Doorgaan naar hoofdcontent

#298 De mantelkapel van Sint-Maarten

Etymologie, de herkomst van woorden, is iets wat me eindeloos weet te vermaken. Zo blijf ik het fantastisch vinden dat de term schaakmat uit het Perzisch komt. Shāh māt, wat samen koning is zonder uitweg betekent. Wij kennen het woord van de Arabieren, die Shāh māt interpreteerde als de koning is dood. Leuk detail daarbij is dat het vroege schaakspel werd beëindigd als de koning was verslagen.

Veel woorden gebruik je dagelijks, zonder dat de herkomst en betekenis duidelijk is. Zo ontdekte ik eerder dat bijbel van het Libanese Byblos komt. En ik zocht verder in de kerkelijke hoek. Want waar komt het woord kerk zelf eigenlijk vandaan? Of het woord psalm? Die woorden zijn voor mij zo gewoon als hagelslag op een sneetje wit, zonder dat ik de herkomst werkelijk ken.

Zo komt koster van het Latijnse custos, wat zoiets als bewaker of zorgdrager betekent. Onze geliefde psalmen komt van het Oudgriekse psalmos, wat zoiets als – let op – het tokkelen van een gitaar of gezang met snaarbegeleiding betekent. Dominee komt van het Latijnse dominus, een oude deftige aanspreektitel vergelijkbaar met onze professor. Het woord pastoor komt van het eveneens Latijnse pastor, wat herder betekent.

Kerk komt van het Griekse kyriake, wat van de Heer betekent. En het onheilspellende Apocalyps betekent niets meer dan openbaring of onthulling. Daar hebben we dus niet zoveel van te vrezen. De term zou dus niet langer gebruikt hoeven worden om films over het einde van de wereld te beschrijven, maar past eerder bij programma’s als Sterren op het doek of The masked singer, als dat je ding is. 

De zoektocht bracht me verder naar een Romeinse soldaat, die voor de poorten van Armiens een van de kou bibberende bedelaar tegenkwam. Nobel als hij was trok hij zijn zwaard uit de schede, sneed zijn mantel door de helft, en schonk de bedelaar daarmee een stuk stof om warm te blijven. Martinus van Tours (316-397), beter bekend als Sint-Maarten, zou daarmee de eerste niet-martelaar worden die als heilige werd vereerd.

De vroege middeleeuwers waren gek op spulletjes van heiligen. Zo ook Karel de Grote (747-814). Hij liet het overgebleven stuk mantel overbrengen naar zijn residentie in Aken, in de hoop dat de stad daarmee pelgrims zou trekken. Middeleeuwers reisden graag naar plekken waar relikwieën werden bewaard. Voor een goede relikwie trok je de schoenen wel aan. Je zou het kunnen zien als een soort van middeleeuwse stedentrip. En toeristen geven geld uit, dat had Karel al vroeg in de smiezen. Om de mantel te kunnen bewaren en de pelgrims fatsoenlijk de relikwie te laten zien, werd er een speciaal mini-kerkje gebouwd. Een kapel.

Kapel komt van het Latijnse cappa. Verkleinwoord: cappella. Betekenis: mantel.

Nog steeds duiden de Fransen Aken aan als Aix-la-Chapelle

Etymologie is levende geschiedenis. Achter ieder woord zit een verhaal.

Sint-Maarten overleed op 8 november. Hij werd begraven op de 11e. Gek genoeg is dat de datum waarop kinderen met lampionnen langs de deuren gaan, in de gloedvolle hoop op een handje snoepgoed. Ik heb nooit zo goed begrepen waarom Sint-Maarten niet op Urk gevierd wordt. Lijkt me toch een gezellige tegenhanger van al dat Amerikaanse tegenwoordig.

Gelukkig had ik familie in Tollebeek. Mijn persoonlijke etymologie van Sint-Maarten is: een bomvol linnen tasje. 


Reacties

Populaire posts van deze blog

#219 Ranking de logo's

Vanochtend hoorde ik onderweg naar werk in het nieuwsbulletin van Radio2 de ophef voorbijkomen over het nieuwe logo van de Gemeente Urk. Kom op jongens, het is toch een kostelijk plaatje?  Omdat de ambtenaren van de NOP weer aan het werk zijn gegaan, was het zoeken naar een plekje. Mijn Toyotaatje (de meeste Toyota's per inwoners!) parkeerde ik naast een busje van de gemeente. Pas toen viel het logo van de NOP mij op. Was ik al wel bekend mee natuurlijk, maar een mens kijkt nu eenmaal anders naar zaken als hij net uit een dorp vol ophef komt puffen. Laten we de logo's van de andere Flevolandse gemeenten eens van dichtbij bekijken. En laten we er meteen een ranglijstje van maken.  Gemeente Almere Slogan: Het kán in Almere! Het logo van de gemeente Almere springt meteen in het oog. Hier is groots uitgepakt. Er wordt ook prettig gespeeld met het perspectief, waardoor je pas na een tijdje kijken een grote A ontwaart. Groots, maar plat. Almere samengevat. Had wel wat meer creativit...

#209 de Trumpweek

Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen afgelopen week maakte nauwelijks indruk. Op mij noch op de mensen om me heen. Zelfs op sociale media is het behoorlijk rustig. In dat malle grote land is Donald Trump herkozen als president.    ‘Trump is weer president he,’ zei een collega terloops.    ‘Tsja, het is allemaal wat,’ antwoorde ik.    En daarmee was de bespreking van de verkiezingsnacht afgehandeld. Terwijl bij iedereen de alarmbellen af zou moeten gaan – Trump is een lont in een akelig gevaarlijk hoopje buskruit – gebeurt dat niet echt. Tenminste, ik heb het niet meegekregen. Misschien omdat mijn sociale-mediaconsumptie ook niet meer is wat het was. De fratsen van die andere halve zool, Elonnetje Musk, zorgt ervoor dat ik steeds minder zin heb om op die grote X te tikken. Na een tijdje merk je dat je er niks aan mist ook. Maar goed, we hadden het over de Amerikaanse verkiezingen. Iemand waar ik af en toe mee samen werk is een aantal jaar terug me...

#208 De mensheid zal nog van mij horen

Mag je een boek bejubelen alvorens je hem uitgelezen hebt? Ga het toch doen. In de podcast Radio Romano, een voortzetting van de Krokante Leesmap, werd het nieuwe boek van Joris van Casteren getipt. Bekend van titels als Lelystad, Het been in de IJssel en Het zusje van de bruid. De titel van dat boek over de man die jarenlang zijn overleden moeder in huis bewaarde heb ik zo snel niet paraat. Lelystad was een toffe leeservaring, kan niet anders zeggen. Zijn manier van schrijven - kort en afstandelijk en juist daardoor ironisch – trok me in een mum van tijd door dat hele boek heen. Van Casteren heeft een oog voor het menselijk tekort, en er is niets mooiers dan het menselijk tekort. Even zonder gekheid, de boeken van Van Casteren zijn niet enkel droog of grappig. Vaak juist een beetje luguber. Zoals Het been in de IJssel, wat gaat over, nou ja, een gevonden menselijk been in de IJssel. Dat boek is een zoektocht naar de eigenaar van dat been, wat hem uiteindelijk helemaal naar Duitsland l...