Naast dat ik elke dag probeer om een stukje te tikken,
probeer ik ook elke dag iets in een notitieboekje te schrijven. Dat kan van
alles zijn. Hoe de dag was, wat me is opgevallen, onderwerpen waar ik iets mee
wil doen. Soms zijn het maar losse zinnen, halve zinnen zelfs en soms zijn het
enkel maar wat steekwoorden.
Tijdens de cursus die ik gistermiddag volgde, over hoe je workshops
geeft, zei de cursusleidster dat het goed is om voor de tijd met de hand op te
schrijven wat en hoe je het zou willen doen. Volgens de cursusleidster wordt op
die manier je brein anders geactiveerd. Je moet iets vanuit je hersenen
opschrijven op papier, daarmee maak je met je hand de beweging van de tekst en
lees je het ook nog eens een keer. Het blijft dus beter hangen, of je slaat het
beter op. Net wat je wil.
Als ik wat pagina´s terugblader in dat notitieboekje, wat ik
overigens niet vaak doe, valt het me op dat ik vaak begin met schrijven maar dat
de tekst halverwege ineens stopt. Dat is niet omdat ik dan niet verder kan, maar juist wél verder kan. Als ik iets schrijven moet maar van
tevoren niet zo goed weet hoe ik het moet aanpakken, begin ik gewoon met de
hand en meestal, meestal, komt er een moment waarop ik denk: aha, hier kan ik
iets mee!
Het tikken op het toetsenbord gaat dan ineens een stuk gemakkelijker.
Och, wat is Word toch een vernuftig programma en wat kun je er heerlijk tekst mee bewerken. Maar schrijven begint vaak toch nog echt met de hand en op papier. Ambachtelijk.
Reacties
Een reactie posten