De laatste dagen van de stedentrip naar Barcelona.
Tibidabo
Vanaf ons balkon zagen we de Tibidabo liggen, de hoogste
heuvel van de bergketen Serra de Collserola, die de grenzen vormen van de stad.
Heuvels, en alles hoger dan tien meter, trekken altijd mijn aandacht. Gewend
aan een omgeving met enkel vlak land maken weten ze nu eenmaal altijd de
aandacht te trekken. Bijna uitdagend: kom maar, beklim mij maar. Bedwing me.
De metro in, overstappen op de trein, tenslotte plaatsnemen
in een automatisch kabeltrammetje en huppakee, daar gingen we. Het stationnetje
van de kabeltram was typisch zo’n gezellig Europees bouwwerkje zoals je die
ziet voorbijkomen in Rail Away, het onvolprezen reisprogramma van de EO.
De heuvels waren aangenaam groen, de sfeer prettig relaxed. Als je ooit
een paar dagen in een stad bent, zoek dan een activiteit buiten de stad, je
knapt ervan op. Bij het uitstappen van de kabeltram schoot een groepje
wielrenners ons voorbij. Zij waren ook aan het bedwingen, op hun eigen manier.
In de Temple Expiatro del Sagrat Cor, of de Temple
of the Sacred heart of Jesus, zoals Google Maps het ongevraagd naar Engels
vertaalt, was een soort lezing bezig. We stonden er even naar te luisteren,
maar verstaan Spaans noch Catalaans en liepen door naar de lift die ons naar de
torens zou brengen. We begrepen wel dat het om een soort welkomstdienst ging
voor de nieuwe paus. Het plafond van de gebedsruimte was versierd met prachtige
mozaïeken, die Bijbelverhalen vertelde, maar ook de Spaanse Catalaanse
geschiedenis liet zien. Het voelde ongepast om foto’s te nemen.
Eenmaal boven op het dak genoten we van het uitzicht over de
heuvels en de stad. Des te hoger we kwamen, des te spectaculairder het uitzicht
werd.
Park Guëll
We werden door de bus uitgespuwd en stonden weer tussen mensenmassa’s
en selfiesticks. De kaartjes voor het beroemde park had ik van tevoren
aangeschaft, dat dan weer wel. Tussen dennen en palmen ineens een tweetal
bekende gezichten. ‘Oehoi!’
‘Jullie ook hier! De derde keer dat we Urkers tegenkomen! Ongelooflijk!’ riep
ik uit.
‘We hadden jullie al eerder gespot!’
Inderdaad: ergens bij het uitstappen van de metro hoorde ik vanuit de
mensenstroom een onmiskenbare ‘uj!’. Automatisch had ik ‘ajaa!’ geantwoord, al
wist ik niet tegen wie. Deze Urkers dus. Mochten we de laatste dag nog plaatsgenoten
tegenkomen, is de bingokaart compleet.
Park Guëll is aangelegd in een tijd waarin de upperclass
van Barcelona zich begon te ontwikkelen, terwijl het gewone volk had te kampen
met een economische crisis. Gaudí wilde met dit park eigenlijk een sociaal
woningbouwproject van de grond krijgen, idealistisch als hij was. Dat is mislukt:
van de 60 geplande woningen zijn er maar 2 gebouwd, waarvan Gaudí er zelf
eentje in gebruik nam. Wel kreeg zijn park vorm zoals hij wenste, en de ideeën
die hij hier voor het eerst toepaste kregen later duidelijk vorm in de Sagrada
Familia. Zo is de beroemde kronkelende mozaïekbank is een lange slang en het centrale
plein een appel. Klinkt het al bekend?
Trap op, trap af, omhoog, omlaag. Uitpuffen op een bankje. Het
zonnetje brak door en liet met zijn gloed het park nog bijzonderder lijken.
Strand
In de avond zochten we het strand nog. De boulevard was
levendig, met allemaal dezelfde restaurants, dezelfde terrassen, dezelfde levensgrote
witte menukaarten met daarop overbelichte foto’s van visgerechten. In een strandtentje
trakteerden we onszelf op een cocktail. Bij het afrekenen even slikken. (…)
euro voor een Long Island Ice-tea? Stelletje hufters, uitvreters, charlatans,
de nacho’s werden ook nog eens koud opgediend. Met die waardeloze dreunmuziek
van jullie. Adios, de groeten, saluut en de kost. Fluit maar naar je fooi.
