Doorgaan naar hoofdcontent

Weekje Puglia: dag VII

Ostuni, Brandisi en Lecce

Vakanties zijn een vreemd soort ontsnapping aan de werkelijkheid. Na verloop van tijd begint tijd en ruimte een beetje door elkaar te lopen. Je denkt dat het woensdag is, blijkt het al vrijdag te zijn. Nee, op dinsdag hebben we de grotten bezocht. Of was dat toch woensdag? De eerste vakantiedag lijkt al een maand geleden, terwijl het in feite nog minder dan een week terug is. Ik beschouw het maar als een goed teken. Daar is vakantie immers voor bedoeld.

Ostuni is een stadje op een heuvel gebouwd. We klimmen omhoog met onze Fiat, zoeken een parkeerplek en laten onze benen ons lichaam omhoogtillen over de talloze trappen en steegjes. Het zakje met postkaarten, dat al dagen in mijn rugzak zit, moeten nu toch eens beschreven worden. Op een terrasje bestellen we, wederom, een café Americano en een sinaasappelsap – voor de vitamientjes. Het is heiig. De zon weet zich niet door de wolken te breken, maar zorgt wel voor een benauwd en drukkend gevoel.  

Bij toeristenwinkeltjes zoeken we naar souvenirs. Dan lopen we door een steegje dat uitzicht geeft op een olijfboomgaard diep onder ons. We dalen trappen af, hijgen wat na en halen weer diep adem voor een volgende trap omhoog. In deze streek worden de straten betegeld met speksteen. Staat mooi, zeker, maar zie er maar eens heelhuids over voort te bewegen. Vooral als je allebei slippers en sandalen draagt. Het is topsport.

Om wat af te koelen rijden we nog eens naar de kust en zoeken we een lido op. Rosa Marina heeft het plekje, hoewel van een dorpje geen sprake is. Het is eerder een verzameling jachthavens, vakantieparken en strandjes. We bestellen een lunch bij een barretje waarvan het personeel heel graag naar huis wil. Het is bijna één uur en hun siësta begint. Hoewel er verder geen toeristen of andere klandizie is, en ze toch aan ons verdienen kunnen, gaat alles met een lichte tegenzin. Tsja, dat zijn Italianen. Ze zijn vriendelijk en hulpvaardig, maar kom niet aan hun siësta.

De volgende stad op de planning: Brandisi. Een betere naam als stad kun je niet hebben. Brindisi. Het klinkt zomers, exotisch zelfs en prikkelt de fantasie. Eenmaal aangekomen in Brindisi laat de stad weinig aan de verbeelding over. Bovenaan een steile trap staat een enorme marmeren zuil uit de Romeinse tijd die het einde van de Via Appia markeert, een oude weg tussen Rome en Brandisi, waarover handel en soldaten werden verplaatst. De zuil is één van de hoogtepunten van het stadje. Het is nog steeds zeer drukkend en benauwd.

We lopen nog een klein, oud rond kerkje in en bewonderen middeleeuwse fresco’s en achterliggende tuin met citroenbomen en granaatappelbomen. Dan gaan we op zoek naar de gezelligheid. We lopen door straten met zielloze nieuwbouw, druk verkeer en besluiten maar dat Brindisi niet de meest ideale plek is om de vakantie af te sluiten.

Lecce, de barokke stad waar we eerder deze week doorheen hebben geslenterd en bovendien goed gegeten hebben, voelt inmiddels vertrouwd. Het Centro Historico is gezellig druk. We zien al het barok nu eens bij daglicht. We bestellen een mojito aan het oude plein met amfitheater en laten de stad aan ons voorbij wandelen. Bij een pastabar raken we aan de praat met een Amerikaanse over Micheal Jackson en de nare bijsmaak die zijn muziek inmiddels heeft. Dan is het wel mooi geweest. Tijd om naar appartement te keren en ons klaar te maken voor ons vertrek.

Zoals ik al zei: vakantie is een vreemde ontsnapping aan de realiteit. Plotseling besef je dat je morgen weer in huis bent, in Nederland, op Urk. En bij alles wat je doet bedenk je dat het de laatste keer is. De laatste keer dat stukje rijden van Lecce naar Casalabate. De laatste keer zoeken naar de juiste straat waar het appartement staat, de laatste keer staan klungelen aan het slot van het hek, enzovoort. Voor we onze lichamen te rusten leggen doen we een strooptocht door het appartement en proberen we zoveel mogelijk muggen onschadelijk te maken. De koffers worden ingepakt. De wekker wordt gezet op 3:30.

