Doorgaan naar hoofdcontent

#267 Nepzwemmers

Een aantal jaar heb ik niet of nauwelijks gezwommen. Het was tot ik voor mijn werk in de gehandicaptenzorg op bewonersvakantie was en met de bewoners naar het zwembad ging. Toen kon ik niet achterblijven. Eenmaal in het water ontdekte ik hoe lekker het is om weer in het water te zijn. En sindsdien besloot ik vaker te zwemmen.

Vroeger deed ik dat bijna iedere dag. In de zomer leken de dagen eindeloos, er was veel zon, en vooral veel water. Uren zwemmen, dobberen, duiken. We zochten naar de beste zwemplekken, en dat was zelden aan een strand. Die hele strandcultuur kan me nog steeds gestolen worden. Je moet meteen kunnen plonsen.  

Omdat een bevriend stel in de polder woonachtig is, trokken we deze week na een warme dag richting de Wellerwaard, een uitgegraven zandplas in de Noordoostpolder. Ook daar heb je een strandje, maar dat reden we voorbij. Aan de overkant zit een mooi steigertje en kun je direct het water in. Het viel me al op vanuit de auto: in het water dreven allemaal oranje zakjes. Nog een keer kijken: ze dreven allemaal achter een kop die zich boven water hield.

We wisten: dit is het domein van de zwemmers. Nu moet je weten dat de zwemmers van de Wellerwaard van een fanatiek slag zijn. Ze hebben hun traject strak voor ogen en wijken daar niet vanaf. In geen enkel geval laten ze zich afleiden van hun zwemslagen. We probeerden contact te maken door te knikken, maar vonden geen erkenning, zelfs geen echo. Ze zagen ons als gelegenheidszwemmers. Dobberaars, die slechts enkel verkoeling zochten zonder daarvoor in te hoeven spannen.

Eén vrouw legde uit wat dat oranje ding was. Een zwemboei, vertelde ze. ‘Het is hier diep. En als je moe wordt, kun je even uitrusten.’ Ze demonstreerde hoe dat in zijn werk gaat en dat malle ding leek mij, alweer moe van het watertrappelen, ineens reuzehandig in bezit te hebben. ‘Maar nu ga ik verder,’ en met een elegante slag hervatte ze haar rondje.

‘Zullen we naar dat boeitje?’ vroeg ik aan A. ‘Dat boeitje maar doen? Die is wat dichterbij.’

We maakten de vergissing tegen de klok in te zwemmen, merkten we al snel.

De plas was inderdaad diep, we hadden al snel geen bodem onder de voeten. Ik probeerde wat te duiken en besloot poging nummer zoveel om te stoppen met roken toch eens serieus aan te pakken. Eenmaal bij de boei grepen we ons om beurten vast om op adem te komen.

Met een handdoek om ons heen aten we, druipend nog, op een bankje een zakje chips. Terwijl de kaken maalden zagen wij de andere zwemmers. Ja, we waren gelegenheidszwemmers. We waren plonsenaars, neppers. We waren afgekoeld, dat wel.

Opgedroogd en omgekleed bedacht ik dat ik nog een mooie cadeaubon heb liggen. Die zou mooi besteed kunnen worden aan zo’n zwemboeitje. Dan zou ik iedere avond rondjes kunnen zwemmen – als een echte zwemmer.

Het is jammer dat de zomer alweer bijna voorbij is.

Reacties

Populaire posts van deze blog

#209 de Trumpweek

Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen afgelopen week maakte nauwelijks indruk. Op mij noch op de mensen om me heen. Zelfs op sociale media is het behoorlijk rustig. In dat malle grote land is Donald Trump herkozen als president.    ‘Trump is weer president he,’ zei een collega terloops.    ‘Tsja, het is allemaal wat,’ antwoorde ik.    En daarmee was de bespreking van de verkiezingsnacht afgehandeld. Terwijl bij iedereen de alarmbellen af zou moeten gaan – Trump is een lont in een akelig gevaarlijk hoopje buskruit – gebeurt dat niet echt. Tenminste, ik heb het niet meegekregen. Misschien omdat mijn sociale-mediaconsumptie ook niet meer is wat het was. De fratsen van die andere halve zool, Elonnetje Musk, zorgt ervoor dat ik steeds minder zin heb om op die grote X te tikken. Na een tijdje merk je dat je er niks aan mist ook. Maar goed, we hadden het over de Amerikaanse verkiezingen. Iemand waar ik af en toe mee samen werk is een aantal jaar terug me...

#219 Ranking de logo's

Vanochtend hoorde ik onderweg naar werk in het nieuwsbulletin van Radio2 de ophef voorbijkomen over het nieuwe logo van de Gemeente Urk. Kom op jongens, het is toch een kostelijk plaatje?  Omdat de ambtenaren van de NOP weer aan het werk zijn gegaan, was het zoeken naar een plekje. Mijn Toyotaatje (de meeste Toyota's per inwoners!) parkeerde ik naast een busje van de gemeente. Pas toen viel het logo van de NOP mij op. Was ik al wel bekend mee natuurlijk, maar een mens kijkt nu eenmaal anders naar zaken als hij net uit een dorp vol ophef komt puffen. Laten we de logo's van de andere Flevolandse gemeenten eens van dichtbij bekijken. En laten we er meteen een ranglijstje van maken.  Gemeente Almere Slogan: Het kán in Almere! Het logo van de gemeente Almere springt meteen in het oog. Hier is groots uitgepakt. Er wordt ook prettig gespeeld met het perspectief, waardoor je pas na een tijdje kijken een grote A ontwaart. Groots, maar plat. Almere samengevat. Had wel wat meer creativit...

#208 De mensheid zal nog van mij horen

Mag je een boek bejubelen alvorens je hem uitgelezen hebt? Ga het toch doen. In de podcast Radio Romano, een voortzetting van de Krokante Leesmap, werd het nieuwe boek van Joris van Casteren getipt. Bekend van titels als Lelystad, Het been in de IJssel en Het zusje van de bruid. De titel van dat boek over de man die jarenlang zijn overleden moeder in huis bewaarde heb ik zo snel niet paraat. Lelystad was een toffe leeservaring, kan niet anders zeggen. Zijn manier van schrijven - kort en afstandelijk en juist daardoor ironisch – trok me in een mum van tijd door dat hele boek heen. Van Casteren heeft een oog voor het menselijk tekort, en er is niets mooiers dan het menselijk tekort. Even zonder gekheid, de boeken van Van Casteren zijn niet enkel droog of grappig. Vaak juist een beetje luguber. Zoals Het been in de IJssel, wat gaat over, nou ja, een gevonden menselijk been in de IJssel. Dat boek is een zoektocht naar de eigenaar van dat been, wat hem uiteindelijk helemaal naar Duitsland l...