Doorgaan naar hoofdcontent

#170 Pauperparadijs

Door een wegafsluiting moesten we zomaar een omweg maken van pak ‘m beet twintig kilometer. Er kroop een vervelende kramp in mijn been, maar toen het landschap eenmaal begon te glooien en we door het Drents-Friese Wold reden, nam ik dat landschap in me op en vergat het nare gevoel in mijn bovenbeen. Wonderlijk toch, hoe natuurschoon je af kan leiden van lichamelijk ongemak. Toen het landschap weer vlak werd, stuitte we tegen de Drentse Hoofdvaart en moesten we noodgedwongen het kilometerslange kanaal volgen voordat we eindelijk op bestemming zouden zijn. Kilometers, met af en toe wat huisjes, verder alleen het grote niets. Hollands Siberië werd dit gebied ooit genoemd. En te meer het gevoel ons bekroop van de bewoonde wereld af te geraken, temeer ik de bijnaam begreep.

Veenhuizen. Eén van de koloniën die door Maatschappij van Weldadigheid werd gesticht. Een zekere Johannes van den Bosch trof na zijn terugkeer uit Nederlands-Indië een land vol paupers en landlopers aan. Daar moet wat aan gedaan kunnen worden, dacht hij, en hij klopte aan bij de regering met een idee: pluk al die dronkenlappen en nietsnutten van de straat, stuur ze naar het woeste Drenthe en laat ze daar lekker het land ontginnen. Zo maken ze zich nog eens nuttig, en zitten de steden met een probleem minder. Het begon met vrijwillige koloniën, waar vooral arme burgers naar toe mochten in de hoop een beter bestaan op te bouwen. Ze kregen een woning met inboedel, voedsel uit de gaarkeuken en het geleende materiaal betaalden ze terug door gedane arbeid. Win-win-win, vooral voor de weldaders zelf.

Maar er kwamen er ook onvrije koloniën, waar mensen met alcoholproblemen, daklozen en weeskinderen naar toe werden gestuurd. Veenhuizen is een overblijfsel van zo’n onvrije kolonie. Hier waren geen leuke boerderijtjes, maar gestichten, en de weldaders waren er lang niet zo weldadig meer.

Later nam de overheid de boel weer over, en werd het gesticht een gevangenis. Daarover gaat het Nationaal Gevangenismuseum, dat in het voormalig koloniecomplex gevestigd is. Een kostelijk museum, lekker ingespeeld op de huidige tijd. Je wandelt langs wat foto’s van paupers, je hoort een verhaal van een Amsterdams weesjongetje dat helemaal naar Drenthe werd vervoerd, je ziet een foto van de verpleegden in de kerk: allemaal in een apart hokje, zodat ze enkel de voorganger konden zien.   

Dat vond ik misschien nog wel het leukste onderdeel van het museum. In een zaaltje is een stilteplek ingericht, waarbij je van iedere geloofsrichting per video een dienst mee kan maken van een geestelijke verzorger. We zagen een ernstige, maar goedbedoelende imam een kleedje uitrollen en in gesprek gaan met jonge gedetineerden. Bij de Katholieken liet een gezellige vrouwelijke voorganger kaarsen opsteken. De Hindoe-verzorger ging in gebed en dronk daarna een kopje koffie. De humanisten lieten een YouTube filmpje zien van schrijver Yuval Noah Harari, en voerden een kringgesprek met een exemplaar van ‘Sapiens’ in de hand. Dat krijg je dus als je al het religieuze weg stript, dacht ik, dan wordt dat je nieuwe bijbel. Afijn, de PKN-voorganger droeg een olijke sjaal en speelde op een gitaar liedjes van Bob Marley. Wees gerust: er klonk ook een liedje van Johannes de Heer.

Na het museumbezoek deden we nog een ritje door het naastgelegen dorpje en de huidige gevangenis daar. Langs de kerk, waar iedereen in zijn eigen houtje doosje de dienst had moeten volgen. We keken naar arbeidershuisjes, dienstwoningen en villa’s die titels droegen als Leering door Voorbeeld, nauwgezetheid, Flink en Vlug en Werken is Leven. Ook mooi: Arbeid is Zegen.

