Mag ik deze plek even gebruiken om de Bredaase dichter John O’Mill in de schijnwerpers te zetten? Hij heeft het meest leuke gedichtje ooit geschreven.
John O’Mill, pseudoniem van Johan van der Meulen, was leraar
Engels op een Middelbare School en schreef gedichtjes en limericks van meestal
niet meer dan vier regels. Daarvoor liet hij zich inspireren door het klungelige
werk van zijn leerlingen, die vaak onbewust Nederlands taalgebruik letterlijk namen in het Engels. Dat leverde onbedoelde geestige zinnen en woorden op, een
voorbeeld: ‘he gaves him a pack on his thunder’ – een pak op z’n donder.
Kostelijk. Dat vonden zijn collega’s, die hem aanspoorden
zijn werk uit te geven, maar dat vonden zijn leerlingen ook, waarvoor O’Mill
regelmatig zijn versjes opvoerde. Het zal vast gezellig zijn geweest in dat
klaslokaaltje.
In het boekje Lyrical Laria, wat al is uitgegeven in
1956 en een vast plekje in mijn boekenkast heeft, staat het volgende - en mijn favoriete - gedichtje:
H₂ 0 Jé
In Connecticut
in ’n waterput
verdronk m’n tante EefjeNog jaren later
dronk oom ’t water
uitsluitend door ’n zeefje.
Het doet me telkens weer glimlachen. En verwonderen: hoe een
paar simpele woorden een heel verhaal kunnen vertellen, en hoe een paar simpele
woorden grappig kunnen zijn als je ze maar in een bepaalde volgorde zet.
Hoewel, simpel, probeer het maar eens zelf. Je moet er maar net opkomen.
Vooruit, nog eentje dan:
De Kruisridder
Een fel papenvreter in Leiden
die alles wat Rooms is wil mijden,
heeft ook – consequent
tot het bittere end -
het kruis uit zijn broek laten snijden.
John O’Mill, mensen!
Reacties
Een reactie posten