Hier is groots uitgepakt. Er wordt ook prettig gespeeld met het perspectief, waardoor je pas na een tijdje kijken een grote A ontwaart. Groots, maar plat. Almere samengevat. Had wel wat meer creativit...

#144 De mensheid zal nog van mij horen

Mag je een boek bejubelen alvorens je hem uitgelezen hebt? Ga het toch doen. In de podcast Radio Romano, een voortzetting van de Krokante Leesmap, werd het nieuwe boek van Joris van Casteren getipt. Bekend van titels als Lelystad, Het been in de IJssel en Het zusje van de bruid. De titel van dat boek over de man die jarenlang zijn overleden moeder in huis bewaarde heb ik zo snel niet paraat. Lelystad was een toffe leeservaring, kan niet anders zeggen. Zijn manier van schrijven - kort en afstandelijk en juist daardoor ironisch – trok me in een mum van tijd door dat hele boek heen. Van Casteren heeft een oog voor het menselijk tekort, en er is niets mooiers dan het menselijk tekort. Even zonder gekheid, de boeken van Van Casteren zijn niet enkel droog of grappig. Vaak juist een beetje luguber. Zoals Het been in de IJssel, wat gaat over, nou ja, een gevonden menselijk been in de IJssel. Dat boek is een zoektocht naar de eigenaar van dat been, wat hem uiteindelijk helemaal naar Duitsland l...