Het viel me op hoe groen en bosrijk het er was, en vooral de aangename rust. Bij de gevangenis werd een basketbalveldje vernieuwd. Onder de schaduw van boomtakken stond een fitnessapparaat. Het was geen onaangename plek, dacht ik, en plots merkte ik een verlangen naar Orde en Tucht, Werk en Bid en Hou en Trouw.

De manier waarop we iets strafbaar vinden, wie daders zijn en welke straf ze verdienen veranderd continu, leerde ik in het museum. We zijn allemaal blij dat we geen straffen meer kennen zoals in de 19e eeuw en daarvoor, want gruwelijk waren ze, maar de huidige situatie is dan weer te soft, klinkt er weleens. Na een kijkje in een tweepersoonscellenblok, met een deur zonder klink aan de binnenkant, wens ik nooit in zo’n situatie terecht te komen.

Maar mocht het gebeuren, stuur me dan naar Veenhuizen. 

Reacties

Populaire posts van deze blog

#219 Ranking de logo's

Vanochtend hoorde ik onderweg naar werk in het nieuwsbulletin van Radio2 de ophef voorbijkomen over het nieuwe logo van de Gemeente Urk. Kom op jongens, het is toch een kostelijk plaatje?  Omdat de ambtenaren van de NOP weer aan het werk zijn gegaan, was het zoeken naar een plekje. Mijn Toyotaatje (de meeste Toyota's per inwoners!) parkeerde ik naast een busje van de gemeente. Pas toen viel het logo van de NOP mij op. Was ik al wel bekend mee natuurlijk, maar een mens kijkt nu eenmaal anders naar zaken als hij net uit een dorp vol ophef komt puffen. Laten we de logo's van de andere Flevolandse gemeenten eens van dichtbij bekijken. En laten we er meteen een ranglijstje van maken.  Gemeente Almere Slogan: Het kán in Almere! Het logo van de gemeente Almere springt meteen in het oog. Hier is groots uitgepakt. Er wordt ook prettig gespeeld met het perspectief, waardoor je pas na een tijdje kijken een grote A ontwaart. Groots, maar plat. Almere samengevat. Had wel wat meer creativit...

#209 de Trumpweek

Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen afgelopen week maakte nauwelijks indruk. Op mij noch op de mensen om me heen. Zelfs op sociale media is het behoorlijk rustig. In dat malle grote land is Donald Trump herkozen als president.    ‘Trump is weer president he,’ zei een collega terloops.    ‘Tsja, het is allemaal wat,’ antwoorde ik.    En daarmee was de bespreking van de verkiezingsnacht afgehandeld. Terwijl bij iedereen de alarmbellen af zou moeten gaan – Trump is een lont in een akelig gevaarlijk hoopje buskruit – gebeurt dat niet echt. Tenminste, ik heb het niet meegekregen. Misschien omdat mijn sociale-mediaconsumptie ook niet meer is wat het was. De fratsen van die andere halve zool, Elonnetje Musk, zorgt ervoor dat ik steeds minder zin heb om op die grote X te tikken. Na een tijdje merk je dat je er niks aan mist ook. Maar goed, we hadden het over de Amerikaanse verkiezingen. Iemand waar ik af en toe mee samen werk is een aantal jaar terug me...

#208 De mensheid zal nog van mij horen

Mag je een boek bejubelen alvorens je hem uitgelezen hebt? Ga het toch doen. In de podcast Radio Romano, een voortzetting van de Krokante Leesmap, werd het nieuwe boek van Joris van Casteren getipt. Bekend van titels als Lelystad, Het been in de IJssel en Het zusje van de bruid. De titel van dat boek over de man die jarenlang zijn overleden moeder in huis bewaarde heb ik zo snel niet paraat. Lelystad was een toffe leeservaring, kan niet anders zeggen. Zijn manier van schrijven - kort en afstandelijk en juist daardoor ironisch – trok me in een mum van tijd door dat hele boek heen. Van Casteren heeft een oog voor het menselijk tekort, en er is niets mooiers dan het menselijk tekort. Even zonder gekheid, de boeken van Van Casteren zijn niet enkel droog of grappig. Vaak juist een beetje luguber. Zoals Het been in de IJssel, wat gaat over, nou ja, een gevonden menselijk been in de IJssel. Dat boek is een zoektocht naar de eigenaar van dat been, wat hem uiteindelijk helemaal naar Duitsland l...