Ostuni, Brandisi en Lecce
Vakanties zijn een vreemd soort ontsnapping aan de
werkelijkheid. Na verloop van tijd begint tijd en ruimte een beetje door elkaar
te lopen. Je denkt dat het woensdag is, blijkt het al vrijdag te zijn. Nee, op
dinsdag hebben we de grotten bezocht. Of was dat toch woensdag? De eerste
vakantiedag lijkt al een maand geleden, terwijl het in feite nog minder dan een
week terug is. Ik beschouw het maar als een goed teken. Daar is vakantie immers
voor bedoeld.
Ostuni is een stadje op een heuvel gebouwd. We klimmen
omhoog met onze Fiat, zoeken een parkeerplek en laten onze benen ons lichaam
omhoogtillen over de talloze trappen en steegjes. Het zakje met postkaarten,
dat al dagen in mijn rugzak zit, moeten nu toch eens beschreven worden. Op een
terrasje bestellen we, wederom, een café Americano en een sinaasappelsap – voor
de vitamientjes. Het is heiig. De zon weet zich niet door de wolken te breken,
maar zorgt wel voor een benauwd en drukkend gevoel.
Bij toeristenwinkeltjes zoeken we naar souvenirs. Dan lopen
we door een steegje dat uitzicht geeft op een olijfboomgaard diep onder ons. We
dalen trappen af, hijgen wat na en halen weer diep adem voor een volgende trap
omhoog. In deze streek worden de straten betegeld met speksteen. Staat mooi,
zeker, maar zie er maar eens heelhuids over voort te bewegen. Vooral als je
allebei slippers en sandalen draagt. Het is topsport.
Om wat af te koelen rijden we nog eens naar de kust en zoeken
we een lido op. Rosa Marina heeft het plekje, hoewel van een dorpje geen sprake
is. Het is eerder een verzameling jachthavens, vakantieparken en strandjes. We
bestellen een lunch bij een barretje waarvan het personeel heel graag naar huis
wil. Het is bijna één uur en hun siësta begint. Hoewel er verder geen toeristen
of andere klandizie is, en ze toch aan ons verdienen kunnen, gaat alles met een
lichte tegenzin. Tsja, dat zijn Italianen. Ze zijn vriendelijk en hulpvaardig,
maar kom niet aan hun siësta.
De volgende stad op de planning: Brandisi. Een betere naam als
stad kun je niet hebben. Brindisi. Het klinkt zomers, exotisch zelfs en
prikkelt de fantasie. Eenmaal aangekomen in Brindisi laat de stad weinig aan de
verbeelding over. Bovenaan een steile trap staat een enorme marmeren zuil uit
de Romeinse tijd die het einde van de Via Appia markeert, een oude weg tussen
Rome en Brandisi, waarover handel en soldaten werden verplaatst. De zuil is één van de hoogtepunten van het stadje. Het is nog
steeds zeer drukkend en benauwd.
We lopen nog een klein, oud rond kerkje in en bewonderen
middeleeuwse fresco’s en achterliggende tuin met citroenbomen en granaatappelbomen.
Dan gaan we op zoek naar de gezelligheid. We lopen door straten met zielloze
nieuwbouw, druk verkeer en besluiten maar dat Brindisi niet de meest ideale
plek is om de vakantie af te sluiten.
Lecce, de barokke stad waar we eerder deze week doorheen hebben
geslenterd en bovendien goed gegeten hebben, voelt inmiddels vertrouwd. Het
Centro Historico is gezellig druk. We zien al het barok nu eens bij daglicht. We
bestellen een mojito aan het oude plein met amfitheater en laten de stad aan
ons voorbij wandelen. Bij een pastabar raken we aan de praat met een
Amerikaanse over Micheal Jackson en de nare bijsmaak die zijn muziek inmiddels
heeft. Dan is het wel mooi geweest. Tijd om naar appartement te keren en ons
klaar te maken voor ons vertrek.
Zoals ik al zei: vakantie is een vreemde ontsnapping aan de
realiteit. Plotseling besef je dat je morgen weer in huis bent, in Nederland,
op Urk. En bij alles wat je doet bedenk je dat het de laatste keer is. De
laatste keer dat stukje rijden van Lecce naar Casalabate. De laatste keer
zoeken naar de juiste straat waar het appartement staat, de laatste keer staan
klungelen aan het slot van het hek, enzovoort. Voor we onze lichamen te rusten
leggen doen we een strooptocht door het appartement en proberen we zoveel
mogelijk muggen onschadelijk te maken. De koffers worden ingepakt. De wekker
wordt gezet op 3:30.
Als we op de weg zijn overvalt ons een regenbui. Voor ons,
boven ons en achter ons onweer het. De lucht wordt voortdurend opgelicht door bliksemschichten.
We parkeren de huurauto op de afgesproken plek, wandelen naar het vliegveld en
een paar uur later staan we met onze voeten op Hollandse bodem, heeft het
aangename zeebriesje plaats gemaakt voor een stevige herfstwind. De vakantie is
voorbij.
Als ik mijn eigen appartementje binnenstap lijkt alles een stuk ruimer. Dat is ook zo’n bijeffect van vakantie. Ik zoek vast een plekje voor het foute toeristentegeltje waar trullo op staan afgebeeld. Een herinnering aan een vakantie met veel zon, water, strand en goed eten. We hebben leuke stadjes ontdekt, de onderwaterwereld van de Adriatische zee, de gastvrijheid en gemoedelijkheid van de zuidelijke Italianen. Dan is het stil. Meteen mis ik Zuid-Italië, waar ik heb gesnorkeld, in metershoge golven heb gezwommen, grotten heb bezocht en vooral veel lol heb gehad met Anneke. Samen hebben we de mooiste plekjes van Puglia gezien, gegeten, gelachen, geslenterd en gevloekt op de muggen.
Ik mis het nu al.
Reacties
Een reactie posten