Doorgaan naar hoofdcontent

#269 Rare jongens, die Romaeoi

Er bestaan twee podcasts die ik graag luister en waarover ik op deze blog al vaker geschreven heb. De Grote Podcastlas en Alle Geschiedenis Ooit. Podcasts zijn ideaal om in te zetten wanneer je vervelende doch noodzakelijke dingen doet, als wandelen of schoonmaken. Terwijl je daarmee bezig bent, steek je evengoed iets op van alle verhalen, feitjes en weetjes die je verteld worden.

In sommige afleveringen komen zoveel feitjes en weetjes voorbij, dat je zo’n aflevering nogmaals eens luisteren wilt. In het geval van AGO is dat aflevering 190, over de val van het Romeinse Rijk. En van De Grote Podcastlas aflevering 66, over Roemenië.

Het was pas vrij laat dat ik erachter kwam dat het Romeinse Rijk ooit is opgesplitst in twee delen, een westelijk (ons) deel en een oostelijk deel. Dat kennen wij als Byzantium, of het Byzantijnse Rijk, maar niemand daar zou zichzelf Byzantijn noemen. Ze zagen zichzelf gewoon als Romeinen. Of Romaeoi, in het Grieks.

Pas bij het luisteren van de Podcastlasaflevering over Roemenië viel het kwartje: de naam betekent letterlijk ‘land van de Romeinen’. De (westelijke) Romeinen hebben daar een tijdje gezeten, voordat het gebied onderdeel werd van het Romeinse, en later Oost-Romeinse rijk. Later zouden de Turken het gebied ‘daar waar de Romeinen zitten’ noemen, en nog steeds worden Christelijk Orthodoxen in Turkije Rûm genoemd.

Zelfs de taal, het Roemeens, is meer verwant aan de andere Romaanse talen (Italiaans, Spaans, Portugees), dan de Slavische talen van zijn buren. Het Roemeens laat zich voor een Italiaan luisteren als Duits voor een Nederlander. Een kwartslag anders, maar wel herkenbaar en voor wie een beetje moeite doet is het best te volgen. Roemenië, las ik ergens mooi, is een Romaans eiland in een Slavische zee.

Het Romeinse Rijk is dus niet opgehouden na de val van Rome. Is de val, of de overname door de Turken, van Constantinopel in 1453 dan het einde van het Romeinse Rijk? In zekere zin wel, al werd het eerste sultanaat dat daar gesticht werd ‘het sultanaat van Rum (Rome)’ genoemd.

En is het West-Romeinse rijk wel echt opgehouden met bestaan? Karel de Grote liet zich in 800 kronen tot keizer, en was daarmee de eerste bestuurder die sinds de ondergang van het West-Romeinse Rijk die zichzelf keizer mocht noemen. Nadat zijn rijk, wat aardig overeenkwam met het Europese Romeinse grondgebied, in drieën werd gedeeld, ontstond in het middelste gedeelte het Heilige Roomse Rijk. Ook die zagen zichzelf als directe opvolger van het Romeinse Rijk. Een bestuurder daarvan, Otto I, liet zich in 961 zelfs tot Romanorum Imperator (Keizer der Romeinen) kronen.

Overigens is het woord keizer niets minder dan een verbastering van Caesar.  

Nu moeten we ons niet al te veel voorstellen van dit Heilige Roomse Rijk, want volgens een 17e -eeuwse historicus is ‘dit Rijk noch Heilig, noch Rooms en noch een Rijk’. En tegenwoordig is het nog niet helder wat dat Rijk nou precies was. Een rabbithole die ligt te wachten om uitgegraven te worden.

Na het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk na de Eerste Wereldoorlog, kreeg Griekenland de eilanden in de Egeïsche Zee toebedeeld. Het jonge Griekenland stuurde daar soldaten naar toe, om duidelijk te maken dat de eilanden voortaan Grieks zouden zijn. Toen de soldaten, volgens Tom Aalmoes in de aflevering van AGO, op het eiland Lemnos rondliepen, werden ze vreemd aangekeken door een groep kinderen. ‘Waar kijken jullie naar?’ vroegen de soldaten. ‘Wij kijken naar Grieken,’ antwoorden de kinderen.
‘Jullie zijn toch ook Grieken?’ vroeg een soldaat verbaasd.
‘Nee hoor,’ zei een kind. ‘Wij zijn Romeinen’.

Dit was in 1921.

Of het bovenstaande waargebeurd is, weet ik niet. Ik deel het in het vertrouwen dat Aalmoes zijn bronnen op orde heeft. Als we ervan uitgaan dat het wél echt waar is, zouden we kunnen zeggen dat er tot in het begin van de vorige eeuw nog Romeinen hebben rondgelopen, in ieder geval mensen die zichzelf zagen als Romeinen.

