Wat een feest, die hoorcolleges van Home Acadamy. De laatste
dagen ben ik door Hein van Dolen tijdens de afwas en andere huishoudelijke
taken bijgepraat over het Byzantijnse Rijk. Een merkwaardig hoekje van de
geschiedenis. Het Romeinse Rijk werd als een ei doormidden gebroken, de ene helft
viel in stukjes uit elkaar, de andere helft heeft nog zeker 1000 jaar bestaan. Ze
worden de Byzantijnen genoemd, maar zagen zichzelf gewoon als Romaíous,
Romeinen.
Ik was benieuwd naar hoe de Oost-Romeinen verschilden van de
West-Romeinen en ben inmiddels op de hoogte van alle keizers en keizerinnen,
broedermoorden, hoffelijke intriges, concilies, schisma’s en de Orthodoxe Kerk.
Veel datums en jaartallen kwamen voorbij, maar bij het verhaal van één zo’n
datum heb ik aandachtig zitten luisteren.
Arme, arme Constantijn
Dat is maandag 27 mei 1453. Keizer Constantijn XI liep toen met
het zweet in zijn handen naar de Hagia Sophia. De Turkse dreiging hing al
maanden in lucht, maar klopte nu aan de poorten. Hij wist dat het niet lang
meer zou duren. Eerder had hij het westen al gevraagd om hulp. De Venetianen gaven
niet thuis, Genua stuurde een legertje en de Paus wilde helpen op één
voorwaarde: dat er een oecumenische mis gehouden zou worden in de Hagia Sophia.
Die mis is er geweest, maar het volk vertikte uit afkeer van alles wat westers
was een voet over de drempel te zetten. Liever een Turkse tulband dan een hoed van
een kardinaal (waar hebben we dat nog meer gehoord?) werd er gezegd en de Paus
vond het daarna wel weer mooi geweest. Hij vertrok naar Rome, Constantijn stond
er alleen voor.
De laatste kerkdienst in de Hagia Sophia besloot hij zelf te
doen. Ditmaal was de kathedraal wel volgestroomd met ongeruste Constantinopelaren.
Volgens van Dolen zaten daar een paar geschiedschrijvers bij, waardoor we nu
weten wat Constantijn gesproken moet hebben toen hij zich naar het volk toekeerde.
Ik heb geen andere gelegenheid dan u veel meer te zeggen
dat dit: onze vernederde scepter leg ik in uw handen opdat u hem met al uw
bezit beschermt. En ik verzoek u tevens, en doe daarbij beroep op uw
genegenheid, om de passende eer en gehoorzaamheid aan uw veldheren te
betrachten. Aan uw leiders en Centurions, ieder van u in uw gelid, compagnie en
functie. Onthoud dat goed, want als u bereid bent al mijn opdrachten na te
komen, vertrouw ik op God dat wij van zijn huidige gerechtvaardigde dreiging verschoond
blijven. Later ligt voor u de voortdurend onvergankelijke zegekrans in de hemel
en een blijvende eervolle herinnering op aarde.
En nadat de keizer zijn toespraak had beëindigd, volgens de
geschiedschrijver, sprak hij om de tranen en jammerklachten heen zijn dankgebed
uit. ‘Laten we voor het geloof en voor het vaderland sterven’, riep de menigte
uit, waarop de keizer zijn dank tot het volk sprak en opnieuw het woord nam.
Broeders en soldaten, wees dus morgenvroeg paraat. Laten
we met de genade en zegeningen die door God aan u zijn geschonken en met de
medewerking van de Heilige Geest in wie wij al ons vertrouwen hebben gesteld
zorgen dat de tegenstanders beschaamd en gehavend van hier vertrekken.
Mooi he: dat de tegenstanders beschaamd en gehavend van hier
vertrekken. Als professor Barabas mij een reisje zou aanbieden met de
teletijdmachine zou dit moment toch wel op mijn lijstje staan. Ik dwaal af.