Als we op de weg zijn overvalt ons een regenbui. Voor ons, boven ons en achter ons onweer het. De lucht wordt voortdurend opgelicht door bliksemschichten. We parkeren de huurauto op de afgesproken plek, wandelen naar het vliegveld en een paar uur later staan we met onze voeten op Hollandse bodem, heeft het aangename zeebriesje plaats gemaakt voor een stevige herfstwind. De vakantie is voorbij.

Als ik mijn eigen appartementje binnenstap lijkt alles een stuk ruimer. Dat is ook zo’n bijeffect van vakantie. Ik zoek vast een plekje voor het foute toeristentegeltje waar trullo op staan afgebeeld. Een herinnering aan een vakantie met veel zon, water, strand en goed eten. We hebben leuke stadjes ontdekt, de onderwaterwereld van de Adriatische zee, de gastvrijheid en gemoedelijkheid van de zuidelijke Italianen. Dan is het stil. Meteen mis ik Zuid-Italië, waar ik heb gesnorkeld, in metershoge golven heb gezwommen, grotten heb bezocht en vooral veel lol heb gehad met Anneke. Samen hebben we de mooiste plekjes van Puglia gezien, gegeten, gelachen, geslenterd en gevloekt op de muggen. 

Ik mis het nu al. 






Reacties

Populaire posts van deze blog

#53 Hompelvoet

In een van de eerste blogpost dit jaar schreef ik dat ik terug zou komen op wat ik vond van het boek De verworvenheden – of hoe je iemand wordt die ernaar verlangt op het eiland Hompelvoet te zijn. Het boek had ik voor mijn verjaardag gekregen en ik zag er naar uit om het te lezen, want ik had het ergens voorbij zien komen in een boekenrubriek en het had me nieuwsgierig gemaakt. En ondanks het mooie Engelse spreekwoord wat ik hier in het Nederlands zal tikken (want staak de verengelsing!), namelijk dat je een boek niet op zijn omslag moet beoordelen, trok dat kartonnen opdienblaadje me ontzettend aan. Ik had wat tijd nodig om over het boek na te denken. Dat doen weinig boeken. En de eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik er nog steeds niet uit ben wat ik ervan vind. Maar ja, is ergens iets van vinden per se noodzakelijk? Wanneer heb je pas echt iets over iets te zeggen? Dat vraag ik me steeds meer af na het lezen van het boek. Tijdens het lezen van het boek raakte ik wat geërgerd

All-you-can-eat restaurant

All-you-can-eat restaurants zijn een fenomeen. Ze bestaan nog niet zo heel lang in Nederland. Niet in zulke getale als tegenwoordig tenminste. Het concept is van een all-you-can-eat restaurant is vrij simpel. Je betaalt een relatief goedkoop bedrag en voor een paar uur mag je je helemaal uitleven op buffetten en wokgerechten. Zo heb je hier in de buurt een bekend all-you-can-eat restaurant in Emmeloord en in Kampen. Voor wie het allemaal niet gek genoeg kan zijn er ook speciale indoorhotels waar het de hele dag door genieten geblazen is. Voor mijn werk (gehandicaptenzorg) ben ik tot driemaal toe naar zo’n hotel geweest. Leuk voor de doelgroep. Voor mij elke keer een uitje naar een totaal andere wereld. Het geldt als het hoogtepunt van het jaar. Afgelopen zaterdag was ik niet met werk, maar met vrienden, naar een wokrestaurant. Ook zo’n all-you-can-eat concept. Iemand uit de groep wilde graag uit eten en omdat het dure tijden zijn, zochten we iets waar iedereen eten kon, maar wat even

#32 lieve mensen, drie tips

Lieve mensen, Ik probeer zo graag te snappen hoe dit zover heeft kunnen komen. Ik wil het waarom zo graag begrijpen. Vandaag heb ik me er stuk over lopen peinzen, maar ik kom er niet uit. Ik denk dat een poging tot het vinden van antwoorden ergens in de volgende drie aanbevelingen zit. Een luistertip, een leestip en een kijktip.  De luistertip:  De ongelooflijke Podcast met Arnon Grunberg https://open.spotify.com/episode/6SjqWYv2peLNwkWf6EVC1T?si=115090eb5c3d4083 De leestip:  De kijktip:  Persoonlijke tip:   Laat je niet gek maken. Blijf bij jezelf. Blijf omzien naar de ander. Heb lief.