Er werd een instagrampost doorgestuurd in de groep, afkomstig van een uitvaartondernemer die laatst een boekje over zijn werkzaamheden heeft uitgeven. Op de afbeelding was een uitvaart te zien van een Amsterdamse vrouw, die een groot gedeelte van haar leven samen met haar man een nachtclub op de Wallen had bestierd. Haar man was al in de jaren ’90 overleden en speciaal voor de uitvaart opgegraven. Zo kon hij er toch nog een beetje bij zijn.
Als knipoog naar hun levenswerk was er achter de kisten een danspaal
neergezet, waar een artieste een paaldans-act deed. De reacties in de groep daarover
liepen uiteen, maar mijn gedachten gingen naar de man. Hij was al in 1993
overleden, een jaar voordat ik bestond. Zijn kist zag er nieuw uit, vast nieuw
aangeschaft voor de gelegenheid, maar wat is er dan nog over om in de kist te
leggen? Zonder oneerbiedig te willen zijn; wat is er nog van je over, 30 jaar
nadat je je laatste adem hebt uitgeblazen? Meer dan wat stof en misschien nog
wat botrestjes kan het niet zijn.
Later die middag moest ik in de auto ergens naar toe. Omdat
de radio me niet beviel schakelde ik over naar de Cd-speler, waar nog een schijfje
met de beste hits van Michael Jackson in zat. Heel af en toe, maar niet voor
lang, kan ik nog steeds genieten van zijn muziek. Vooral van het eerdere werk, van
voordat hij Wacko Jacko werd, weet je wel?
Ik herinner me Michael Jackson vooral uit mijn jeugd, als hij weer eens in het nieuws was door zijn rare fratsen. Dan zag je opeens dat lijkbleke gezicht in het scherm, met die gekke neus, waarvan gezegd werd dat die nep was. Op het vroege internet zag je regelmatig plaatjes van Jakson met op de plek waar zijn neus moest zitten een zwart gapend gat, en in zijn hand een duplo-neus. Dood-en-doodeng vond ik dat allemaal.
Tijdens Billie Jean kon ik nergens anders meer aan
denken. Ik dacht, in de kist van Michael Jackson ligt enkel nog een wassen neus.
Reacties
Een reactie posten