Na deze woorden kregen de Romeinen volgens de geschiedschrijver
een ‘leeuwenhart’. Ze liepen op elkaar af en vielen elkaar in de armen. Er werd
om verzoening gevraagd. ‘Onder tranen omhelsde zij elkaar zonder te denken aan
hun zeer geliefde kinderen of vrouwen of zonder zich om hun bezittingen te
bekommeren. Nee, ze dachten uitsluitend aan de dood en aan het vaderland te
redden.’ Kortom, het moet een dramatisch schouwspel zijn geweest.
Daar komt Mehmet
Niet lang daarna, zo rond half twee ’s nachts, beukte het
leger van Mehmet de Veroveraar door de muren van Constantinopel en werd de stad
veroverd. Het panikerende volk vluchtte massaal naar de Hagia Sophia, maar de
grote bronzen deuren bleken niet turkbestendig. Toen het leger de kerk
binnenkwam vroegen de oude mannen om eerbied voor grijze haren (ook mooi), daar
ging als eerste de kop van af. Van de wenende vrouwen werden de hoofddoeken
afgerukt, waarmee ze in groepjes werden samengebonden en de straat op werden gebonjourd.
De priesters bleven ondanks alles stug doorzingen, maar dat maakte op de Turken
geen indruk. Tulbanden werden op kruisbeelden gezet. Nog dezelfde dag werd de
kathedraal omgedoopt tot moskee.
Naar goed gebruik mochten Mohammedaanse legers drie dagen
plunderen, maar Mehmet, nadat hij met goed gevoel voor drama op een groot wit
paard zijn entree door de stadspoort had gemaakt, besloot dat het na anderhalve
dag wel welletjes was. Hij staakte de plunderingen. Met een leeggelopen
stad in puin viel niet te pronken. Met het lichaam van zijn tegenstander ook
niet. Die arme Constantijn was het slagveld opgegaan en daar gesneuveld, zijn
lichaam is tot Mehmets teleurstelling nooit meer teruggevonden.
Dinsdag
Die datum, dinsdag 28 mei 1453, is dus een bijzondere. Volgens
sommige historici was het een definitieve breuk tussen het westen en het
oosten. Nog altijd spreken wij van De val van Constantinopel, en de
Turken van De verovering op Istanbul.
Daar valt over te twisten, maar waar historici het wel over eens
zijn, is dat de datum het einde markeert van de middeleeuwen. Wie het vege lijf
redden kon vluchtte weg uit de stad en veel vluchtelingen trokken naar Italië
en elders. Ze namen het Grieks, de filosofie en de iconografie met zich mee. Daardoor
kon er weer Grieks gestudeerd worden en de renaissance beginnen.
Die braindrain zag Mehmet trouwens ook. In het Grieks sprak
hij tot de vluchtelingen dat ze wel weer terug mochten komen naar de stad. Is
tin Polis. Later verbasterd naar Istanbul. Zeg het niet hardop als je er
bent, maar Istanbul draagt dus nog altijd een Griekse naam.
Waar de gebeurtenis ook blijvende indruk heeft gemaakt is Griekenland. Nog
altijd is dinsdag in Griekenland een ongeluksdag. Parlementaire besluiten
worden zelden op een dinsdag genomen, stelletjes kunnen beter een andere dag
uitkiezen voor de trouwerij. Zoals wij vrijdag de 13e kennen, kennen
de Grieken een dinsdag de 13e.
De Hagia Sophia is een gebouw als geen ander. De kathedraal is orthodox, katholiek en islamitisch geweest en was lange tijd als seculier museum een scharnierpunt tussen verschillende werelden. Tot Erdogan er weer niet van afblijven kon. Met z’n lange armen.
Verzoening
Overigens hebben de Grieken en Turken zich allang weer
verzoend. Dat is in 1966, wanneer Jeromba de Griek en Kemal de Turk in de Hagia
Sophia vechten om het zwaard van Ali Sa Lami, de Grote Turk. Dan ontdekken
ze ineens de Vandersteense boodschap op het zwaard van Sa Lami: weest allen
broeders.
Ze vallen elkaar als vrienden in de armen. En tenslotte
wordt er onder de beroemde koepel gebroederlijk de Sirtaki gedanst.
Reacties
Een reactie posten