Er bestaat een stukje tekst die ik ooit hoorde bij een voorstelling van Omdenken, en waar ik vaak aan denken moet.
Onze jeugd heeft tegenwoordig een sterke hang naar luxe, heeft slechte manieren, minachting voor het gezag en geen eerbied voor ouderen. Ze geven de voorkeur aan kletspraatjes in plaats van training… Jonge mensen staan niet meer op als een oudere de kamer binnenkomt. Zij spreken hun ouders tegen, houden hun mond niet in gezelschap… en tiranniseren hun leraren.
Klinkt het je bekend? Je zou het zomaar een oom of tante op
een kringverjaardag kunnen horen zeggen.
De tekst stamt al uit 500 voor Christus en is opgetekend
door Socrates.
Ik denk er vaak aan omdat het zo tijdloos en menselijk is. En hoewel ik niet zo’n fan van de term ‘de geschiedenis herhaalt zich’ ben,
kun je in de geschiedenis vaak bepaalde dingen terug zien komen. In de jaren 60
bijvoorbeeld kon je ouderen horen mopperen op dat langharig werkschuw tuig. Met die kreet uitte ze hun onvrede over de mentaliteit van jongeren en de haarmode
onder jonge mannen.
Hetzelfde zou je kunnen horen als je door het Amsterdam van
begin 17e eeuw zou wandelen. De kinderen van handelaren, die hun
vermogen op de Oostzee hadden verdiend, begonnen zich te onderscheiden van hun
ouders. Die ouders klaagden over de afwezigheid van hun werkethos onder de jeugd, maar waar ze wel de
vruchten van plukten. Mede door die plotselinge welvaart ontstond er een nieuwe,
zelfbewuste jongerencultuur. De jongeren kwamen samen om liedjes te
spelen op de luit, drukten boekjes met ondeugende moppen, en de jongens lieten naar de laatste mode... hun haar groeien. Langharig werkschuw
tuig!
Ik dwaal af. Waar ik naar toe wil: bovenstaande quote van Socrates blijkt helemaal niet te kloppen, zo ontdekte ik vanochtend. Een student aan Cambridge had voor een scriptie over Griekse Filosofen wat uitspraken van Socrates bij elkaar geplukt en daar zelf een verhaaltje van gemaakt, wat werd gepubliceerd in een tijdschrift en een totaal eigen leven is gaan leiden. Er wordt al dus meer dan een eeuw foutief een quote van Socrates aangehaald om aan te tonen dat de klacht over verhuftering van de jeugd van alle tijden is.
Wat in ieder geval van alle tijden is, zijn karakterschetsen, zo lees ik in het gelijknamige boekje dat ik had meegenomen naar huis. Deze karakterschetsen zijn opgeschreven door Theoprhastos, een leerling van Plato en later van Aristoteles. Het boekje biedt een blik op het dagelijks leven van Athene en haar bewoners in de vierde eeuw voor Christus.
Verschillende karakters komen voorbij, zoals de Boerenpummel,
die ‘in te grote schoenen loopt en altijd te hard praat. Op straat raakt hij
nergens van onder de indruk, maar zodra hij een rund, ezel of bok ziet, blijft
hij er stokstijf naar staan kijken.’
Of neem de Zwamneus, die ‘gaat pal naast een onbekende zitten, hemelt eerst zijn eigen vrouw op, vertelt daarna uitentreuren de droom van afgelopen nacht en bespreekt vervolgens uitvoerig ieder gerecht dat hij heeft gegeten. Goed en wel op dreef moet hij ook nog kwijt: ‘de mensen van tegenwoordig zijn veel slechter dan die van vroeger’, ‘de prijs van het koren is gezakt’, ‘in de stad stikt het van de buitenlanders’.
'Als je hem zijn gang laat gaan houdt hij nooit op',
waarschuwt Theophrastos.
Maar gelukkig geeft hij ook advies: ‘wanneer je niet misselijk
van zulke mensen wilt worden, moet je met een por én met gezwinde pas zo gauw
mogelijk van hen zien af te komen. Want het is een hele klus anderen te laten
begaan als ze niet van ophouden weten.’
Zo zijn er nog tal van andere karakterschetsen, die
kostelijk zijn om te lezen en na meer dan twee millennia nog steeds zeer
herkenbaar zijn.
Misschien heb jij ook wel een zwamneus in je omgeving, of
ben je er zelf een, dat kan ook, maar bedenk dan: er zijn altijd zwamneuzen
geweest en er zullen altijd zwamneuzen zijn. Dit is jouw zwamneus. Koester dus
het gezwam en zwam maar lekker terug.
Wat een fijne manier van omdenken!
Reacties
Een reactie posten