Ergens las ik ooit dat er een verschil zit tussen
Amerikaanse en Europese stripverhalen. Dat zit hem vooral in de hoofdpersonen. Amerikaanse
striphelden zijn ook echt helden: Superman komt van een of andere planeet waardoor
hij superkrachten heeft, spiderman is gebeten door een bijzondere spin waardoor
hij spinnenwebben uit zijn handpalmen kan schieten en noem al die andere supers
maar op met hun malle gaven.
Europese striphelden daarentegen
hebben geen bijzondere gaven of krachten. Het zijn gewoon mensen, en sterker
nog, mensen met gebreken en tekortkomingen. Robbedoes is maar gewoon een
simpele liftbediende, Kuifje een bleue journalist en Suske en Wiske zijn
eigenlijk maar twee hele saaie kinderen. Toch waren de stripverhalen in de
tweede helft van de vorige eeuw razend populair.
Het zegt misschien iets over onze volksaard – voor zover je
daar over kunt spreken – dat we liever kijken naar figuren waarin we onszelf
kunnen herkennen, ons kunnen verkneukelen om hun ellende en waar we om kunnen
lachen.
Amerikanen willen graag figuren waar ze
naar kunnen opzien, wij willen figuren zien die gelijk aan ons zijn of waar
we zelfs op neer kunnen kijken.
Het is volgens mij één van de redenen dat Donald Duck in
Europa nog steeds bijzonder veel gelezen wordt en er in Amerika al decennialang
geen uitgave meer verschenen is. Mocht nog een Amerikaanse tekenaar Donald Duck
verhalen tekenen, dan is het voor een Europese uitgever.
Donald Duck is een stripfiguur waar mensen, waaronder ikzelf,
zich bij uitstek in herkennen kunnen. Ondanks zijn goede inborst en bedoelingen
gaat alles op één of andere manier altijd mis. Pech is hem niet vreemd. Met de
figuren in zijn omgeving moet hij ook maar zien te dealen: Dagobert is
steenrijk maar laat geen kans onbenut om Donald (onbetaald) voor zijn karretje
te spannen, Katrien blijft maar aantrekken en stoot net zo makkelijk weer af, zijn
neefjes zijn een stelletje betweters, Guus lijkt al het geluk en succes maar
aan te komen waaien terwijl Donald zelf zich van het ene baantje naar het
andere ploetert om maar rond te kunnen komen.
Carl Barks mocht dan de schepper zijn van Duckstad en er een Amerikaanse stad van maken, Amerikaans is Donald Duck niet. En al is en blijft het een eend, van alle stripfiguren die er zijn blijft de snaterende woerd toch wel de meest menselijke.
Reacties
Een reactie posten