‘Is het niet saai?’, kreeg ik verschillende keren als
vragend antwoord toen ik de switch aankondigde.
Misschien komt het door het stoffige
imago dat de bibliotheek nog altijd heeft, of door het feit dat geen van mijn
bevriende leeftijdsgenoten sinds jaren een stap in een bibliotheek hebben gezet
– laat staan een boek gelezen – dat ik deze vraag voorgeschoteld kreeg.
Nu ik de eerste echte werkweek erop
heb zitten kan ik zeggen: nee, het is niet saai.
Een aantal dingen vielen me op:
- Dat de jeugd nauwelijks niet leest klopt niet. Stapels prentenboeken en
jeugdboeken worden er iedere dag weer geleend en ingeleverd.
- Er worden nog stripboeken gelezen! Iets waar ik ontzettend blij van word.
- Er zijn nog mensen die informatie uit boeken halen in plaats van het
wereldwijde web. Ik mocht een jochie helpen om boekjes over panda’s te zoeken
voor zijn spreekbeurt. Plotseling was ik terug in mijn eigen jeugd, nog voor
het Wikipediatijdperk, in de bibliotheek tussen bakken vol met boekjes met
informatie over verschillende onderwerpen. Wordt vast een topspreekbeurt.
- De bibliotheek is niet alleen om boeken uit te zoeken en te lenen. Dagelijks
komen mensen voor een kopje koffie en praatje, studenten klappen hun laptop
open en zijn bezig met studeren, kinderen komen om gewoon lekker op de bank een
boekje te lenen.
- Het publiek is meer divers dan je denkt: Young Adult boeken worden goed
geleend. Hoewel ondervertegenwoordigd, komen er nog steeds jongeren naar de
bibliotheek. Soms heb ik behoefte om mijn duim op te steken naar zo’n iemand. Maar
ik denk dat ik ze dan niet meer terugzie.
De bibliotheek is, kort gezegd, meer dan enkel boeken. Ik
liet me vertellen dat de bibliotheek de huiskamer van de maatschappij is. Ik voel
me er in ieder geval goed op mijn gemak.
Reacties
Een reactie posten