In de serie Toen werd nu bekijken verschillende bekende Nederlanders fragmenten uit het talrijke oeuvre van Van Kooten en de Bie. De laatste aflevering die ik zag, ging over een special die het tweetal ooit gemaakt heeft over privacy. De aflevering stamt uit ergens begin jaren 80, de overheid begon net met haar digitaliseringsslag, de burgers werden verplicht een identiteitskaart bij zich te dragen. De Bie vond het maar niks.
Hij speelt een
typetje van zichzelf, een bezorgde burger, die vraagtekens zet bij
ontwikkelingen die ineens razendsnel lijken te gaan. Hij wil niet dat de
politie zomaar om zijn legitimatie kan vragen, daar had zijn vader, zo’n veertig
jaar daarvoor, nare herinneringen aan. Hij wil niet dat zijn naam en
geboortedatum worden opgeslagen in een frituurcomputer bij het bestellen van
een bakje friet, hij geeft valse gegevens op. Hij wil niet dat hij zomaar
gefilmd wordt bij het binnenlopen van een willekeurige winkel, voortaan gaat
hij met een handcamera op pad en ‘filmt hij terug’.
Wim de Bie kon
fantastisch boos spelen. Zijn rug werd dan krom, zijn kaken strakgespannen, de zinnen
die hij uitsprak werden ingezet met een verongelijkt gegrom. Heerlijk om te
zien.
Een tijdje
terug ging ik bij een vriend op bezoek. Bij het aanbellen merkte ik dat de
bekende deurbel was vervangen door een zwart kastje met daarin een camera, het
alziend oog, en van de weeromstuit probeerde ik in de tijd tussen het aanbellen
en opengaan van de deur zoveel mogelijke gekke bekken te trekken. Een impuls
die me lollig leek. Laat de Chinezen, of wie er ook meekijkt, maar zien dat ik
ongevaarlijk ben.
Wat ik niet wist was dat de opname netjes opgeslagen en verstuurd werd naar zijn telefoon, en bovendien gedeeld kon worden. De gekke bekken kwamen als een ongewenste boemerang terug. Overigens is het een terechte vraag wie er meekijkt. De slimme deurbellen zijn ofwel van Chinese ofwel van Amerikaanse makelij. Waar komen die beelden terecht?
De Bie kreeg
een gepersonaliseerde advertentie voor een anti-roos product. Terwijl hij dat
laat zien aan de mensen thuis, klimt er een glazenwasser omhoog. De Bie doet
voor de zekerheid toch maar het gordijntje dicht. ‘Heb jij toevallig tegen
iemand vertelt dat ik roos heb?’, vraagt hij over de telefoon aan Van Kooten. Hoe
was de shampoofabrikant hiervan op de hoogte? De Bie wordt steeds opstandiger,
zelfs een beetje paranoïde, en Van Kooten, die de ontwikkelingen maar gelaten
over zich heen laat komen, merkt op een zeker moment op dat De Bie steeds meer op
een eng griezelig mannetje begint te lijken.
Internetpionier
Marleen Stikker valt dit ook op. Maar zij draait het om. Dat Van Kooten het
allemaal maar zo vanzelfsprekend vindt, dat is eigenlijk griezelig. Nog steeds
gaan we volledig mee in alle digitale ontwikkelingen, zonder goed na te denken
wat dit eigenlijk voor ons betekent. In het geval van de slimme camera: ze
worden opgehangen ten behoeve van de veiligheid, maar laten bezitters ervan zich steeds onveiliger voelen.
Na de
uitzending van Toen werd nu zag ik opeens zo’n zwart kastje bij één van de
buren hangen. Waar heb je zo’n ding eigenlijk voor nodig, vroeg ik mij af, we
wonen maar in een appartementje. Als je wilt zien wie er aan de deur staat hoef
je je hoofd maar om één deur te steken. En trouwens, bezoekers dienen eerst
binnengelaten te worden in de hal voordat ze de galerij op kunnen. Het ding
staat ook nog zo geplaats dat het de hele galerij in het oog heeft. Geregistreerd
worden bij vertrek en thuiskomst, ammehoela, bekijk het maar. Voortaan loop ik
de andere richting op.
Nee, dan de
buurvrouw van hiertegenover. Die registreert ook alles, maar dan met eigen ogen.
Vermoedelijk is dat wat ze ziet oogst voor koffiemomenten, maar dat hindert
niks. Ik weet wie kijkt, ik weet wat ze ziet, ik kijk ook wel eens terug en bij
tegenkomst voelt de ontmoeting als bij die van een oude bekende. Er is pas
reden tot zorg als ze niet meer kijkt.
Of ik ze nu mijden of er tegen protesteren moet, of het maar voor lief moet nemen, ik weet het niet zo goed. Het feit blijft dat ze er zijn en niet meer uit het straatbeeld zullen verdwijnen. Pas als ik ineens reclames van neustrimmers aangeboden krijg kan ik met zekerheid zeggen: die dingen deugen van geen kant.
Een leuke kijktip: Toen werd Nu. Politiek verslaggever Lamyae Aharouay duidt scènes van het Simplistisch Verbond over populisme, Abdelkader Benali over de verloedering van de taal, filosofe Stine Jensen over genderkwesties, Kustaw Bessems over de Nederlandse regelzucht en Marleen Stikker dus over privacy. Het wordt vaak over ze gezegd en het is ook echt zo: Van Kooten en de Bie zaten niet alleen retestrak op de actualiteit, maar ook vaak eroverheen. Van wat ze toen maakten is nog steeds veel actueel. Hun oude werk laat niet alleen Nederland zien zoals het ooit was, maar vooral hoe we geworden zijn. Afijn, een heerlijk wegkijkprogramma voor op de vrijdagavond. Toedeloe!
Reacties
Een reactie posten