Warempel, vanochtend viel ineens alles op zijn plek.
Deze week was ik, net als velen, verbaasd en verontwaardigd
bij het horen van het nieuws dat Minister van Asiel en Migratie Marjolein Faber
weigerde een krabbeltje te zetten onder een vijftal lintjesvoordrachten. Deze
actie was ‘tegen haar beleid’ en zou een snee in haar eigen vinger zijn, omdat
ze zelf dat beleid ‘is’.
Faber moet niets hebben van asielzoekers, vooral diegene van
niet-westerse snit, daar heeft ze tot nu toe geen doekjes om gewonden. Daarom
vond ik haar actie des te opmerkelijker. Mensen die zich inzetten om
nieuwkomers Nederland eigen te maken, door ze de taal te leren en uit te leggen
hoe de Nederlandse maatschappij in elkaar steekt, zou je dan toch juist moeten
belonen? Die vrijwilligers hebben, kortom, hun best gedaan om van nieuwkomers
Nederlanders te maken. Had ik in Fabers schoenen gestaan had ik die
vrijwilligers hoogstpersoonlijk een lintje opgespeld. En misschien nog wel een
bos bloemen nagestuurd. Van mijn part met een meeuw erop.
Maar ik sta nu eenmaal niet in Fabers schoenen en dat is
maar goed ook. Lijkt me helemaal niet comfortabel, met al dat water dat haar
steeds maar over de schoenen loopt. Mooi he, de beeldspraak die populisten graag
bezigen. Wilders ‘tsunami van islamisering’ blijft nog altijd één van mijn
favorieten. Het is spijtig dat ik principes heb op het gebied van AI, want ik ben
razend benieuwd hoe zoiets vormgegeven wordt als je het invoert als prompt. Overigens
blijft Rita Verdonk die ‘het water staat ons tot de lippen’ zegt voor een groep
mensen die tot hun kin in een zwembad staan nog steeds ongeëvenaard.
Maar wat nou, dacht ik vanochtend, als het wel waar is? Dat
Faber het juist wél waardeert wat die vrijwilligers doen? Zo’n asielcrisis
los je immers niet in je eentje op. Daarbij heb je mensen nodig. Dan is het reuzefijn
dat er mensen zijn die de moeite nemen om nieuwkomers uit te leggen hoe je, ik
noem maar wat, iemand feliciteert met een verjaardag, wat voor doel een groene
container dient, waarom we in dit land een Tweede Pinksterdag kennen, enzovoort.
Anders gezegd: dat er mensen zijn die moeite nemen mensen te verwelkomen en
onderdeel te laten zijn van de Nederlandse samenleving.
En dat allemaal op vrijwillige basis. Reken uit je winst.
Het is misschien een merkwaardige manier om dit probleem
aan te pakken, maar wel eentje die effect heeft. Want wat blijkt: steeds meer mensen melden zich na de lintjesrel aan als vrijwilliger.
Wat een verrassende originele manier van aanpak!
Fabertje, Fabertje, Fabertje toch. Ik heb je heus wel door
hoor, ouwe boef die je d’r bent.
Reacties
Een reactie posten