Doorgaan naar hoofdcontent

#255 Hemelvaartsdag op Schier

2015, een doordeweekse zomerse dag. Aan tafel zitten mijn vader, moeder, zusje en ik. In het midden van ons staat een schaal lasagne, waar we van eten. Er wordt aangebeld. Even later rollen twee mensen een enorme koffer de kamer binnen. Uit de koffer komt een doosje, daaruit een plastic zakje, daaruit weer een plastic kokertje. Uit een verpakking komt een wattenstaafje tevoorschijn. Of mijn vader even ‘aaah’ wil zeggen.

Een paar weken later krijgt hij een telefoontje: er is een match.

2025, Hemelvaartsdag. Door een miezerregen trappen mijn vader, mijn twee broers en ik door de duinen. We stallen de huurfietsen en beklimmen een duintop. Een Duitse bunker zien, wat ginnegappen, wat plaatjes schieten. Dan lopen we het paadje op dat naar de plek leidt. Als we merken dat we er bijna zijn, worden we stuk voor stuk iets stiller.

We openen het poortje en lopen naar binnen. Daar doen we wat mensen doen als je iets wilt zeggen, maar niet weet wat te zeggen: benoemen wat je ziet. Kijk, een Canadese piloot. Daar, een Poolse soldaat. Hier, een Duitse zeeman.

Er zijn nog maar weinig sporen te zien van de plek waar we voor komen. De tijd heeft het gras zijn werk laten doen. Toch weet hij de plek nauwkeurig aan te wijzen. ‘En hier lag dus je baebe’.

De plek waar 'de match' is ontdekt. 

Op Vredenhof rusten voornamelijk drenkelingen uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Er liggen graven van mensen - jonge jongens vooral - uit Canada, Frankrijk, Australië, Duitsland, Groot-Brittannië en Polen. Bij enkele graven zijn onlangs een bloemetje gebracht.

In 1968 bood Schiermonnikoog een aangespoelde drenkeling hier zijn laatste rustplaats. Op Vredenhof liggen nog vier andere graven van naoorlogse aangespoelde drenkelingen.  

Er is veel gebeurd sinds dat telefoontje. Misschien dat het daarom ook een klein decennium heeft geduurd tot we nu zelf op Vredenhof staan. Hier ligt toch een stuk familiegeschiedenis en dat wilden we eens met eigen ogen zien. Het is er groen. Er waait een frisse zeewind. Het voelt er vredig.

Later op de middag bezoeken we Het Koningshuis. Een sympathiek cultuurcentrum annex museum, waar op verschillende wandjes de geschiedenis van Schiermonnikoog wordt verteld. Net als Vredenhof kan deze plek niet bestaan zonder toegewijd vrijwilligerswerk. Door twee van die toegewijde vrijwilligers worden we hartelijk ontvangen. In een huiskamersetting leren we over de walvisvaart en het maritieme verleden. Op één wand, over het Vredenhof, zien we de gezichten achter de grafzerken. Soldaten, piloten en matrozen. Opnieuw: allemaal jongens nog. Daartussen hangt één visserman: A. Zwaan.

De gezichten achter de grafzerken. Rechtsonder baebe Zwaan.

Toch zou Schiermonnikoog niet zijn laatste rustplaats zijn. Hij is opgehaald en thuisgebracht.

We brengen de huurfietsen weer terug, wachten schuilend voor de miezerregen onder een muziekkapel en laten ons door de bus terugbrengen naar de opstapplaats voor de boot. Aangekomen in Lauwersoog doen we nog een bekkien op de werkplek van een andere A. Zwaan.

Schiermonnikoog laten we achter ons. Het was mijn eerste bezoek aan het eiland en daarmee heb ik mijn TV-TAS compleet.

Na het bezoek aan Vredenhof voelt ook het verhaal compleet.

Een verhaal dat begon met één wattenstaafje. Met wat wangslijm. En wat restjes gemalen lasagne. Aan dat wattenstaafje denk ik vaak.





Reacties

Populaire posts van deze blog

#219 Ranking de logo's

Vanochtend hoorde ik onderweg naar werk in het nieuwsbulletin van Radio2 de ophef voorbijkomen over het nieuwe logo van de Gemeente Urk. Kom op jongens, het is toch een kostelijk plaatje?  Omdat de ambtenaren van de NOP weer aan het werk zijn gegaan, was het zoeken naar een plekje. Mijn Toyotaatje (de meeste Toyota's per inwoners!) parkeerde ik naast een busje van de gemeente. Pas toen viel het logo van de NOP mij op. Was ik al wel bekend mee natuurlijk, maar een mens kijkt nu eenmaal anders naar zaken als hij net uit een dorp vol ophef komt puffen. Laten we de logo's van de andere Flevolandse gemeenten eens van dichtbij bekijken. En laten we er meteen een ranglijstje van maken.  Gemeente Almere Slogan: Het kán in Almere! Het logo van de gemeente Almere springt meteen in het oog. Hier is groots uitgepakt. Er wordt ook prettig gespeeld met het perspectief, waardoor je pas na een tijdje kijken een grote A ontwaart. Groots, maar plat. Almere samengevat. Had wel wat meer creativit...

#209 de Trumpweek

Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen afgelopen week maakte nauwelijks indruk. Op mij noch op de mensen om me heen. Zelfs op sociale media is het behoorlijk rustig. In dat malle grote land is Donald Trump herkozen als president.    ‘Trump is weer president he,’ zei een collega terloops.    ‘Tsja, het is allemaal wat,’ antwoorde ik.    En daarmee was de bespreking van de verkiezingsnacht afgehandeld. Terwijl bij iedereen de alarmbellen af zou moeten gaan – Trump is een lont in een akelig gevaarlijk hoopje buskruit – gebeurt dat niet echt. Tenminste, ik heb het niet meegekregen. Misschien omdat mijn sociale-mediaconsumptie ook niet meer is wat het was. De fratsen van die andere halve zool, Elonnetje Musk, zorgt ervoor dat ik steeds minder zin heb om op die grote X te tikken. Na een tijdje merk je dat je er niks aan mist ook. Maar goed, we hadden het over de Amerikaanse verkiezingen. Iemand waar ik af en toe mee samen werk is een aantal jaar terug me...

#208 De mensheid zal nog van mij horen

Mag je een boek bejubelen alvorens je hem uitgelezen hebt? Ga het toch doen. In de podcast Radio Romano, een voortzetting van de Krokante Leesmap, werd het nieuwe boek van Joris van Casteren getipt. Bekend van titels als Lelystad, Het been in de IJssel en Het zusje van de bruid. De titel van dat boek over de man die jarenlang zijn overleden moeder in huis bewaarde heb ik zo snel niet paraat. Lelystad was een toffe leeservaring, kan niet anders zeggen. Zijn manier van schrijven - kort en afstandelijk en juist daardoor ironisch – trok me in een mum van tijd door dat hele boek heen. Van Casteren heeft een oog voor het menselijk tekort, en er is niets mooiers dan het menselijk tekort. Even zonder gekheid, de boeken van Van Casteren zijn niet enkel droog of grappig. Vaak juist een beetje luguber. Zoals Het been in de IJssel, wat gaat over, nou ja, een gevonden menselijk been in de IJssel. Dat boek is een zoektocht naar de eigenaar van dat been, wat hem uiteindelijk helemaal naar Duitsland l...