Doorgaan naar hoofdcontent

#125 De Vrolijke Verzamelaar

Zodra de koe aan de toren bungelt is het tijd om met een linnentasje naar Kampen te gaan. En dat tasje te vullen met zoveel mogelijk stripboeken. Ieder jaar vindt daar het Kamper Stripspektakel plaats. De hele binnenstad is dan gevuld met kraampjes die volgestouwd zijn met tweedehands stripboeken, tekenaars en zweterige verzamelaars. Sinds jaar en dag trek ik met familie en aanverwanten naar de Hanzestad om met gevulde tasjes weer terug te komen. Een fijne traditie.

Over die zweterige verzamelaars: vroeger vond ik dat maar gekke mannetjes (het zijn vooral mannen die stripboeken verzamelen). Je kunt ze niet zelden herkennen aan een kaki-driekwartbroek, T-shirt van een obscure rockband uit de 80’s, soms een paardenstaart, meestal een bril. Zo timide ze overkomen in het wild, zo agressief zijn ze bij het kraampje: terugwijken bij het uitzoeken van het beste album doen ze niet, duwen en stoten behoort tot hun verdedigingstactiek, alles voor de beste buit. Waar ik me vroeger het meest over verwonderen kon was de inventaris van stripalbums die ze bij zich droegen. Waar sommigen het hielden bij een bescheiden notitieblokje, liepen anderen met complete uitgedraaide Exelbestanden in de hand. Je zag ze graaien in de bakken, een album eruit vissen en tevreden een vinkje zetten.

Omdat er niet veel tijd zat tussen het besluit om heen te gaan en te kijken welke albums ik zou kunnen aanschaffen, besloot ik vluchtig een kijkje te nemen in de stripboeken die ik thuis heb. Daarvoor moest ik op mijn knieën voor een boekenkast waarvan ik de laatste keer dat ik dat gedaan had niet meer kon herinneren. Stripboeken (en vooral het verzamelen ervan) zijn altijd een liefhebberij van me geweest, maar zoals dat gaat met hobby’s en interesses: na verloop van tijd verlies je ze een beetje uit het oog. Misschien hoort dat ook wel bij volwassen worden.

Ik geef toe dat de hobby nostalgische gevoelens aanwakkert. Stripboeken heb ik altijd al gelezen, zoals velen begon dat met de Donald Duck, maar hét ontdekkingsmoment van goede strips staat me nog altijd voor de geest. Dat was op de zolder van een oom en tante, die pas waren verhuisd naar de Oude Dorp van Urk. De zolder, toch al een spannende plek, stond vol met verhuizendozen en alle andere dingen waarvan een mens zichzelf belooft er later naar te zullen kijken. In één zo’n doos zaten boekjes met een rode kaft, een titel in schilderachtige witte letters en figuurtjes die op een merkwaardige manier waren getekend. Ik werd gegrepen door de tekenstijl, het typische handschrift en bijhorende tekstballonnetjes en de humor die in de albums gebezigd werd. Bovendien spraken ze anders. Eén figuurtje riep herhaaldelijk ‘miljaar!’, er werd gij gezegd waar jij bedoeld werd, en zinnen werden ingeleid met ‘allez’. Boven op de cover prijkte alsmaar dezelfde naam: Willy Vandersteen. Ik heb het over Suske en Wiske.

Jaren van verzamelwoede volgde. Er waren indertijd al ongeveer 250 albums uitgegeven, genoeg om te verzamelen dus. De albums kocht ik met zakgeld, later geld verdiend met bijbaantjes, een enkele keer bracht mijn vader een doos vol tweedehands albums mee naar huis. De verzameling groeide. Van de eerste 20, tot de eerste 50 en daarna 100. Ik geloof dat de lengte van albums naast elkaar gezet op meer dan een volle meter kwam.

Met die albums ontdekte je de hele wereld. Dan zaten ze in Afrika, dan waren ze op een fictief eiland in de Stille Zuidzee, dan weer waren het cowboys in Texas. Dankzij een uitvinding van professor Barabas trok je zo ook de hele geschiedenis door; van de Romeinse tijd tot aan de 80-jarige oorlog. Ook schuwde Vandersteen sciencefiction niet, De Wolkeneters bijvoorbeeld is een fantastisch ruimteverhaal. Die man moet een onuitputtelijke fantasie hebben gehad.

Later ontdek je tussen de plaatjes door andere thema’s. Grappen over politiek, waar de eerste albums vol mee zitten, gaan over de hoofden van jeugdige lezers maar blijven bij de volwassen lezers niet onopgemerkt. Andere thema’s als sociale ongelijkheid, natuurbehoud en dierenbescherming, uitbuiting en de kloof tussen rijk en arm lopen als een rode draad door de albums. Dat commentaar maakte dat de albums door het hele gezin werden gelezen, het hoofd des huizes incluis. Daarnaast gaat de reeks nu al bijna 80 jaar mee (het eerste album verscheen in 1945) en biedt daarmee een blik op het naoorlogse België en Nederland.

Daar valt veel leuks over te vertellen. Een album als De TamTamkloppers en De Vliegende Aap, dat afspeelt in het fictieve Afrikaanse land Bongo (Congo), laat zich in deze tijd niet meer onbeschaamd lezen door het gebruik van stereotyperingen en opvattingen over de bewoners daarvan. Dat beeld werd mede gevormd door missionaren die terugkwamen van hun missies en de bevolking hier een angstbeeld voorhield over menseneters met botjes door hun neus. Hoe problematisch ook: het biedt inzicht in de blik die West-Europeanen hadden op de rest van de wereld.