Het duurde maar een halve minuut. Dit is Barcelona,
misschien wel het meest toeristische deel. Het hoort nu eenmaal bij. We verpesten
veel voor ze, dit is hoe ze ons terugpakken. Terecht ook. De opwinding liet ik
meewaaien met de zeebries. Dat gaat me steeds beter af.
De Indiaan verderop maakte veel goed.
Op zondag zou er een voetbalwedstrijd gespeeld worden. In de
ochtend was de stad al gevuld met paars-rode FC Barcelona shirtjes. Nu is voetbal
geen onderdeel van onze gemeenschappelijke interesses, maar zo’n stad met
opgelaten voetbalsupporters bracht wel een gezellig sfeertje met zich mee. We
trokken nog naar het strand, dat al vol lag met mensen, daar aten we nog wat tapas
en scoorden nog wat foute souvenirtjes voor het thuisfront. Het werd tijd om
het vliegveld weer op te zoeken.
Liepen we daar zomaar Urker nummer 2 weer tegen het lijf. De
bingokaart was compleet.
Nog wat dingetjes:
Barcelona is een stad die me altijd al leuk leek eens te
bezoeken. De Sagrada, die moet je toch eens gezien hebben. Al met al een leuke stad
om te zijn. Een paar observaties:
- Tijdsloten reserveren, ik zie dat als een vervelende erfenis van de Coronaperiode. Maar ik begrijp dat sommige musea er gebruik van maken. Sterker nog: ik denk dat toeristische trekpleisters als Sagrada Familia en Park Guëll simpelweg niet zonder kunnen. Ongelooflijk wat een volk. Het is jammer dat het de spontaniteit uit je tripje slaat, maar boek van tevoren de dingen die je wilt zien.
- De oude stad is leuk om te zien, hier zit de meeste historie. Maar Barcelona is geen historische stad in de zin dat het een sfeervol middeleeuws centrum heeft. De meeste straten zijn gevuld met dezelfde toeristenwinkeltjes, zogenaamde authentieke tapasbars en cannabisshops. De oude binnenstad van Barcelona is de oude binnenstad van Amsterdam, met dezelfde wietwalm. Voor de leukere winkels en zaakjes moet je in andere wijken zijn. Eigenlijk geldt dit voor alle grote Europese steden.
- Barcelona kent een grote Indiase gemeenschap. Als je trek
hebt in Indiaas, zoek dan een restaurant waar je Indiërs ziet eten. Dan weet je
dat je goed zit.
- Draag je een camera om je nek in de buurt van een
uitzichtpunt, verwacht dan dat mensen aan je vragen of je ze wilt fotograferen.
Geen probleem, doe ik graag. Met een stelletje (zij Duitse, hij Argentijns),
had ik nog een leuk kroosien.
- Koop een metrokaart met genoeg ritten. In een grote stad
ben je overgeleverd aan het OV, in het bijzonder de metro.
- Barcelona is een stad die jaarlijks miljoenen toeristen
over zich heen gespuwd krijgt, maar haar best doet om leefbaar te blijven. We zagen veel
speelplaatsen voor kinderen en mooi aangelegde parken. Ga vooral ook de stad
uit en zoek de heuvels op. De sfeer is er ontspannen en gemoedelijk.
- Fanta Lemon Zero is een ding hier. Fantastisch dorstlessend drankje.
- In de metro zag ik meerdere mensen een boek lezen. Geen
idee of mensen hier meer lezen dan elders, maar het doet me altijd goed om te
zien.
- Oh ja, als je wat te lezen wilt hebben tijdens je stedentrip, neem dan kleine boekjes mee. Boekenweekgeschenken en essays bijvoorbeeld. Zo las ik De Genocidefax van Roxanne van Iperen en het geschenk van dit jaar van hoe-heet-ie-ook-alweer. Past makkelijk in de rugtas, scheelt ook nog eens in gewicht.
Reacties
Een reactie posten