Doorgaan naar hoofdcontent

#268 Podwalken door de Bijlmer

‘Zin om een dagje uit te gaan?’ appte een vriend. ‘Je hebt een leuke podwalk in de Bijlmer.’ Soms moet je niet te lang nadenken. ‘Prima,’ appte ik terug.

Hoogoord

En zo liepen we op een zaterdag door de Bijlmermeer. Bims, zoals het in straattaal heet. Of Amsterdam Zuidoost, zoals citymarketeers het graag genoemd willen horen. Wij houden het bij De Bijlmer, zoals we het kennen.

Echt kennen doen we het natuurlijk niet. Hoor je de naam Bijlmer, dan denk je aan enorme rijen flats in honingraadvorm, verveling en criminaliteit. Mislukte stadsplatting kortom. En niets is mooier dan mislukte stadsplanning.

De stem van Daan Schuurmans klonk in onze oren. Omdat Amsterdam dit jaar 750 kaarsjes mag uitblazen, verscheen afgelopen voorjaar de serie Het verhaal van Amsterdam, een vervolg van de serie Het verhaal van Nederland. De Bijlmer vertelt het verhaal van volksuitbreiding, het optimisme van de jaren 60, het geloof in de menselijke maakbaarheid en ook de kater daarvan. Prima ingrediënten voor een fijne stadswandeling.

De eerste flat: Hoogoord. Hier werden in 1968 de sleutel overhandigd aan de eerste bewoners. ‘Moet je je voorstellen,’ zei Schuurmans iets in die trant, ‘in de eerste jaren was hier nog niets. Je zag zand, zover het oog reikte.’ Het begin van de Bijlmer klinkt voor onze Flevolandse oren maar al te bekend. Het oorsprongsverhaal van de Bijlmer is die van Lelystad of Almere. Ook daar sprong het optimisme uit de ogen bij het in ontvangst nemen van de eerste sleutel.

Net als in de Flevopolder, klotste ook hier ooit water. De Bijlmermeer werd in 1627 al drooggelegd, maar bleef eigenlijk een mislukte polder. Het bleef er drassig, liep geregeld onder water, en alleen aan de zijkanten kon er geboerd worden. Toch leek Amsterdam het een mooie plek om een nieuwe stad te bouwen. Die kostelijke oude boerderijtjes, vaak al een paar eeuwen oud, moesten wijken voor de vooruitgang.

Onder leiding van de architect en stedenbouwkundige Siegfried Nassuth, moest het plan voor de Bijlmer vooral een functionele zijn. Dat wil zeggen: een strikte scheiding tussen wonen, werken en recreëren. Zelfs het verkeer werd gescheiden. Auto’s, fietsers en voetgangers kregen ieder hun eigen ruimte. Van de snelweg reed je zo de garage in, hup, naar je eigen flatje. De moderne mens had volgens de beweging recht op een rustige groene woonomgeving, zonder verkeer.

Op papier klinkt dat mooi – wonen in het groen – en de honingraatstructuur zorgde er bovendien voor dat ieder appartement uitzicht had op de groene parken. Maar als er niemand op straat is, is er ook geen sociale controle. Vanuit je werk direct je flatje in klinkt fijn en handig, maar je moet ook reden hebben om in je vrije tijd dat flatje weer uit te gaan. De jongen gezinnen waar de Bijlmer oorspronkelijk voor bedoeld was verhuisden, aan gebrek van speelruimte en voorzieningen, naar doorzonwoningen buiten Amsterdam. De flats kwamen voor een groot gedeelte leeg te staan. In plaats van optimisme, kwamen er verveling en andere problematiek. Die fijne wandelpaden die door de grote parken liepen, konden na zonsondergang maar beter gemeden worden.

Leegstand doet een wijk zelden goed. In de jaren 70 trokken in de jaren rondom de onafhankelijkheid veel Surinamers naar Nederland. Ze werden actief geweerd door woningbouw en huurcoöperaties in de binnenstad, maar één huurcoöperatie maakte zich hard voor de nieuwkomers en bood ze een woonplaats aan. Dat was in de Bijlmer.

Nog steeds kent de Bijlmer een grote Surinaamse gemeenschap. Samen met de Antilliaanse, Ghanese en nog 127 andere nationaliteiten maakt dat van de Bijlmer een veelkleurige wijk.

Op het Anton de Komplein bekeken we het beeld van de Surinaamse schrijver en verzetsman. Er lagen verse boeketen bloemen onder zijn sokkel.

Net toen we rondom zo’n honinggraatflat wilden lopen, ontdekten we een zaterdagmarkt. Kraampjes vol met kousenband, bakka’s, schaafijs, foodtrucks, kleding en wat niet meer. Er klonk muziek, er wapperden vlaggen met veel kleur. Bij een opgewekte foodtruckhoudster dronken we een blikje Fernandes. Een cadeautje was het.

De Bijlmer staat bekend om zijn diversiteit. 130 nationaliteiten, je moet het maar kwijtkunnen in al die flats. Toch krijg je al rondwandelend het gevoel dat al die culturen samensmelten tot een soort Bijlmercultuur. Een mooi voorbeeld is daarvan de straattaal die er ontstaan is, vanuit verschillende talen en tegenwoordig zelfs elders in Nederland gesproken wordt. Een ander - indrukwekkend - voorbeeld is het monument voor de Bijlmerramp.

Op 4 oktober 1992 stortte en vliegtuig van de maatschappij El Al neer op de flats Groeneveen en Klein-Kruitberg. In de knik van een honinggraat werden 40 appartementen weggevaagd, en zo’n 130 appartementen werden getroffen door de brand die na de inslag volgde.

