Ergens las ik ooit dat er een verschil zit tussen Amerikaanse en Europese stripverhalen. Dat zit hem vooral in de hoofdpersonen. Amerikaanse striphelden zijn ook echt helden: Superman komt van een of andere planeet waardoor hij superkrachten heeft, spiderman is gebeten door een bijzondere spin waardoor hij spinnenwebben uit zijn handpalmen kan schieten en noem al die andere supers maar op met hun malle gaven. Europese striphelden daarentegen hebben geen bijzondere gaven of krachten. Het zijn gewoon mensen, en sterker nog, mensen met gebreken en tekortkomingen. Robbedoes is maar gewoon een simpele liftbediende, Kuifje een bleue journalist en Suske en Wiske zijn eigenlijk maar twee hele saaie kinderen. Toch waren de stripverhalen in de tweede helft van de vorige eeuw razend populair. Het zegt misschien iets over onze volksaard – voor zover je daar over kunt spreken – dat we liever kijken naar figuren waarin we onszelf kunnen herkennen, ons kunnen verkneukelen om hun ellende en waar