Doorgaan naar hoofdcontent

#113 de geschiedenisgrens

Op het Redditforum AskHistorians wordt er wel eens gevraagd welke grens je moet trekken als het gaat om geschiedenis. Om een beetje de oorzaken en gevolgen van gebeurtenissen te kunnen zien heb je afstand nodig. Twintig jaar is de grens die daar wordt gehanteerd.

Hoewel je er van mijn part over twisten mag is die grens ook wel logisch: pas na de tijd kun je zien wat bepaalde gebeurtenissen hebben teweeggebracht. Of hoe de tijdgeest is verandert waarmee je anders tegen bepaalde dingen kunt aankijken. Maar na twintig jaar kun je dingen ook weer vergeten. Er is ondertussen een hele generatie die leren over de aanslagen op het World Trade Center op 9/11 uit hun geschiedenisboek in een klaslokaal. Meer dan twintig jaar geleden en geschiedenis. De daaropvolgende Amerikaanse strijd tegen het terrorisme inmiddels ook, hoewel bijvoorbeeld het presidentschap van Barack Obama dan weer buiten die grens valt. Nog geen geschiedenis. En ik ben bang dat het presidentschap van Trump ook nog lang geen geschiedenis zal zijn.

Soms, als ik dat apparaat in mijn broekzak voel trillen, probeer ik te herinneren wanneer ik mijn eerste mobiele telefoon heb gekocht. Dat zal aan het eind van de brugklas zijn geweest, na een jaar krantenlopen. Het toestelletje, makelij van Nokia, had een minuscuul beeldschermpje, waar je overigens fantastisch Snake op kon spelen. Simpel, maar doeltreffend: je kon ermee bellen en Sms’en. Nog in diezelfde middelbareschooltijd kwam ineens de smartphone. Plotseling kon je er van alles mee. Ik herinner de eerste Whatsappgroep waar ik lid van werd. En ik herinner ook het eerste moment waarop ik ernaar verlangde er weer uit te stappen.

De smartphone en alle gekkigheid die erbij kwam kijken is inmiddels zo verweven geraakt met ons dagelijks leven dat het lijkt alsof het altijd al zo geweest is. Inmiddels is er een hele generatie die niet anders gewend is. Zij zijn opgegroeid met een beeldscherm in de hand. Voor die jongeren zijn smartphones en social media niet iets wat ineens in hun leven kwam. En ze hebben geen tijd ervoor gekend.

Toch valt het nog allemaal binnen de geschiedenisgrens. De eerste Europese Iphones kwamen uit in 2007, YouTube werd gelanceerd in 2005, Twitter kwam aangevlogen in 2006, de eerste appjes werden verstuurd in 2009 en Instagram ging pas in de lucht in 2010. Behalve Facebook dan. Die site werd gelanceerd op 4 februari 2004 en die datum mogen we officieel geschiedenis noemen.

Met Facebook begon het allemaal. Laten we die datum aanhouden als het startschot voor de Digitale Revolutie, zoals deze tijd later vermoedelijk genoemd gaat worden. (denkikhoorikbenmaareensimpelegeschiedenisliefhebbergeenhistoricus)

Er bestaan inmiddels mensen die niet beter weten dan dat het bovenstaande altijd bestaan heeft. Voor hen is het een vaste zekerheid.

Maar geschiedenis is het (nog) niet.

Reacties

Populaire posts van deze blog

#112 terug Europa in

In Europa – proloog Als ik de vraag zou krijgen welk boek hét beste geschiedenisboek ooit is, zou ik meteen naar de boekenkast lopen om er een dikke pil uit te pakken. Er bestaan zoveel mooie, goede en interessante geschiedenisboeken (en stripboeken), maar ééntje steekt daar toch wel echt met kop en schouders bovenuit. En het is dit jaar 20 jaar geleden dat het boek uitgebracht werd. Het beste geschiedenisboek ooit blijft, in mijn optiek, In Europa van Geert Mak. Europese Steinbeck Geert Mak is geen historicus, zoals hij dat zelf vaak op bescheiden toon benadrukt. Hij is een journalist. Maar dat juist die twee dingen, journalistiek en geschiedkunde, bijzonder goed samengaan, heeft Mak met zijn In Europa bewezen. Er is geen ander boek als dit boek. Het zijn twee reizen die Mak hier maakt: eentje door het Europa van 1999 en eentje door die hele akelige, spannende, bewonderingswaardige en dynamische twintigste eeuw. Hij liet zich er voor inspireren door John Steinbeck, een Amerika

#138 toppiesoeppie

In Chin. Ind. Spec. Rest. De Lange Muur, in Emmeloord, wordt goede tomatensoep geserveerd. De tomatensoep van De Lange Muur is een begrip. Het hele restaurant de Lange Muur is een begrip. Het ceedeetje in de geluidsinstallatie draait al jaren. En dat hindert niet. Het is een vast onderdeel van de typische chineesbeleving: Ik eet de tomatensoep van Chin. Ind. Spec. Rest. De Lange Muur het liefst onder een verchineeste versie van I Am Sailing van Rod Stewart. De soep is het begin. Daarna komt het hoofdgerecht en dan pas waar ik in de eerste plaats voor kom: het dessert. De sorbet die ze serveren is net als de muziek al jaren hetzelfde. Fruit uit blik, een bolletje vanille-ijs, een bolletje bananenijs, een bolletje aardbeienijs, daarbovenop een klodder oud slagroom, afgemaakt met een knapperig wafeltje. Prachtig in zijn eenvoud, nimmer teleurstellend in de smaakbeleving. Maar het meest aardige van Chin. Ind. Spec. Rest. De Lange Muur is in de eerste plaats het personeel zelf. ‘Hoe

#53 Hompelvoet

In een van de eerste blogpost dit jaar schreef ik dat ik terug zou komen op wat ik vond van het boek De verworvenheden – of hoe je iemand wordt die ernaar verlangt op het eiland Hompelvoet te zijn. Het boek had ik voor mijn verjaardag gekregen en ik zag er naar uit om het te lezen, want ik had het ergens voorbij zien komen in een boekenrubriek en het had me nieuwsgierig gemaakt. En ondanks het mooie Engelse spreekwoord wat ik hier in het Nederlands zal tikken (want staak de verengelsing!), namelijk dat je een boek niet op zijn omslag moet beoordelen, trok dat kartonnen opdienblaadje me ontzettend aan. Ik had wat tijd nodig om over het boek na te denken. Dat doen weinig boeken. En de eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik er nog steeds niet uit ben wat ik ervan vind. Maar ja, is ergens iets van vinden per se noodzakelijk? Wanneer heb je pas echt iets over iets te zeggen? Dat vraag ik me steeds meer af na het lezen van het boek. Tijdens het lezen van het boek raakte ik wat geërgerd