Doorgaan naar hoofdcontent

#230 Dinsdag de Dertiende

Wat een feest, die hoorcolleges van Home Acadamy. De laatste dagen ben ik door Hein van Dolen tijdens de afwas en andere huishoudelijke taken bijgepraat over het Byzantijnse Rijk. Een merkwaardig hoekje van de geschiedenis. Het Romeinse Rijk werd als een ei doormidden gebroken, de ene helft viel in stukjes uit elkaar, de andere helft heeft nog zeker 1000 jaar bestaan. Ze worden de Byzantijnen genoemd, maar zagen zichzelf gewoon als Romaíous, Romeinen.

Ik was benieuwd naar hoe de Oost-Romeinen verschilden van de West-Romeinen en ben inmiddels op de hoogte van alle keizers en keizerinnen, broedermoorden, hoffelijke intriges, concilies, schisma’s en de Orthodoxe Kerk. Veel datums en jaartallen kwamen voorbij, maar bij het verhaal van één zo’n datum heb ik aandachtig zitten luisteren.

Arme, arme Constantijn

Dat is maandag 27 mei 1453. Keizer Constantijn XI liep toen met het zweet in zijn handen naar de Hagia Sophia. De Turkse dreiging hing al maanden in lucht, maar klopte nu aan de poorten. Hij wist dat het niet lang meer zou duren. Eerder had hij het westen al gevraagd om hulp. De Venetianen gaven niet thuis, Genua stuurde een legertje en de Paus wilde helpen op één voorwaarde: dat er een oecumenische mis gehouden zou worden in de Hagia Sophia. Die mis is er geweest, maar het volk vertikte uit afkeer van alles wat westers was een voet over de drempel te zetten. Liever een Turkse tulband dan een hoed van een kardinaal (waar hebben we dat nog meer gehoord?) werd er gezegd en de Paus vond het daarna wel weer mooi geweest. Hij vertrok naar Rome, Constantijn stond er alleen voor.

De laatste kerkdienst in de Hagia Sophia besloot hij zelf te doen. Ditmaal was de kathedraal wel volgestroomd met ongeruste Constantinopelaren. Volgens van Dolen zaten daar een paar geschiedschrijvers bij, waardoor we nu weten wat Constantijn gesproken moet hebben toen hij zich naar het volk toekeerde.

Ik heb geen andere gelegenheid dan u veel meer te zeggen dat dit: onze vernederde scepter leg ik in uw handen opdat u hem met al uw bezit beschermt. En ik verzoek u tevens, en doe daarbij beroep op uw genegenheid, om de passende eer en gehoorzaamheid aan uw veldheren te betrachten. Aan uw leiders en Centurions, ieder van u in uw gelid, compagnie en functie. Onthoud dat goed, want als u bereid bent al mijn opdrachten na te komen, vertrouw ik op God dat wij van zijn huidige gerechtvaardigde dreiging verschoond blijven. Later ligt voor u de voortdurend onvergankelijke zegekrans in de hemel en een blijvende eervolle herinnering op aarde.

En nadat de keizer zijn toespraak had beëindigd, volgens de geschiedschrijver, sprak hij om de tranen en jammerklachten heen zijn dankgebed uit. ‘Laten we voor het geloof en voor het vaderland sterven’, riep de menigte uit, waarop de keizer zijn dank tot het volk sprak en opnieuw het woord nam.

Broeders en soldaten, wees dus morgenvroeg paraat. Laten we met de genade en zegeningen die door God aan u zijn geschonken en met de medewerking van de Heilige Geest in wie wij al ons vertrouwen hebben gesteld zorgen dat de tegenstanders beschaamd en gehavend van hier vertrekken.

Mooi he: dat de tegenstanders beschaamd en gehavend van hier vertrekken. Als professor Barabas mij een reisje zou aanbieden met de teletijdmachine zou dit moment toch wel op mijn lijstje staan. Ik dwaal af.

Na deze woorden kregen de Romeinen volgens de geschiedschrijver een ‘leeuwenhart’. Ze liepen op elkaar af en vielen elkaar in de armen. Er werd om verzoening gevraagd. ‘Onder tranen omhelsde zij elkaar zonder te denken aan hun zeer geliefde kinderen of vrouwen of zonder zich om hun bezittingen te bekommeren. Nee, ze dachten uitsluitend aan de dood en aan het vaderland te redden.’ Kortom, het moet een dramatisch schouwspel zijn geweest.

Daar komt Mehmet

Niet lang daarna, zo rond half twee ’s nachts, beukte het leger van Mehmet de Veroveraar door de muren van Constantinopel en werd de stad veroverd. Het panikerende volk vluchtte massaal naar de Hagia Sophia, maar de grote bronzen deuren bleken niet turkbestendig. Toen het leger de kerk binnenkwam vroegen de oude mannen om eerbied voor grijze haren (ook mooi), daar ging als eerste de kop van af. Van de wenende vrouwen werden de hoofddoeken afgerukt, waarmee ze in groepjes werden samengebonden en de straat op werden gebonjourd. De priesters bleven ondanks alles stug doorzingen, maar dat maakte op de Turken geen indruk. Tulbanden werden op kruisbeelden gezet. Nog dezelfde dag werd de kathedraal omgedoopt tot moskee.  

Naar goed gebruik mochten Mohammedaanse legers drie dagen plunderen, maar Mehmet, nadat hij met goed gevoel voor drama op een groot wit paard zijn entree door de stadspoort had gemaakt, besloot dat het na anderhalve dag wel welletjes was. Hij staakte de plunderingen. Met een leeggelopen stad in puin viel niet te pronken. Met het lichaam van zijn tegenstander ook niet. Die arme Constantijn was het slagveld opgegaan en daar gesneuveld, zijn lichaam is tot Mehmets teleurstelling nooit meer teruggevonden.