Na de ramp werd er door buurtbewoners een herdenkingsplek opgericht bij ‘de boom die alles zag’. Later kwam er een monument, met een galerij waarop teksten staan met betrekking tot de ramp en het pleintje is betegeld met mozaïeken die samen door buurtbewoners, nabestaanden, overlevenden en hulpverleners is gemaakt.

Nog jaarlijks wordt de ramp herdacht. Schiphol laat dan geen vliegtuigen over Amsterdam Zuidoost vliegen, wat normaal een drukke route is. 

Het monument voor de Bijlmerramp

In de jaren 90 is de wijk flink op de schop gegaan. Hoogbouw werd afgebroken en maakte plaats voor laagbouw. Er kwamen meer voorzieningen, zoals sportgelegenheid en ontmoetingsplekken. In een nieuw theater worden voorstellingen gemaakt door Bijlmerbewoners, die verhalen vertellen uit de buurt. Van een betonnen stad veranderde de wijk in een kleurrijke plek. Het voorbeeld dat Amsterdam voor de Bijlmer nam: Almere. 

We wandelden door het Nelson Mandelapark weer terug naar de Arena. Daan Schuurmans nam afscheid. We bedankten Daan en stopten de oortjes weg. Voor de wandeling waren we nog even naar de Zeedijk geweest voor een broodje bij slagerij Vet (Schijnt populair te zijn door TikTok ofzo? Je hoeft je schoenen er niet voor aan te trekken hoor). Amsterdam geeft je wat je verwacht: drukte, toeristen, vunzigheid, wietwalmen. Het is altijd leuk om er te zijn, maar voor mij hoeft dat niet langer dan een paar uur te duren. Daarom was het des te leuker deze podwalk te doen. Je ontdekt een nieuwe plek, je maakt evengoed je aantal stappen en ondertussen leer je ook nog eens wat. 

Moeder Aarde

Er zijn nog meer podwalks te doen van Het Verhaal van Nederland. Er zijn routes door de oude binnenstad, de grachtengordel, de 19e -eeuwse uitbreidingen en Noord. En ook elders in het land zijn er leuke wandelingen te doen. Ik vond het een leuke manier van wandelen en kennis te maken met de Bijlmer. 


Nog een kleine fotoserie: 








Reacties

Populaire posts van deze blog

#209 de Trumpweek

Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen afgelopen week maakte nauwelijks indruk. Op mij noch op de mensen om me heen. Zelfs op sociale media is het behoorlijk rustig. In dat malle grote land is Donald Trump herkozen als president.    ‘Trump is weer president he,’ zei een collega terloops.    ‘Tsja, het is allemaal wat,’ antwoorde ik.    En daarmee was de bespreking van de verkiezingsnacht afgehandeld. Terwijl bij iedereen de alarmbellen af zou moeten gaan – Trump is een lont in een akelig gevaarlijk hoopje buskruit – gebeurt dat niet echt. Tenminste, ik heb het niet meegekregen. Misschien omdat mijn sociale-mediaconsumptie ook niet meer is wat het was. De fratsen van die andere halve zool, Elonnetje Musk, zorgt ervoor dat ik steeds minder zin heb om op die grote X te tikken. Na een tijdje merk je dat je er niks aan mist ook. Maar goed, we hadden het over de Amerikaanse verkiezingen. Iemand waar ik af en toe mee samen werk is een aantal jaar terug me...

#219 Ranking de logo's

Vanochtend hoorde ik onderweg naar werk in het nieuwsbulletin van Radio2 de ophef voorbijkomen over het nieuwe logo van de Gemeente Urk. Kom op jongens, het is toch een kostelijk plaatje?  Omdat de ambtenaren van de NOP weer aan het werk zijn gegaan, was het zoeken naar een plekje. Mijn Toyotaatje (de meeste Toyota's per inwoners!) parkeerde ik naast een busje van de gemeente. Pas toen viel het logo van de NOP mij op. Was ik al wel bekend mee natuurlijk, maar een mens kijkt nu eenmaal anders naar zaken als hij net uit een dorp vol ophef komt puffen. Laten we de logo's van de andere Flevolandse gemeenten eens van dichtbij bekijken. En laten we er meteen een ranglijstje van maken.  Gemeente Almere Slogan: Het kán in Almere! Het logo van de gemeente Almere springt meteen in het oog. Hier is groots uitgepakt. Er wordt ook prettig gespeeld met het perspectief, waardoor je pas na een tijdje kijken een grote A ontwaart. Groots, maar plat. Almere samengevat. Had wel wat meer creativit...

#208 De mensheid zal nog van mij horen

Mag je een boek bejubelen alvorens je hem uitgelezen hebt? Ga het toch doen. In de podcast Radio Romano, een voortzetting van de Krokante Leesmap, werd het nieuwe boek van Joris van Casteren getipt. Bekend van titels als Lelystad, Het been in de IJssel en Het zusje van de bruid. De titel van dat boek over de man die jarenlang zijn overleden moeder in huis bewaarde heb ik zo snel niet paraat. Lelystad was een toffe leeservaring, kan niet anders zeggen. Zijn manier van schrijven - kort en afstandelijk en juist daardoor ironisch – trok me in een mum van tijd door dat hele boek heen. Van Casteren heeft een oog voor het menselijk tekort, en er is niets mooiers dan het menselijk tekort. Even zonder gekheid, de boeken van Van Casteren zijn niet enkel droog of grappig. Vaak juist een beetje luguber. Zoals Het been in de IJssel, wat gaat over, nou ja, een gevonden menselijk been in de IJssel. Dat boek is een zoektocht naar de eigenaar van dat been, wat hem uiteindelijk helemaal naar Duitsland l...