Dat is het leuke van geschiedenis: als je net denkt te weten hoe iets in elkaar steekt, ontdek je altijd wel weer iets nieuws. Het Romeinse Rijk is nooit écht verdwenen. Je had gewoon nog een middeleeuws Oost-Romeins Rijk, Karel de Grote en het daaropvolgende Heilige Roomse Rijk, de Turkse sultans die zichzelf zagen als een nieuwe soort Romeinse keizers, het land van de Romeinen oftewel Roemenië, en zelfs die ene stad aan de overkant van de oceaan, Washington D.C., dat in allerlei opzichten is ingericht als het nieuwe Rome. Ook dat is een rijk, of liever een empire, en zichtbaar in verval.

Het blijft, kortom, een heerlijke rabbithole om in te duiken. Al moet ik daarvoor eerst een andere uit kruipen, omdat ik sinds het bezoek aan de Bijlmer weer helemaal in een Amsterdam-hole zit. Het blijft bijzonder waarom uitgerekend op die drassige plek een stad ontstond, die kon uitgroeien tot de grootste van het land en op een zeker moment die van Europa. Per ongeluk het luisterboek van Een kleine geschiedenis van Amsterdam van Geert Mak aangetikt, omdat ik wilde weten hoe het begin van die nederzetting aan de Amstel precies zit. En ook hier weer: je ontdekt telkens weer iets nieuws. Fuikjes zijn het, waarvan je telkens weer een dieper fuikje inzwemt, en daarna nog een, en nog een, omdat je wilt weten hoe het zit.

Ook dat is het leuke van geschiedenis.

Reacties

Populaire posts van deze blog

#209 de Trumpweek

Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen afgelopen week maakte nauwelijks indruk. Op mij noch op de mensen om me heen. Zelfs op sociale media is het behoorlijk rustig. In dat malle grote land is Donald Trump herkozen als president.    ‘Trump is weer president he,’ zei een collega terloops.    ‘Tsja, het is allemaal wat,’ antwoorde ik.    En daarmee was de bespreking van de verkiezingsnacht afgehandeld. Terwijl bij iedereen de alarmbellen af zou moeten gaan – Trump is een lont in een akelig gevaarlijk hoopje buskruit – gebeurt dat niet echt. Tenminste, ik heb het niet meegekregen. Misschien omdat mijn sociale-mediaconsumptie ook niet meer is wat het was. De fratsen van die andere halve zool, Elonnetje Musk, zorgt ervoor dat ik steeds minder zin heb om op die grote X te tikken. Na een tijdje merk je dat je er niks aan mist ook. Maar goed, we hadden het over de Amerikaanse verkiezingen. Iemand waar ik af en toe mee samen werk is een aantal jaar terug me...

#219 Ranking de logo's

Vanochtend hoorde ik onderweg naar werk in het nieuwsbulletin van Radio2 de ophef voorbijkomen over het nieuwe logo van de Gemeente Urk. Kom op jongens, het is toch een kostelijk plaatje?  Omdat de ambtenaren van de NOP weer aan het werk zijn gegaan, was het zoeken naar een plekje. Mijn Toyotaatje (de meeste Toyota's per inwoners!) parkeerde ik naast een busje van de gemeente. Pas toen viel het logo van de NOP mij op. Was ik al wel bekend mee natuurlijk, maar een mens kijkt nu eenmaal anders naar zaken als hij net uit een dorp vol ophef komt puffen. Laten we de logo's van de andere Flevolandse gemeenten eens van dichtbij bekijken. En laten we er meteen een ranglijstje van maken.  Gemeente Almere Slogan: Het kán in Almere! Het logo van de gemeente Almere springt meteen in het oog. Hier is groots uitgepakt. Er wordt ook prettig gespeeld met het perspectief, waardoor je pas na een tijdje kijken een grote A ontwaart. Groots, maar plat. Almere samengevat. Had wel wat meer creativit...

#208 De mensheid zal nog van mij horen

Mag je een boek bejubelen alvorens je hem uitgelezen hebt? Ga het toch doen. In de podcast Radio Romano, een voortzetting van de Krokante Leesmap, werd het nieuwe boek van Joris van Casteren getipt. Bekend van titels als Lelystad, Het been in de IJssel en Het zusje van de bruid. De titel van dat boek over de man die jarenlang zijn overleden moeder in huis bewaarde heb ik zo snel niet paraat. Lelystad was een toffe leeservaring, kan niet anders zeggen. Zijn manier van schrijven - kort en afstandelijk en juist daardoor ironisch – trok me in een mum van tijd door dat hele boek heen. Van Casteren heeft een oog voor het menselijk tekort, en er is niets mooiers dan het menselijk tekort. Even zonder gekheid, de boeken van Van Casteren zijn niet enkel droog of grappig. Vaak juist een beetje luguber. Zoals Het been in de IJssel, wat gaat over, nou ja, een gevonden menselijk been in de IJssel. Dat boek is een zoektocht naar de eigenaar van dat been, wat hem uiteindelijk helemaal naar Duitsland l...