Dinsdag

Die datum, dinsdag 28 mei 1453, is dus een bijzondere. Volgens sommige historici was het een definitieve breuk tussen het westen en het oosten. Nog altijd spreken wij van De val van Constantinopel, en de Turken van De verovering op Istanbul.

Daar valt over te twisten, maar waar historici het wel over eens zijn, is dat de datum het einde markeert van de middeleeuwen. Wie het vege lijf redden kon vluchtte weg uit de stad en veel vluchtelingen trokken naar Italië en elders. Ze namen het Grieks, de filosofie en de iconografie met zich mee. Daardoor kon er weer Grieks gestudeerd worden en de renaissance beginnen.

Die braindrain zag Mehmet trouwens ook. In het Grieks sprak hij tot de vluchtelingen dat ze wel weer terug mochten komen naar de stad. Is tin Polis. Later verbasterd naar Istanbul. Zeg het niet hardop als je er bent, maar Istanbul draagt dus nog altijd een Griekse naam.

Waar de gebeurtenis ook blijvende indruk heeft gemaakt is Griekenland. Nog altijd is dinsdag in Griekenland een ongeluksdag. Parlementaire besluiten worden zelden op een dinsdag genomen, stelletjes kunnen beter een andere dag uitkiezen voor de trouwerij. Zoals wij vrijdag de 13e kennen, kennen de Grieken een dinsdag de 13e.

De Hagia Sophia is een gebouw als geen ander. De kathedraal is orthodox, katholiek en islamitisch geweest en was lange tijd als seculier museum een scharnierpunt tussen verschillende werelden. Tot Erdogan er weer niet van afblijven kon. Met z’n lange armen.

Verzoening

Overigens hebben de Grieken en Turken zich allang weer verzoend. Dat is in 1966, wanneer Jeromba de Griek en Kemal de Turk in de Hagia Sophia vechten om het zwaard van Ali Sa Lami, de Grote Turk. Dan ontdekken ze ineens de Vandersteense boodschap op het zwaard van Sa Lami: weest allen broeders.

Ze vallen elkaar als vrienden in de armen. En tenslotte wordt er onder de beroemde koepel gebroederlijk de Sirtaki gedanst.

 


Reacties

Populaire posts van deze blog

#209 de Trumpweek

Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen afgelopen week maakte nauwelijks indruk. Op mij noch op de mensen om me heen. Zelfs op sociale media is het behoorlijk rustig. In dat malle grote land is Donald Trump herkozen als president.    ‘Trump is weer president he,’ zei een collega terloops.    ‘Tsja, het is allemaal wat,’ antwoorde ik.    En daarmee was de bespreking van de verkiezingsnacht afgehandeld. Terwijl bij iedereen de alarmbellen af zou moeten gaan – Trump is een lont in een akelig gevaarlijk hoopje buskruit – gebeurt dat niet echt. Tenminste, ik heb het niet meegekregen. Misschien omdat mijn sociale-mediaconsumptie ook niet meer is wat het was. De fratsen van die andere halve zool, Elonnetje Musk, zorgt ervoor dat ik steeds minder zin heb om op die grote X te tikken. Na een tijdje merk je dat je er niks aan mist ook. Maar goed, we hadden het over de Amerikaanse verkiezingen. Iemand waar ik af en toe mee samen werk is een aantal jaar terug me...

#219 Ranking de logo's

Vanochtend hoorde ik onderweg naar werk in het nieuwsbulletin van Radio2 de ophef voorbijkomen over het nieuwe logo van de Gemeente Urk. Kom op jongens, het is toch een kostelijk plaatje?  Omdat de ambtenaren van de NOP weer aan het werk zijn gegaan, was het zoeken naar een plekje. Mijn Toyotaatje (de meeste Toyota's per inwoners!) parkeerde ik naast een busje van de gemeente. Pas toen viel het logo van de NOP mij op. Was ik al wel bekend mee natuurlijk, maar een mens kijkt nu eenmaal anders naar zaken als hij net uit een dorp vol ophef komt puffen. Laten we de logo's van de andere Flevolandse gemeenten eens van dichtbij bekijken. En laten we er meteen een ranglijstje van maken.  Gemeente Almere Slogan: Het kán in Almere! Het logo van de gemeente Almere springt meteen in het oog. Hier is groots uitgepakt. Er wordt ook prettig gespeeld met het perspectief, waardoor je pas na een tijdje kijken een grote A ontwaart. Groots, maar plat. Almere samengevat. Had wel wat meer creativit...

#208 De mensheid zal nog van mij horen

Mag je een boek bejubelen alvorens je hem uitgelezen hebt? Ga het toch doen. In de podcast Radio Romano, een voortzetting van de Krokante Leesmap, werd het nieuwe boek van Joris van Casteren getipt. Bekend van titels als Lelystad, Het been in de IJssel en Het zusje van de bruid. De titel van dat boek over de man die jarenlang zijn overleden moeder in huis bewaarde heb ik zo snel niet paraat. Lelystad was een toffe leeservaring, kan niet anders zeggen. Zijn manier van schrijven - kort en afstandelijk en juist daardoor ironisch – trok me in een mum van tijd door dat hele boek heen. Van Casteren heeft een oog voor het menselijk tekort, en er is niets mooiers dan het menselijk tekort. Even zonder gekheid, de boeken van Van Casteren zijn niet enkel droog of grappig. Vaak juist een beetje luguber. Zoals Het been in de IJssel, wat gaat over, nou ja, een gevonden menselijk been in de IJssel. Dat boek is een zoektocht naar de eigenaar van dat been, wat hem uiteindelijk helemaal naar Duitsland l...