Doorgaan naar hoofdcontent

#281: Weg: dag 6

Vandaag werd een campingdag.

Dat hadden we vooraf niet afgesproken. Het ontstond geleidelijk. De camping is gelegen op een groene heuvel, vol bloemen, palmen en andersoortige bomen. Het doet paradijselijk aan allemaal. Zonder het hardop uit te spreken wisten we dat we hier vandaag wilden blijven. 

De zon scheen over Camping dei Fiori. Tijdens het eerste bekkien besloten we naar het naastgelegen strandje te gaan om te snorkelen. Helaas: de golfslag was te sterk en het water te troebel. Doodzonde. Anneke had hier eerder al gesnorkeld – terwijl ik een knippien deed - en was teruggekomen met een relaas over de onderwaterwereld die me naar het zoute water deed verlangen. Ze had vissen gezien, vertelde ze, gele vissen die er een zilverachtige gloed op na hielden wanneer ze zich door het water bewogen. Als je stil bleef drijven, zwommen ze zo onder je buik door. Men zou gemakkelijk overtuigd kunnen raken van de sereniteit ervan, als het niet met zoveel enthousiasme werd gebracht. 

Nou ja, volgende keer beter. 

We trokken naar het zoutwaterzwembad. Om het half uur drukte de badjongen op een knopje en verschenen er bubbels. Harstikke geinig. Het zoute water liet zich uitstekend lenen voor wat lichamelijke oefeningen en bovendien doet het een rugpatiënt goed. We probeerden onder water van de ene kant naar de andere kant te zwemmen met één teug adem. We deden de handstand. We doken. En tijdens een duik stootte Anneke haar kop tegen een rand. 

Rustig zitten, even wat drinken, ik haal wel een pleister. 

De badjongen begreep ‘band aid’ niet. Ik maakte een denkbeeldige snee in mijn arm en met mijn andere hand plakte ik er een denkbeeldige pleister op. Waarom ik daarbij een scheetgeluid met mijn tong maakte weet ik niet. Men maakt soms vreemde keuzes bij consternatie. 

Bij de receptie moest ik zijn. Daar werden eerst nog mensen geholpen. Het zoute water droop van mijn zwembroek en bleef in een plasje achter op de granieten vloer. Maar ja, er was nood aan de man. 

De lunch was een echte campinglunch: opgewarmde knakworstjen op een bolletjen. Beetje mayo, beetje ketchup en huppakee, een schijfje augurk. Smakelijk door zijn eenvoud. Happen maar. We zaten kostelijk en waren domweg gelukkig op Camping dei Fiori. 

Het viel op dat er op deze camping bovengemiddeld veel gelezen werd. Voornamelijk door Duitse gasten. Altijd aardig om te zien wat er zoals door de oosterburen gelezen wordt. Wij lazen ook. Anneke in Liften naar de Hemel en ik in Moeders Lichaam, van Joris van Casteren. Prima zwembadboek. 

Tja, dat was het wel zo’n beetje. Vakantie is ook luieren, hangen, en loom van het nietsdoen van eetmoment naar eetmoment sloffen. 

Het laatste eetmoment van de dag was in San Remo. Daar aten we Chinees in een Italiaans Chinees restaurant. Hadden we zomaar zin in. 

Nog een ijsje weg gelikt en weer op de fiets gestapt.

Een heerlijke dag. (De hoofdwond is lekker aan het genezen en Anneke maakt het verder goed). 







         

Reacties

Populaire posts van deze blog

#209 de Trumpweek

Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen afgelopen week maakte nauwelijks indruk. Op mij noch op de mensen om me heen. Zelfs op sociale media is het behoorlijk rustig. In dat malle grote land is Donald Trump herkozen als president.    ‘Trump is weer president he,’ zei een collega terloops.    ‘Tsja, het is allemaal wat,’ antwoorde ik.    En daarmee was de bespreking van de verkiezingsnacht afgehandeld. Terwijl bij iedereen de alarmbellen af zou moeten gaan – Trump is een lont in een akelig gevaarlijk hoopje buskruit – gebeurt dat niet echt. Tenminste, ik heb het niet meegekregen. Misschien omdat mijn sociale-mediaconsumptie ook niet meer is wat het was. De fratsen van die andere halve zool, Elonnetje Musk, zorgt ervoor dat ik steeds minder zin heb om op die grote X te tikken. Na een tijdje merk je dat je er niks aan mist ook. Maar goed, we hadden het over de Amerikaanse verkiezingen. Iemand waar ik af en toe mee samen werk is een aantal jaar terug me...

#219 Ranking de logo's

Vanochtend hoorde ik onderweg naar werk in het nieuwsbulletin van Radio2 de ophef voorbijkomen over het nieuwe logo van de Gemeente Urk. Kom op jongens, het is toch een kostelijk plaatje?  Omdat de ambtenaren van de NOP weer aan het werk zijn gegaan, was het zoeken naar een plekje. Mijn Toyotaatje (de meeste Toyota's per inwoners!) parkeerde ik naast een busje van de gemeente. Pas toen viel het logo van de NOP mij op. Was ik al wel bekend mee natuurlijk, maar een mens kijkt nu eenmaal anders naar zaken als hij net uit een dorp vol ophef komt puffen. Laten we de logo's van de andere Flevolandse gemeenten eens van dichtbij bekijken. En laten we er meteen een ranglijstje van maken.  Gemeente Almere Slogan: Het kán in Almere! Het logo van de gemeente Almere springt meteen in het oog. Hier is groots uitgepakt. Er wordt ook prettig gespeeld met het perspectief, waardoor je pas na een tijdje kijken een grote A ontwaart. Groots, maar plat. Almere samengevat. Had wel wat meer creativit...

#208 De mensheid zal nog van mij horen

Mag je een boek bejubelen alvorens je hem uitgelezen hebt? Ga het toch doen. In de podcast Radio Romano, een voortzetting van de Krokante Leesmap, werd het nieuwe boek van Joris van Casteren getipt. Bekend van titels als Lelystad, Het been in de IJssel en Het zusje van de bruid. De titel van dat boek over de man die jarenlang zijn overleden moeder in huis bewaarde heb ik zo snel niet paraat. Lelystad was een toffe leeservaring, kan niet anders zeggen. Zijn manier van schrijven - kort en afstandelijk en juist daardoor ironisch – trok me in een mum van tijd door dat hele boek heen. Van Casteren heeft een oog voor het menselijk tekort, en er is niets mooiers dan het menselijk tekort. Even zonder gekheid, de boeken van Van Casteren zijn niet enkel droog of grappig. Vaak juist een beetje luguber. Zoals Het been in de IJssel, wat gaat over, nou ja, een gevonden menselijk been in de IJssel. Dat boek is een zoektocht naar de eigenaar van dat been, wat hem uiteindelijk helemaal naar Duitsland l...