Een ander album, De Stalen Bloempot, is sterk beïnvloed door de zogenoemde Koningskwestie. Begin jaren 50 dreigde België verscheurd te worden door de vraag of Leopold III weer als Koning der Belgen op de troon mocht klimmen. Het bleek dat hij een decenniaatje eerder gepoogd had het met Hitler op een akkoordje te gooien. Niet eerder bleek zo hardnekkig dat België in feite uit twee landen bestond. En nog steeds bestaat. Maar da’s een verhaal apart, dat trouwens weer terugkomt in het album De Krimson-crisis.

Enfin, waar ik naar terug wil: ik ben ze weer aan het herlezen. Gedreven door nostalgie, ik wil het ruimhartig toegeven, herontdek ik de befaamde Rode Reeks. Omdat van het meegebrachte stapeltje al een aantal albums in mijn boekenkast bleken te staan, besloot ik eens te kijken welke delen ik nog mis. Dat blijkt nog meer dan 60 albums te zijn!

Misschien wordt het toch maar eens tijd voor een Exelbestandje.

Overigens is er dit jaar een fijn boekje uitgebracht wat ik graag even in de lucht wil houden. In België door de ogen van Suske en Wiske delen verschillende auteurs hun visie op hoe de stripreeks verbonden is met 80 jaar Vlaamse en Nederlandse geschiedenis. Leuk voor liefhebbers en iedereen die wel eens een album met rode kaft gelezen heeft. Leestip!

Zo. En dan nu maar dat nerdzweet van me afsproeien. Maar laat me eerst in stijl afsluiten: 



Reacties

Populaire posts van deze blog

#112 terug Europa in

In Europa – proloog Als ik de vraag zou krijgen welk boek hét beste geschiedenisboek ooit is, zou ik meteen naar de boekenkast lopen om er een dikke pil uit te pakken. Er bestaan zoveel mooie, goede en interessante geschiedenisboeken (en stripboeken), maar ééntje steekt daar toch wel echt met kop en schouders bovenuit. En het is dit jaar 20 jaar geleden dat het boek uitgebracht werd. Het beste geschiedenisboek ooit blijft, in mijn optiek, In Europa van Geert Mak. Europese Steinbeck Geert Mak is geen historicus, zoals hij dat zelf vaak op bescheiden toon benadrukt. Hij is een journalist. Maar dat juist die twee dingen, journalistiek en geschiedkunde, bijzonder goed samengaan, heeft Mak met zijn In Europa bewezen. Er is geen ander boek als dit boek. Het zijn twee reizen die Mak hier maakt: eentje door het Europa van 1999 en eentje door die hele akelige, spannende, bewonderingswaardige en dynamische twintigste eeuw. Hij liet zich er voor inspireren door John Steinbeck, een Amerika

#53 Hompelvoet

In een van de eerste blogpost dit jaar schreef ik dat ik terug zou komen op wat ik vond van het boek De verworvenheden – of hoe je iemand wordt die ernaar verlangt op het eiland Hompelvoet te zijn. Het boek had ik voor mijn verjaardag gekregen en ik zag er naar uit om het te lezen, want ik had het ergens voorbij zien komen in een boekenrubriek en het had me nieuwsgierig gemaakt. En ondanks het mooie Engelse spreekwoord wat ik hier in het Nederlands zal tikken (want staak de verengelsing!), namelijk dat je een boek niet op zijn omslag moet beoordelen, trok dat kartonnen opdienblaadje me ontzettend aan. Ik had wat tijd nodig om over het boek na te denken. Dat doen weinig boeken. En de eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik er nog steeds niet uit ben wat ik ervan vind. Maar ja, is ergens iets van vinden per se noodzakelijk? Wanneer heb je pas echt iets over iets te zeggen? Dat vraag ik me steeds meer af na het lezen van het boek. Tijdens het lezen van het boek raakte ik wat geërgerd

#42 tips voor je leesuitdaging

In navolging van een eerdere blogpost wil ik graag iets rechtzetten. Een readingchallenge, ik blijf zelf liever spreken van een leesuitdaging, is lang zo´n gek idee nog niet. Het is juist leuk en goed om jezelf een doel te stellen. En als je van nature geen lezer bent, maar er toch graag mee wil beginnen, dan is een uitdaging een hele mooie manier. Heb je ook als voornemen meer te gaan lezen? Begin dan met de onderstaande tips. Tip 1: zoek niet meteen boeken uit die 'je gelezen moet hebben’. Mensen die wat vaker een boek lezen kunnen soms dolenthousiast zijn wanneer ze net een goed boek uit hebben. Maar dat zijn mensen die vaak hun portie al gehad hebben en op zoek zijn naar hogere literatuur. Van die dikke pillen in romanvorm waarin de hoofdpersoon een diepgeworteld conflict met zichzelf ervaart en gebukt gaat onder de afwezigheid van een vaderfiguur ofzo. Saaai!  Lees gewoon lekker wat je interessant lijkt! Dat kunnen ook boeken zijn met kleine verhalen of een reisve