Er is iets aan de hand in onze vriendengroep. Drie leden daarvan, waaronder ikzelf, zijn allemaal van 1994. En dat betekent dat er een zeker rond getal zit aan te komen.
Het kwam laatst ter sprake toen we bij elkaar waren. ´Jullie
worden dit jaar allemaal dertig! ´, merkte een vriend net iets te enthousiast
op.
Een vriendin: ‘daar merk je niks van
hoor! Toen ik dertig werd was het niet of ineens alles ermee ophield. Leeftijd
is maar een getal! Ik voel me nog steeds 25!’
Ja ja, dacht ik.
Die vriend: ‘ik ben al jaren al een
ouwe lul’.
Maar wij, de (nu nog) twintigers,
trokken toch alle drie een beetje wit weg.
Het Oude Dorp, waar de groep ooit is gevormd, wordt
nauwelijks nog bezocht. Het is dat één iemand er ons af en toe nog naar toe
dwingt. En ja, dat kunnen af en toe hele gezellige avonden zijn. Maar waar ooit
de avond geen einde leek te hebben, lijkt dat einde nu ook steeds later te
zijn. Daarmee bedoel ik te zeggen dat er vaker op de klok gekeken wordt en vaker
wordt gedacht: nou, nog een uurtje dan. Dan zit het er weer op.
Of: dan is het acceptabel om af te
zwaaien.
Op
vrijdagavond had je weekendkriebels in je benen, er was zoveel om af te lopen. Nu
is het vooral de week die in de benen zit. En die wil je laten rusten op de
bank. Oh, de bank! Wat een heerlijk vooruitzicht kan dat zijn! Een nieuw soort
weekendkriebel.
Ook nieuw: twee leden van de groep zijn afgelopen maand
vader en moeder geworden. Een bijzonder moment. En wat mooi om twee vrienden zo
te kunnen zien: als vader en als moeder.
Ieder weekend weer die vraag: nog naar Bubbelz?
Nah, wie kennen we daar nog?
Geen zin in die vieze rooklucht. Dan moet je alles weer
wassen.
Een rondje daar is een rib uit je lijf!
Maar toch blijft die vraag gesteld worden. Zo houden we onszelf
voor nog midden-twintigers te zijn. Tenminste, dat denk ik.
Soms voel ik me een bijna-dertiger. Soms een nog-steeds-twintiger.
Een eigenaardige leeftijdsfase hoor.
Reacties
Een reactie posten