Mysteries, complotten, kunst, architectuur en dat allemaal verweven in een spannende thriller. De eerste keer De Da Vinci code lezen was geweldig. Met de telefoon naast het boek zocht ik tijdens het lezen naar alle schilderijen en symbolen die erin voorkomen en het boek ging op die manier helemaal leven.
De da Vinci code is naast de andere boeken van Brown één van
de weinige in mijn boekenkast die ik meermaals gelezen heb.
Maar bij de tweede keer was het mysterie niet zo spannend meer. De sneltreinvaart waarin ik het boek gelezen had, was tijdens de tweede keer die van een boemeltreintje, met houterige zinnen als bladeren op het spoor. Toen pas vroeg ik mij af waarom Langdon het überhaupt nodig vindt de complete bouwgeschiedenis van het Louvre aan zijn vrouwelijke medepersonage uit te leggen, terwijl ze achtervolgd worden door een moordlustige albinomonnik. Zo geloofwaardig was het allemaal niet.
Over geloofwaardigheid gesproken: Dan Brown begint zijn
boeken altijd met een grote kop ‘FEITEN’. In DDVC bijvoorbeeld, stelt
hij op de eerste pagina dat de Priorij van Sion een in 1099 opgerichte geheime
genootschap is, waar onder andere Sir Isaac Newton, Victor Hugo en Leonardo da
Vinci lid van waren geweest. In 1975 werden in de Nationale Bibliotheek perkamenten
gevonden die het bestaan van dat hele clubje bevestigen.
FEIT: die perkamenten waren niets meer dan een gebbetje
van een malle oplichter, Pierre Plantard, die de ze achterliet in de
bibliotheek om te zien wat er mee zou gebeuren. Dat het twee goedverkopende
boeken zou opleveren wist hij toen nog niet.
De reden dat deze perkamenten nog steeds als ‘feit’ in de
herdrukken van DDVC vermeld staan is simpel: het is een goed verkocht boek.
Dat gezegd hebbende, de boeken van Dan Brown verkopen nog
steeds goed. Er is zelfs een boekhandel die belangstellenden voor zijn nieuwste
boek liet slapen in de winkel, zodat ze in de ochtend als eerste een exemplaar
konden bemachtigen. Als ontbijt kregen ze koffie met een Dan Brownie.
Het nieuwste boek is uitgebracht onder de titel Het ultieme
geheim. Een prima vertaling van de Engelse titel The secret of secrets.
Weet Brown na vijf Langdon-boeken nog steeds te verrassen? Is
zijn formule niet een beetje sleets geworden na al die ‘wereldschokkende
onthullingen’ die hij alsmaar beloofd?
Bij Dan Brown weet je wat je krijgt:
-
Langdon wordt uitgenodigd voor een lezing of
evenement waar iets ‘wereldschokkends’ zal worden geopenbaard.
-
Bij aankomst wordt iemand vermoord.
-
In eerste instantie wordt Langdon verdacht door
de politiechef.
-
De politiechef is een verzameling clichés van
het land waar het verhaal zich afspeelt. Bijna altijd heeft hij een afkeer van 'arrogante
Amerikanen'.
-
De moord is gepleegd door een griezel of religieus
zeloot. Altijd aangestuurd door een anoniem iemand.
-
De schurk handelt altijd in de overtuiging het
goede voor de mensheid te doen.
-
Langdon holt door het hele verhaal langs kunst,
geschiedenis en architectuur.
-
Aan zijn zijde holt altijd een beeldschone vrouw
mee, waar hij overigens nooit een poot naar uitsteekt.
-
Samen moeten ze uit handen blijven van een
sekte, genootschap of een maniak, én de politie natuurlijk.
-
Het komt altijd goed.
-
Bovenstaande speelt zich altijd af in een
tijdsbestek van 24 uur.
Nee, de formule van Brown is geen ‘ultiem geheim’ meer.
En toch heb ik het boek na de aankondiging direct in het wil-ik-lezen-lijstje van Hebban gezet. Ik baalde er zelfs een beetje van dat de verschijningsdatum in mijn vakantie viel. Ondanks dat het laatste deel tegenviel en zijn formule weinig onvoorspelbaar meer is, wil ik het nieuwe deel graag lezen. Dat het zich ditmaal in Praag afspeelt zou er best aan kunnen bijdragen.
Eerlijk is eerlijk: één ding kan ‘ie wel, die Brown, en dat zijn haakjes
uitgooien. Ieder hoofdstuk eindigt met een cliffhanger, waarvan je natuurlijk
wilt weten hoe het verder loopt. Verschoon mij voor de anglicisme, maar na 100 pagina's ben ik behoorlijk hooked.
Denk het kopje FEITEN even weg, neem de houterige
dialogen voor lief, besluit mee te gaan in de geloofwaardigheid van het verhaal
en je leest een lekkere thriller. Dat je ondertussen wat kunst, - cultuur, - en
kerkgeschiedenis meekrijgt is mooi meegenomen.
Of zoals priester Antoine Bodar antwoorde op de vraag wat hij van De da Vinci code vond: ‘ik kan alleen zeggen: het is amusante onzin in de trant van James Bond’.
Niks mis met onzin, zolang het maar amusant blijft.
Reacties
Een reactie posten