Het is september 2014 als journaliste Rosanne Kropman zand
door haar zeef laat stromen. Als ze een tijdje gezeefd heeft, ziet ze een
handjevol kiezelsteentjes liggen. Als ze beter kijkt ziet ze dat het stukjes
glas zijn. Het zijn resten van zwarte, bruine en gevlekte brilmonturen. Ze
zeeft door. In de minuten die daarop volgen vindt ze naast glas en fracties van
brillenpootjes ook verbleekt roze plastic. Het blijken versplinterde stukjes
kunstgebit.
Het gebied waar ze archeologen meehelpt de bodem te
onderzoeken zou je kunnen zien als het grootste Nederlandse massagraf. Alleen
ligt het niet in Nederland, maar in een desolaat bos in Oost-Polen, vlak bij de
grens met Belarus en Oekraïne. Ze is in Sobibor, de plek waar tijdens de Tweede
Wereldoorlog een vernietigingskamp heeft gestaan.
Het doel van de archeologen: de herinneringen opgraven en de
plek in kaart brengen waar tussen begin mei 1942 en oktober 1943 naar
conservatieve schatting 170.000 Joden zijn vermoord. Andere schattingen gaan
uit van 250.000 mensen. Samen met twee andere vernietigingskampen was Sobibor
het eindstation. Alles in het kamp was ingericht om mensen zo snel mogelijk
vanaf hun aankomst op het perron naar de gaskamers te leiden.
Er staan veel verhalen in dit boek. Veel interviews, waarvan
een aantal met overlevenden of hun kinderen. Herinneringen en gebeurtenissen
zijn opgeschreven zoals ze zijn. Kropman schroomt er niet voor het verleden te
presenteren zoals het verlopen is, en al liet me dat soms koude rillingen over
de rug lopen, dat heeft ze bijzonder goed gedaan.
Tijdens het lezen van de gruweldaden van SS’ers betrapte ik
mezelf erop dat ik ze inwendig beesten noemde. Rosanne Kropman doet dat
niet meer. Bij het zeven van het meest smerige aarde ter wereld verschoof haar
mensbeeld: ‘Tot die dag in Sobibor ben ik altijd van mening geweest dat er
geen onderscheid was tussen mens en dier – homo sapiens was voor mij een soort
als alle andere. Maar na het bezoek ben ik ervan overtuigd geraakt dat juist
deze plekken de mens van de dieren onderscheiden. (…) Alles in Sobibor ademt
kille berekening. Geen daad van woede, geen gevecht op leven en dood, niet om
voedsel of om een geschikte partner. Slechts het uitroeien van één groep
vanwege een ideologie. Alleen de mens is hiertoe in staat.’
De geschiedenis van Sobibor wordt kort, het boek beslaat
inclusief dankwoord maar 200 pagina’s, maar zeer kundig beschreven. Het behandelt
de opstand van gevangenen, de vlucht in de Poolse bossen en de
herinneringscultuur in Sovjet, - en het huidige Polen. De ontsnapte gevangen
konden zich na Sobibor nog lang niet veilig wanen. De rol van de Polen tijdens,
maar net zo goed vooraf en naderhand de holocaust verdient allerminst een
schoonheidsprijs. Het is goed dat ook die verhalen worden verteld, al moet je
daar in het huidige Polen nog altijd bijzonder veel moed voor hebben. Als je
het doet, ben je strafbaar.
Voor wie meer wil weten over Sobibor en de verhalen die
Kropman heeft opgetekend, kan ik van harte dit boek aanbevelen.
Overigens kwam ze er zelf over vertellen in de podcast Alle
Geschiedenis Ooit. We hebben het over aflevering 114.
Of lees hier een artikel van Trouw met daarin een interview met een aantal archeologen.
En wil je meer weten over hoe politici en potentaten het
verleden gebruiken? Luister dan naar de Podimopodcast Macht van het Verleden.
Er bestaat een fijne aflevering over het Poolse geheugenministerie.
Ook interessant: in het boek behandeld Kropman de
veroordeling van sommige kampcommandanten. Hoe ging een land als Duitsland
daarmee om? En wat deed het met de aangeklaagden? Hoe keken ze terug op hun
daden en verleden? Hieronder een YouTube filmpje van Andere Tijden over het proces
van Neurenberg:
En lees natuurlijk Het Donkerste Donker zelf!
Reacties
Een reactie posten