Dag 1: Bari
Een goede bruiloft is, voor een paar uur, een andere wereld. Een plek waar iedereen opgelaten is, in spanning zit, kijkt en bekeken wordt, na genoeg alcohol de laatste remmen van het sociale ongemak laat vieren en een feestje op de dansvloer neerzet.
Schiphol is een andere wereld. Hier is het de hele dag door ochtend, middag en avond. Mensen komen binnen met een koffer op rolletjes, met een pas die die de opgewektheid uitstraalt wat vakantie nu eenmaal met zich mee brengt. Je ziet ook mensen met schouders voorovergebogen, slome tred, kringen onder de ogen. Hun bagage is na een reis plotseling twintig kilo zwaarder.
Afijn, rond half elf in de avond neem ik in restaurant het Achterhuis afscheid van vrienden, wens ze nog een fijn feestje toe en een paar uur later sta ik met een rolkoffertje op Schiphol. Reisgezelschap: steun en toeverlaat en Italië-kenner Anneke Post.
We proberen wat te slapen. Eerst op een bankje. Ligt niet lekker. De bankjes op Schiphol zijn zo gemaakt dat je er niet op liggen kunt. We proberen de vloer. Niet de meest comfortabele optie. Bij de gate staan bankjes, zonder armleuningen, waar je ongegeneerd op kunt liggen. En zonder gêne pogen we wat slaap te pakken. En bij slapen hoort snurken.
In september op vakantie gaan is eigenlijk de zomer zo lang mogelijk proberen te rekken. In Nederland zal het gerust nog lekker weer zijn, hier in Bari stappen we het vliegveld uit en plotseling zijn we weer in juli en augustus. Het eerste wat ik doe bij aankomst in het appartement is de lange spijkerbroek verwisselen voor een korte kniebroek. De schoenen voor sandalen. Ze gaan pas eind deze week weer uit de koffer.
Dat appartement heeft ook nog wat voeten in de aarde. We proberen een budgetvakantie te doen, dus vanaf het vliegveld pakken we voor een paar euro de shuttlebus naar het Centraal Station van Bari. Onduidelijk wat de prijs is, waar we moeten opstappen, kortom, de informatie die wel handig is als reiziger ontbreekt. Dan weet je meteen dat je in Italië bent. Laat varen alle hoop diegene die hier binnenvaart.
Het appartement zelf zit op een adres dat zich moeilijk laat vinden. Uiteindelijk, na een tijdje zoeken, vinden we in een woonblok een portiek met ergens in een hoekje een blaadje met een mededeling: het kantoor is verhuisd naar een adres verderop de straat. Inchecken kan pas vanaf twee uur. De knul in het kantoortje wil wel voor vier euro op onze koffers passen.
In de tussentijd huren we fietsen, rijden we een rondje door de oude stad van Bari, brengen we een bezoek aan Sinterklaas (later meer) en rond de afgesproken tijd staan we weer in het kantoortje. Voor ons staan drie andere gasten. Achter ons begint een rij te ontstaan. Het is warm. In het kantoortje staat een waaier te waaien. Tegen de muur gericht. Eenmaal aan de beurt overhandigt de knul de sleutels. Plotseling grijpt hij ze weer terug. In een lade, tot de nok toe gevuld, begint hij haastig te zoeken naar een andere sleutel. Tussendoor een belletje, dat altijd begint met ‘pronto’, en dan vervolgd wordt door een woordenstorm wat niet te volgen is. ‘Een van deze twee sleutels is voor het appartement’, schuift hij ze ons tenslotte toe. ‘En als ze niet werken: Beh’, zegt de knul schouderophalend. Onze kamer heeft twee deuren. Op één deur past inderdaad een sleutel. De andere staat open en krijgen we niet op slot. Welkom in Italië.
In de Sint-Nicolaasbasiliek ligt het stoffelijk overschot van Sinterklaas. Inderdaad, onze goedheiligman waar we allemaal zo gek op zijn. Bij ons komt hij per boot en vieren we zijn feest op 5 december. Hier komt hij ook per boot, maar brengt hij geen cadeautjes. Hij komt trouwens ook niet in december, maar op 5 mei. Vier dagen later, maar dan in 1087, werd het lichaam van de bisschop de haven van Bari binnengebracht. Er was hier al een kerk voor hem gebouwd, met speciaal als doel zijn lichaam te bewaren. Myra, nu het huidige Turkije, was een tijdje daarvoor door de islamieten veroverd en uit angst dat zijn beenderen vernietigd zouden worden, haalden de Italianen hem gewoon naar Bari. Dat is de officiële lezing. In die tijd, moet toch gezegd, wilde iedere zelfrespecterende stad een reliek in bezit hebben. Relieken brachten pelgrims, pelgrims brachten handel en handel bracht geld. Het heeft Bari geen windeieren gelegd: Sint Nicolaas zette Bari op de kaart en aan de pelgrims en bedevaartslieden werd goed verdiend.
Op het plein , onder de kerk, brengen we bij het standbeeld van de beste man een eerbetoon met een zakje pepernoten. Het blijft toch de Sinterklaas he.
Reacties
Een reactie posten