Een aantal jaar geleden fungeerde ik als taxi voor mijn vader die een werkauto moest ophalen in de omgeving van Apeldoorn. Mijn moeder was mee en wilde graag het Nederlands Openluchtmuseum zien. Nadat we mijn vader hadden afgezet reden wij gezellig door naar Arnhem.
Het openluchtmuseum is een beetje een wirwar van allerlei
tijdsperioden en gebouwen. Zo wandel je van een Staphorster boerderij naar een
opvangbarak voor Molukkers (interessant en te weinig verteld stukje geschiedenis
overigens), of wandel je door Amsterdamse achterbuurtsteegjes naar iets wat de
Zaanse schans voor moet stellen.
Je kan, als je door het terrein wandelt, duidelijk ziet wat
wanneer is neergezet. Ieder stukje wordt op zijn eigen manier verteld. Wat dat
betreft is het Nederlands Openluchtmuseum een museum over musea.
Op een zeker moment liepen we een rodekruisgebouwtje binnen. Heel interessant om te weten hoe de gezondheidszorg zich in Nederland ontwikkeld heeft hoor, maar ik werd helemaal afgeleid door de wassen beelden die ter illustratie waren neergezet. We werden er wat lacherig van. Dit was net kost voor ons.
De opdracht moet vast en zeker zijn geweest: beeld echte mensen uit. Of zou de kunstenaar die vrijheid zelf genomen hebben? Dat hij gedacht heeft: ik beeld mensen uit van vlees en bloed. Het moet zo tastbaar mogelijk zijn! Vermoeide koppen! Expressie!
Zou het tijdens een vergadering besloten zijn? Ik vraag me
af hoe die opdracht dan geformuleerd zou zijn. We willen zo echt mogelijke
mensen afgebeeld zien. Het chagrijn mag van de koppen spatten wat ons betreft.
Hoe zou de opdrachtgever hebben gereageerd toen de kunstenaar
zijn wassen beelden presenteerde? Hoe waren die gezichten nadat het doek van de
beelden werden getrokken? Het kan toch niet anders dan dat het op de
lachspieren gewerkt heeft?
Misschien zou de opdrachtgever even geslikt hebben, gedacht
hebben: nou ja, het staat er nu toch. En de kunstenaar gefeliciteerd hebben met
zijn realistische werk.
Reacties
Een reactie posten